Johannes 8:10-12
Johannes 8:10-12 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En Jezus, Zich oprichtende, en niemand ziende dan de vrouw, zeide tot haar: Vrouw, waar zijn deze uw beschuldigers? Heeft u niemand veroordeeld? En zij zeide: Niemand, Heere! En Jezus zeide tot haar: Zo veroordeel Ik u ook niet; ga heen, en zondig niet meer. Jezus dan sprak wederom tot henlieden, zeggende: Ik ben het Licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben.
Johannes 8:10-12 Herziene Statenvertaling (HSV)
Jezus nu richtte Zich op en toen Hij niemand zag dan de vrouw, zei Hij tegen haar: Vrouw, waar zijn die aanklagers van u? Heeft niemand u veroordeeld? En zij zei: Niemand, Heere. En Jezus zei tegen haar: Ook Ik veroordeel u niet; ga heen en zondig niet meer. Jezus dan sprak opnieuw tot hen en zei: Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.
Johannes 8:10-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En Jezus richtte Zich op en zeide tot haar: Vrouw, waar zijn zij? Heeft niemand u veroordeeld? En zij zeide: Niemand, Here. En Jezus zeide: Ook Ik veroordeel u niet. Ga heen, zondig van nu af niet meer!] Wederom dan sprak Jezus tot hen en zeide: Ik ben het licht der wereld; wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben.
Johannes 8:10-12 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Jezus kwam overeind en zag dat ze waren weggegaan. Hij vroeg haar: "Vrouw, waar zijn die mannen gebleven die jou beschuldigden? Heeft niemand van hen je veroordeeld?" En ze zei: "Nee Heer, niemand." Jezus zei: "Ik veroordeel je ook niet. Ga naar huis en doe geen verkeerde dingen meer!" Jezus begon weer les te geven. Hij zei: "IK BEN het licht voor de mensen. Iemand die Mij volgt, hoeft nooit meer in het donker te leven. Hij zal wandelen in het licht dat leven geeft."
Johannes 8:10-12 Het Boek (HTB)
Hij stond op en vroeg: ‘Waar is iedereen? Heeft niemand u veroordeeld?’ ‘Nee, Here,’ antwoordde zij. ‘Wel,’ zei Jezus, ‘Ik veroordeel u ook niet. Ga maar en zondig voortaan niet meer.’ Jezus richtte Zich weer tot de mensen en zei: ‘Ik ben het licht van de wereld. Wie Mij volgt, zal nooit in de duisternis leven, maar hij zal het licht hebben dat Leven geeft.’