Johannes 4:5-10
Johannes 4:5-10 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Hij kwam dan in een stad van Samaria, genaamd Sichar, nabij het stuk land, hetwelk Jakob zijn zoon Jozef gaf. En aldaar was de fontein Jakobs. Jezus dan, vermoeid zijnde van de reize, zat alzo neder nevens de fontein. Het was omtrent de zesde ure. Er kwam een vrouw uit Samaria om water te putten. Jezus zeide tot haar: Geef Mij te drinken. (Want Zijn discipelen waren heengegaan in de stad, opdat zij zouden spijze kopen.) Zo zeide dan de Samaritaanse vrouw tot Hem: Hoe begeert Gij, Die een Jood zijt, van mij te drinken, die een Samaritaanse vrouw ben? Want de Joden houden geen gemeenschap met de Samaritanen. Jezus antwoordde en zeide tot haar: Indien gij de gave Gods kendet, en Wie Hij is, Die tot u zegt: Geef Mij te drinken, zo zoudt gij van Hem hebben begeerd, en Hij zoude u levend water gegeven hebben.
Johannes 4:5-10 Herziene Statenvertaling (HSV)
Hij kwam dan bij een stad in Samaria, Sichar genoemd, dicht bij het stuk grond dat Jakob zijn zoon Jozef gegeven had. En daar was de bron van Jakob. Jezus nu ging, vermoeid van de reis, bij de bron zitten. Het was ongeveer het zesde uur. Er kwam een vrouw uit Samaria om water te putten. Jezus zei tegen haar: Geef Mij te drinken. Want Zijn discipelen waren weggegaan naar de stad om voedsel te kopen. De Samaritaanse vrouw dan zei tegen Hem: Hoe vraagt U, Die een Jood bent, van mij te drinken, die een Samaritaanse vrouw ben? Want Joden hebben geen omgang met Samaritanen. Jezus antwoordde en zei tegen haar: Als u de gave van God kende, en wist Wie Hij is Die tegen u zegt: Geef Mij te drinken, u zou het Hem hebben gevraagd en Hij zou u levend water gegeven hebben.
Johannes 4:5-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Hij kwam dan in een stad van Samaria, genaamd Sichar, dicht bij het veld, dat Jakob aan zijn zoon Jozef gegeven had; daar was de bron van Jakob. Jezus nu was vermoeid van de tocht en bleef zo bij de bron zitten; het was ongeveer het zesde uur. Er kwam een vrouw uit Samaria om water te putten. Jezus zeide tot haar: Geef Mij te drinken. Want zijn discipelen waren naar de stad gegaan om voedsel te kopen. De Samaritaanse vrouw dan zeide tot Hem: Hoe kunt Gij, als Jood, van mij, een Samaritaanse vrouw, te drinken vragen? [Want Joden gaan niet om met Samaritanen.] Jezus antwoordde en zeide tot haar: Indien gij wist van de gave Gods en wie het is, die tot u zegt: Geef Mij te drinken, gij zoudt het Hem gevraagd hebben en Hij zou u levend water hebben gegeven.
Johannes 4:5-10 Het Boek (HTB)
en kwam in de stad Sichar in Samaria. Deze stad lag vlakbij het stuk land dat Jakob aan Jozef had gegeven en daar was ook de bron van Jakob. Jezus was moe van het lopen en rustte uit bij de bron. Dat was omstreeks twaalf uur ʼs middags. Er kwam een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus vroeg of zij Hem wat te drinken wilde geven. Hij was op dat moment alleen omdat zijn leerlingen naar de stad waren om eten te kopen. ‘Dat begrijp ik niet,’ zei de vrouw verbaasd. ‘Ik ben een Samaritaanse en U bent een Jood. Welke Jood vraagt een Samaritaanse nu iets te drinken?’ Want Joden gaan niet met Samaritanen om. ‘Als u wist wat God geeft en wie Ik ben die u om water heeft gevraagd,’ antwoordde Jezus, ‘dan zou u Míj om water hebben gevraagd en Ik zou u levend water hebben gegeven.’
Johannes 4:5-10 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Hij kwam bij een stad in Samaria die Sichar heette. Die stad ligt dicht bij het stuk grond dat Jakob ooit aan zijn zoon Jozef had gegeven. Daar was ook de bron van Jakob. Jezus was moe van de reis en ging bij de bron zitten. Het was toen ongeveer twaalf uur 's middags. Een Samaritaanse vrouw kwam water halen bij de bron. Jezus zei tegen haar: "Wil je Mij wat te drinken geven?" Want de leerlingen waren naar de stad gegaan om eten te kopen. De vrouw zei tegen Hem: "Hoe kunt U als Jood te drinken vragen aan mij, een Samaritaanse vrouw?" Want Joden willen niet met Samaritanen omgaan. Jezus antwoordde: "Als je wist wat God jou wil geven, en als je wist Wie hier aan jou om drinken vraagt, dan zou jij aan Hém om drinken hebben gevraagd. Dan zou Hij je vers water hebben gegeven."