Richteren 16:17
Richteren 16:16-17 Het Boek (HTB)
Ze bleef hem dag in, dag uit aan zijn hoofd zeuren, tot hij er zo verdrietig en moedeloos van werd dat hij haar zijn geheim vertelde. ‘Mijn haar is nooit geknipt,’ bekende hij, ‘want ik ben een Nazireeër van God vanaf mijn geboorte. Als mijn haar zou worden geknipt, zou ik mijn kracht verliezen en net zo machteloos zijn als ieder ander mens.’
Richteren 16:17 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Zo verklaarde hij haar zijn ganse hart, en zeide tot haar: Er is nooit een scheermes op mijn hoofd gekomen, want ik ben een Nazireër Gods van mijn moeders buik af; indien ik geschoren wierd, zo zou mijn kracht van mij wijken, en ik zou zwak worden, en wezen als alle de mensen.
Richteren 16:17 Herziene Statenvertaling (HSV)
Toen vertelde hij haar alles en zei tegen haar: Er is nooit een scheermes op mijn hoofd gekomen, want ik ben als nazireeër aan God gewijd, van mijn moeders buik af. Als ik geschoren zou worden, dan zou mijn kracht van mij wijken en zou ik zwak worden, en als alle mensen zijn.
Richteren 16:17 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
zijn gehele hart voor haar blootlegde en haar zeide: Geen scheermes is ooit op mijn hoofd gekomen, want van de moederschoot af ben ik een nazireeër Gods. Indien ik geschoren werd, zou mijn kracht van mij wijken, en ik zou machteloos wezen en gelijk aan ieder ander mens.
Richteren 16:17 BasisBijbel (BB)
Tenslotte had hij er zó genoeg van, dat hij haar de waarheid vertelde. Hij zei: "Mijn haar is nog nooit geknipt. Want al vanaf mijn ontstaan ben ik door God uitgekozen om Hem te dienen. Als mijn haar wordt afgeknipt, ben ik niet meer sterk. Dan ben ik net als ieder ander."