Hebreeën 11:23-40
Hebreeën 11:23-40 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Door het geloof werd Mozes, toen hij geboren was, drie maanden lang van zijn ouders verborgen, overmits zij zagen, dat het kindeken schoon was; en zij vreesden het gebod des konings niet. Door het geloof heeft Mozes, nu groot geworden zijnde, geweigerd een zoon van Farao’s dochter genoemd te worden; Verkiezende liever met het volk van God kwalijk gehandeld te worden, dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben; Achtende de versmaadheid van Christus meerderen rijkdom te zijn, dan de schatten in Egypte; want hij zag op de vergelding des loons. Door het geloof heeft hij Egypte verlaten, niet vrezende den toorn des konings; want hij hield zich vast, als ziende den Onzienlijke. Door het geloof heeft hij het pascha uitgericht, en de besprenging des bloeds, opdat de verderver der eerstgeborenen hen niet raken zou. Door het geloof zijn zij de Rode Zee doorgegaan, als door het droge; hetwelk de Egyptenaars, ook verzoekende, zijn verdronken. Door het geloof zijn de muren van Jericho gevallen, als zij tot zeven dagen toe omringd waren geweest. Door het geloof is Rachab, de hoer, niet omgekomen met de ongehoorzamen, als zij de verspieders met vrede had ontvangen. En wat zal ik nog meer zeggen? Want de tijd zal mij ontbreken, zou ik verhalen van Gideon, en Barak, en Samson, en Jeftha, en David, en Samuël, en de profeten; Welken door het geloof koninkrijken hebben overwonnen, gerechtigheid geoefend, de beloftenissen verkregen, de muilen der leeuwen toegestopt; De kracht des vuurs hebben uitgeblust, de scherpte des zwaards zijn ontvloden, uit zwakheid krachten hebben gekregen, in den krijg sterk geworden zijn, heirlegers der vreemden op de vlucht hebben gebracht; De vrouwen hebben hare doden uit de opstanding wedergekregen; en anderen zijn uitgerekt geworden, de aangeboden verlossing niet aannemende, opdat zij een betere opstanding verkrijgen zouden. En anderen hebben bespottingen en geselen geproefd, en ook banden en gevangenis; Zijn gestenigd geworden, in stukken gezaagd, verzocht, door het zwaard ter dood gebracht; hebben gewandeld in schaapsvellen en in geitenvellen; verlaten, verdrukt, kwalijk gehandeld zijnde; (Welker de wereld niet waardig was) hebben in woestijnen gedoold, en op bergen, en in spelonken, en in holen der aarde. En deze allen, hebbende door het geloof getuigenis gehad, hebben de belofte niet verkregen; Alzo God wat beters over ons voorzien had, opdat zij zonder ons niet zouden volmaakt worden.
Hebreeën 11:23-40 Herziene Statenvertaling (HSV)
Door het geloof werd Mozes, toen hij geboren was, drie maanden lang door zijn ouders verborgen, omdat zij zagen dat het een heel bijzonder kind was. En zij waren niet bevreesd voor het bevel van de koning. Door het geloof heeft Mozes, toen hij groot geworden was, geweigerd een zoon van de dochter van de farao genoemd te worden. Hij koos ervoor liever met het volk van God slecht behandeld te worden dan voor een ogenblik het genot van de zonde te hebben. Hij beschouwde de smaad van Christus als grotere rijkdom dan de schatten in Egypte, want hij had het loon voor ogen. Door het geloof heeft hij Egypte verlaten zonder bevreesd te zijn voor de toorn van de koning. Want hij bleef standvastig, als zag hij de Onzichtbare. Door het geloof heeft hij het Pascha ingesteld en het besprenkelen met het bloed, opdat de verderver van de eerstgeborenen hen niet zou treffen. Door het geloof zijn zij door de Rode Zee gegaan als over het droge. Toen de Egyptenaren dat ook probeerden te doen, zijn ze verdronken. Door het geloof zijn de muren van Jericho gevallen, nadat ze tot zeven dagen toe omringd waren geweest. Door het geloof is Rachab, de hoer, niet omgekomen met de ongehoorzamen, omdat zij de verkenners met vrede had ontvangen. En wat zal ik nog meer zeggen? Want de tijd ontbreekt mij om te vertellen over Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuel en de profeten. Zij hebben door het geloof koninkrijken overwonnen, gerechtigheid in praktijk gebracht, beloften verkregen, muilen van leeuwen gesloten. Zij hebben de kracht van het vuur geblust, zij zijn aan de scherpte van het zwaard ontkomen, zij hebben in zwakheid kracht ontvangen, zij zijn machtig geworden in de oorlog, legers van vreemden hebben zij op de vlucht gejaagd. Vrouwen hebben hun doden teruggekregen door opstanding uit de dood. Maar anderen zijn gefolterd en namen de aangeboden verlossing niet aan, opdat zij een betere opstanding verkrijgen zouden. En weer anderen hebben spot en geselslagen verdragen, ja zelfs boeien en gevangenis. Zij zijn gestenigd, in stukken gezaagd, in verzoeking gebracht, met het zwaard ter dood gebracht. Zij hebben rondgelopen in schapenvachten en geitenvellen. Zij leden gebrek, werden verdrukt en mishandeld. De wereld was hen niet waard. Zij dwaalden rond in afgelegen plaatsen en verbleven op bergen, in grotten en in holen in de aarde. En deze allen hebben, hoewel zij door het geloof een goed getuigenis van God gekregen hebben, de vervulling van de belofte niet verkregen, daar God met het oog op ons iets beters voorzien had, opdat zij zonder ons niet tot de volmaaktheid zouden komen.
