Hebreeën 13:8-16
Hebreeën 13:8-16 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en in der eeuwigheid. Wordt niet omgevoerd met verscheidene en vreemde leringen; want het is goed, dat het hart gesterkt wordt door genade, niet door spijzen, door welke geen nuttigheid bekomen hebben, die daarin gewandeld hebben. Wij hebben een altaar, van hetwelk geen macht hebben te eten, die den tabernakel dienen. Want welker dieren bloed voor de zonde gedragen werd in het heiligdom door den hogepriester, derzelver lichamen werden verbrand buiten de legerplaats. Daarom heeft ook Jezus, opdat Hij door Zijn eigen bloed het volk zou heiligen, buiten de poort geleden. Zo laat ons dan tot Hem uitgaan buiten de legerplaats, Zijn smaadheid dragende. Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende. Laat ons dan door Hem altijd Gode opofferen een offerande des lofs, dat is, de vrucht der lippen, die Zijn Naam belijden. En vergeet de weldadigheid en de mededeelzaamheid niet; want aan zodanige offeranden heeft God een welbehagen.
Hebreeën 13:8-16 Herziene Statenvertaling (HSV)
Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid. Laat u niet meeslepen door veelsoortige en vreemde leringen, want het is goed dat het hart gesterkt wordt door genade, niet door voedsel; zij die het daarin zochten, hebben daar geen baat bij gevonden. Wij hebben een Altaar waarvan zij die in de tabernakel dienen, niet bevoegd zijn te eten. Want van de dieren waarvan het bloed als verzoening voor de zonde door de hogepriester het heiligdom werd binnengedragen, werden de lichamen buiten de legerplaats verbrand. Daarom heeft ook Jezus, om door Zijn eigen bloed het volk te heiligen, buiten de poort geleden. Laten wij dan naar Hem uitgaan buiten de legerplaats en Zijn smaad dragen. Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomstige. Laten wij dan altijd door Hem een lofoffer brengen aan God, namelijk de vrucht van lippen die Zijn Naam belijden. En vergeet het weldoen en het onderlinge hulpbetoon niet, want aan zulke offers heeft God een welgevallen.
Hebreeën 13:8-16 Het Boek (HTB)
Jezus Christus was, is en blijft voor altijd Dezelfde. Laat u daarom niet meeslepen door allerlei vreemde ideeën. Voor onze geestelijke kracht zijn wij alleen afhankelijk van de genade van God en niet van allerlei regels voor eten en drinken, want de mensen die op regels vertrouwden, hebben er niets aan gehad. Wij hebben een altaar waarvan niet gegeten mag worden door mensen die in dienst staan van het oude verbond. Onder dat verbond bracht de hogepriester het bloed van een geslacht dier in de tempel, als een offer voor de zonden. Maar het lichaam van het dier werd buiten het kamp verbrand. Daarom is ook Jezus buiten de stad een vreselijke dood gestorven, om ons door zijn bloed voor God af te zonderen en onze zonden weg te doen. Laten wij dan naar Hem toe gaan, buiten de stad en dezelfde schande dragen die Hij gedragen heeft. Wij horen immers niet in deze wereld thuis, wij kijken uit naar de toekomstige stad. Met de hulp van Jezus zullen wij God altijd blijven eren, en ons offer aan God is dat wij openlijk voor Jezus uitkomen. Wees goed voor anderen en deel uw bezit met hen, want dat zijn offers die God waardeert.
Hebreeën 13:8-16 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Jezus Christus is gisteren, vandaag en voor eeuwig Dezelfde. Geloof niet allerlei vreemde dingen die mensen jullie willen leren. Want jullie moeten vertrouwen op Gods liefdevolle goedheid, niet op allerlei regels die met het eten te maken hebben. Want de mensen die op zulke regels vertrouwden, hebben daar helemaal niets aan gehad. Wij hebben een nieuw altaar . De mensen die God nog volgens de oude regels dienen, mogen niet eten van het offer op dat nieuwe altaar. Volgens de oude regels wordt eerst een dier geslacht als offer voor de ongehoorzaamheid van de mensen. Daarna wordt het bloed van dat dier door de hogepriester in het heiligdom gebracht. Maar het lichaam van het dier wordt buiten de stad verbrand. Daarom heeft Jezus ook buiten de stad geleden aan het kruis. Door zijn bloed mogen de mensen bij God horen. En omdat Hij buiten de stad leed, moeten ook wij naar Hem toegaan, de stad uit, en samen met Hem lijden. Want we hebben hier geen eigen stad, maar we kijken uit naar de stad die nog zal komen. Laten we Hem dus aldoor prijzen. Onze woorden van dankbaarheid en van geloof zijn ons offer aan Hem in wie wij geloven. Verder brengen we Hem offers door vriendelijk, gul en goed te zijn voor andere mensen. Dat zijn offers waar God blij mee is.
Hebreeën 13:8-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid. Laat u niet medeslepen door allerlei vreemde leringen; want het is goed, dat het hart zijn vastheid vindt in genade en niet in spijzen: wie het hierin zochten, hebben er geen baat bij gevonden. Wij hebben een altaar, waarvan zij, die de dienst voor de tabernakel verrichten, niet mogen eten. Want van de dieren, waarvan het bloed als zondoffer door de hogepriester in het heiligdom werd gebracht, werd het lichaam buiten de legerplaats verbrand. Daarom heeft ook Jezus, ten einde zijn volk door zijn eigen bloed te heiligen, buiten de poort geleden. Laten wij derhalve tot Hem uitgaan buiten de legerplaats en zijn smaad dragen. Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomstige. Laten wij dan door Hem Gode voortdurend een lofoffer brengen, namelijk de vrucht onzer lippen, die zijn naam belijden. En vergeet de weldadigheid en de mededeelzaamheid niet, want in zulke offers heeft God een welgevallen.