Jesaja 14:12-14
Jesaja 14:12-14 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Hoe zijt gij uit den hemel gevallen, o morgenster, gij zoon des dageraads! hoe zijt gij ter aarde nedergehouwen, gij, die de heidenen krenktet! En zeidet in uw hart: Ik zal ten hemel opklimmen, ik zal mijn troon boven de sterren Gods verhogen; en ik zal mij zetten op den berg der samenkomst aan de zijden van het noorden. Ik zal boven de hoogten der wolken klimmen, ik zal den Allerhoogste gelijk worden.
Jesaja 14:12-14 Herziene Statenvertaling (HSV)
Hoe bent u uit de hemel gevallen, morgenster, zoon van de dageraad! U ligt geveld op de aarde, overwinnaar over de heidenvolken! En ú zei in uw hart: Ik zal opstijgen naar de hemel; tot boven Gods sterren zal ik mijn troon verheffen, ik zal zetelen op de berg van de ontmoeting aan de noordzijde. Ik zal opstijgen boven de wolkenhoogten, ik zal mij gelijkstellen met de Allerhoogste.
Jesaja 14:12-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij morgenster, zoon des dageraads; hoe zijt gij ter aarde geveld, overweldiger der volken! En gij overlegdet nog wel: Ik zal ten hemel opstijgen, boven de sterren Gods mijn troon oprichten en zetelen op de berg der samenkomst ver in het noorden; ik wil opstijgen boven de hoogten der wolken, mij aan de Allerhoogste gelijkstellen.
Jesaja 14:12-14 Het Boek (HTB)
U bent nu uit de hemel gevallen, morgenster, zoon van de dageraad! U bent op de aarde neergeveld, hoewel u vele volkeren op aarde overwon. Want u zei bij uzelf: ‘Ik zal de hemel bestormen en hoger dan de sterren heersen. Ik zal de hoogste troon bestijgen. Ik zal zetelen op de berg van de samenkomst, ver weg in het noorden. Ik zal opklimmen tot in de hoogste hemelen en gelijk zijn aan de Allerhoogste.’
Jesaja 14:12-14 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Morgenster, zoon van het ochtendlicht, wat ben je diep gevallen! Jij die over de volken heerste, bent neergeslagen. En je dacht nog wel: 'Ik zal opstijgen naar de hemel, en hoog boven de sterren van God mijn troon neerzetten. Ik zal op mijn troon zitten op de berg waar de engelen voor de troon van God samenkomen, ver in het noorden. Ik zal hoog boven de wolken op mijn troon zitten. Ik zal net zo machtig zijn als de Allerhoogste God.'