Hebreeën 11:23-40 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Door het geloof is Mozes na zijn geboorte drie maanden door zijn ouders verborgen gehouden, omdat zij zagen, dat hij een schoon kind was, en zij hebben het bevel des konings niet gevreesd. Door het geloof heeft Mozes, volwassen geworden, geweigerd door te gaan voor een zoon van Farao’s dochter, maar hij heeft liever met het volk Gods kwaad verdragen, dan tijdelijk van de zonde te genieten; en hij heeft de smaad van Christus groter rijkdom geacht dan de schatten van Egypte, want hij hield de blik gericht op de vergelding. Door het geloof heeft hij Egypte verlaten, zonder de toorn des konings te duchten. Want hij bleef standvastig, als ziende de Onzienlijke. Door het geloof heeft hij het Pascha gehouden en het bloed doen aanbrengen, opdat de verderver hun eerstgeborenen niet zou aanraken. Door het geloof zijn zij door de Rode Zee gegaan als over droog land, terwijl de Egyptenaars, toen zij het ook beproefden, verzwolgen werden. Door het geloof zijn de muren van Jericho neergestort, nadat (het volk) er zeven dagen lang omheen getrokken was. Door het geloof is Rachab, de hoer, niet met de ongehoorzamen omgekomen, daar zij de verspieders met vrede had opgenomen. En wat moet ik nog verder aanvoeren? Immers, de tijd zou mij ontbreken, als ik ging verhalen van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuël en de profeten, die door het geloof koninkrijken onderworpen, gerechtigheid geoefend, de vervulling der belofte verkregen hebben, muilen van leeuwen dichtgesnoerd, de kracht van het vuur gedoofd hebben. Zij zijn aan scherpe zwaarden ontkomen, in zwakheid hebben zij kracht ontvangen, zij zijn in de oorlog sterk geworden en hebben vijandige legers doen afdeinzen. Vrouwen hebben haar doden uit de opstanding terugontvangen, anderen hebben zich laten folteren en van geen bevrijding willen weten, opdat zij aan een betere opstanding deel mochten hebben. Anderen weder hebben hoon en geselslagen verduurd, daarenboven nog boeien en gevangenschap. Zij zijn gestenigd, op zware proef gesteld, doormidden gezaagd, met het zwaard vermoord; zij hebben rondgezworven in schapevachten en geitevellen, onder ontbering, verdrukking en mishandeling – de wereld was hunner niet waardig – zij hebben rondgedoold door woestijnen, en gebergten, in spelonken en de holen der aarde. Ook deze allen, hoewel door het geloof een getuigenis aan hen gegeven is, hebben het beloofde niet verkregen, daar God iets beters met ons voor had, zodat zij niet zonder ons tot de volmaaktheid konden komen.
