Haggai 2:21-23
Haggai 2:21-23 Herziene Statenvertaling (HSV)
Het woord van de HEERE kwam voor de tweede keer tot Haggaï, op de vierentwintigste van de maand: Zeg tegen Zerubbabel, de landvoogd van Juda: Ik zal doen beven de hemel en de aarde. Ik zal de troon van de koninkrijken omverwerpen en de kracht van de koninkrijken van de heidenvolken wegvagen. Ik zal de wagen met zijn berijder omverwerpen; de paarden en hun ruiters zullen neerstorten, ieder door het zwaard van zijn broeder.
Haggai 2:21-23 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Ook zei de Heer diezelfde dag tegen Haggaï: "Zeg tegen Zerubbabel, de bestuurder van Juda: Ik zal de hemel en de aarde doen beven. Ik zal koninkrijken laten veroveren, de macht van de volken vernietigen, de strijdwagens en wie daarop rijden omgooien, paarden en hun ruiters laten vallen. Ze zullen elkaar doden.
Haggai 2:21-23 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Het woord des HEEREN nu geschiedde ten tweeden male tot Haggaï, op den vier en twintigsten der maand, zeggende: Spreek tot Zerubbabel, den vorst van Juda, zeggende: Ik zal de hemelen en de aarde bewegen. En Ik zal den troon der koninkrijken omkeren, en verdelgen de vastigheid van de koninkrijken der heidenen; en Ik zal den wagen omkeren, en die daarop rijden; en de paarden, en die daarop rijden, zullen nederstorten, een iegelijk in des anderen zwaard.
Haggai 2:21-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Het woord des HEREN kwam ten tweeden male tot Haggai op de vierentwintigste der maand, aldus: Zeg tot Zerubbabel, de landvoogd van Juda: Ik zal de hemel en de aarde doen beven, Ik zal de troon der koninkrijken omverwerpen, de kracht van de koninkrijken der volken verdelgen, de wagens en wie daarop rijden, omverwerpen en de paarden en hun ruiters zullen neerstorten, ieder door het zwaard van de ander.
Haggai 2:21-23 Het Boek (HTB)
Diezelfde dag ontving Haggai nog een boodschap van de HERE. De HERE zei: ‘Zeg tegen Zerubbabel, de gouverneur van Juda: “Ik zal de hemel en de aarde doen beven. Ik zal de regeringen van alle koninkrijken omverwerpen en hun macht breken. Ik zal hun strijdwagens, hun wagenmenners en hun paarden vernietigen. Hun ruiters zullen elkaar met het zwaard afmaken.