Hebreeën 11:23-40 Het Boek (HTB)
Omdat de ouders van Mozes op God vertrouwden, hebben zij hun kind dat heel bijzonder was, drie maanden lang verborgen gehouden. Zij trokken zich niets aan van het bevel van de farao dat alle pasgeboren jongetjes verdronken moesten worden. Omdat Mozes op God vertrouwde, wilde hij, toen hij volwassen was geworden, niet voor een zoon van de dochter van de farao worden aangezien. Hij wilde liever met het volk van God slecht behandeld worden dan tijdelijk genieten van de zonde. Hij vond het lijden voor Christus meer waard dan al de rijkdom van Egypte, want hij verwachtte dat God hem daarvoor zou belonen. In dat vertrouwen verliet hij Egypte en was niet bang voor de woede van de farao. Hij liet zich niet van de wijs brengen, het was alsof hij steeds de onzichtbare God zag. Omdat hij op God vertrouwde, zei Mozes tegen de Israëlieten dat zij een lam moesten slachten en het bloed ervan op de deurposten van hun huizen moesten strijken. Dan zou de doodsengel hun oudste kinderen niet doden, maar alleen die van de Egyptenaren. Omdat de Israëlieten op God vertrouwden, zijn zij door de Rode Zee getrokken als over droog land. Maar de Egyptenaren die hen achterna gingen, verdronken allemaal. Omdat de Israëlieten op God vertrouwden, liepen zij zeven dagen om Jericho heen en toen stortten de muren van de stad in. Omdat de hoer Rachab op God vertrouwde, werd zij niet gedood, zoals de andere ongehoorzame inwoners van Jericho, want zij had de spionnen van Israël gastvrij ontvangen. Moet ik hiermee doorgaan? Ik zou tijd tekort komen als ik de ervaringen van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David, Samuël en de profeten moest vertellen. Omdat zij op God vertrouwden, hebben zij koninkrijken onderworpen en rechtvaardig geregeerd en kregen zij wat God hun had beloofd. Zij hebben de muil van leeuwen toegesloten. Het vuur had geen vat op hen en zij zijn aan het zwaard ontsnapt. Toen zij zwak waren, hebben zij kracht gekregen. In de oorlog werden zij zo sterk dat hele vijandelijke legers de aftocht moesten blazen. Vrouwen kregen hun geliefden uit de dood terug. Anderen die op God vertrouwden, werden doodgeslagen, zij wilden liever sterven dan God de rug toekeren, omdat zij wisten later een beter leven te krijgen. Weer anderen werden bespot en afgeranseld en ten slotte geboeid in de gevangenis geworpen. Zij werden gestenigd, doormidden gezaagd of met het zwaard gedood. Zij zwierven rond in schapevachten en geitevellen, door woestijnen en in de bergen. Zij moesten in grotten en holen wonen, zij leden gebrek en werden vervolgd en mishandeld. Zij waren te goed voor deze wereld. Al deze mensen zijn bekend geworden omdat zij op God vertrouwden. Zij hebben echter niet gekregen wat God hun had beloofd. God had een beter plan, Hij wilde niet dat zij zonder ons de volmaaktheid zouden bereiken.
Hebreeën 11:23-40 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Doordat Mozes' ouders God geloofden, hebben zij Mozes na zijn geboorte drie maanden lang verborgen omdat hij een mooi kind was. Ze zijn dus niet bang geweest voor het bevel van de farao [ dat alle jongetjes gedood moesten worden ]. Doordat Mozes God geloofde, heeft hij toen hij volwassen was geworden, geweigerd nog langer als 'zoon van farao's dochter' te leven. Hij wilde liever samen met Gods volk slecht behandeld worden. Dat vond hij beter dan tijdelijk genieten van een leven zonder God. Hij vond het meer waard om te lijden voor Christus dan om te genieten van de rijkdom van Egypte. Want hij wist dat hij daarvoor beloond zou worden. Doordat hij God geloofde, heeft hij Egypte verlaten zonder bang te zijn voor de wraak van de farao. Want hij had een rotsvast vertrouwen op God. Het was alsof hij God, die niet te zien is, kon zien. Doordat hij God geloofde, heeft hij het volk het Paasfeest laten vieren. Hij heeft ervoor gezorgd dat ze het bloed [ van het lam ] op de deurposten smeerden. Want dan zou de doods-engel hun oudste zonen niet doden. Doordat ze God geloofden, zijn ze door de Rode Zee getrokken alsof het droog land was. Maar de Egyptenaren die dat ook probeerden, verdronken allemaal. Doordat het volk God geloofde, zijn de muren van Jericho ingestort nadat het volk er zeven dagen lang omheen getrokken was. Doordat de hoer Rachab God geloofde, bleef zij in leven toen verder iedereen van de stad [ Jericho ] gedood werd. Ze werd gered omdat ze de spionnen had beschermd. En wie moet ik verder nog opnoemen? Want ik zou tijd tekort komen als ik zou gaan vertellen van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David, Samuel en de profeten. Doordat ze God geloofden, hebben ze koningen overwonnen, wraak genomen, beloften werkelijkheid zien worden, de bekken van leeuwen dichtgebonden. Ze hebben de kracht van het vuur gedoofd, zijn ontsnapt aan scherpe zwaarden, hebben kracht van God gekregen toen ze zwak waren, zijn in de strijd sterk geweest en hebben de legers van vijanden op de vlucht gejaagd. Vrouwen hebben hun gestorven zonen uit de dood teruggekregen. Anderen hebben zich laten martelen zonder hun geloof te willen opgeven, omdat ze wisten dat ze na hun dood een beter leven zouden krijgen. Anderen zijn uitgescholden en geslagen, geboeid en gevangen gezet. Ze zijn doodgegooid met stenen, gemarteld, doorgezaagd, onthoofd. Ze hebben rondgezworven in schapenvachten en geitenvellen, hebben honger en dorst geleden, zijn vervolgd en mishandeld. Maar het deed hun niets. Ze hebben rondgetrokken in woestijnen, bergen, kloven en grotten. Al deze mensen zijn door hun geloof een voorbeeld voor ons. Toch hebben zij geen van allen de belofte van God werkelijkheid zien worden. Want God had een beter plan, waardoor zij tegelijk met ons volmaakt gemaakt zouden worden.