Job 12:1-13
Job 12:1-13 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Maar Job antwoordde en zeide: Trouwens, omdat gijlieden het volk zijt, zo zal de wijsheid met ulieden sterven! Ik heb ook een hart even als gijlieden, ik zwicht niet voor u; en bij wien zijn niet dergelijke dingen? Ik ben het, die zijn vriend een spot is, maar roepende tot God, Die hem verhoort; de rechtvaardige en oprechte is een spot. Hij is een verachte fakkel, naar de mening desgenen, die gerust is; hij is gereed met den voet te struikelen. De tenten der verwoesters hebben rust, en die God tergen, hebben verzekerdheden, om hetgene God met Zijn hand toebrengt. En waarlijk, vraag toch de beesten, en elkeen van die zal het u leren; en het gevogelte des hemels, dat zal het u te kennen geven. Of spreek tot de aarde, en zij zal het u leren; ook zullen het u de vissen der zee vertellen. Wie weet niet uit alle deze, dat de hand des HEEREN dit doet? In Wiens hand de ziel is van al wat leeft, en de geest van alle vlees des mensen. Zal niet het oor de woorden proeven, gelijk het gehemelte voor zich de spijze smaakt? In de stokouden is de wijsheid, en in de langheid der dagen het verstand. Bij Hem is wijsheid en macht; Hij heeft raad en verstand.
Job 12:1-13 Herziene Statenvertaling (HSV)
Job antwoordde echter en zei: Werkelijk waar, jullie zijn het volk met wie de wijsheid zal sterven! Ik heb ook een hart net als jullie, ik zwicht niet voor jullie; wie weet zulke dingen niet? Ik ben iemand, belachelijk voor zijn vriend, maar roepend tot God, Die hem verhoren zal; de rechtvaardige en oprechte wordt belachelijk gemaakt. Wie verdrukt wordt, verdient verachting, is de gedachte van de zorgeloze; hij staat op het punt met zijn voet te struikelen. De tenten van de verwoesters hebben rust; wie God tergen, zijn volkomen veilig door wat God met Zijn hand toebedeelt. Maar vraag toch de dieren, en zij zullen je onderwijzen, de vogels in de lucht, en zij zullen het je bekendmaken. Of spreek tot de aarde, en zij zal je onderwijzen, de vissen in de zee zullen het je vertellen. Wie weet van al deze dingen niet, dat de hand van de HEERE dit doet? In Zijn hand is de ziel van alles wat leeft, en de geest van al het menselijk vlees. Beproeft het oor de woorden niet, zoals het gehemelte voedsel proeft? Is bij de oudsten de wijsheid, en bij de lengte van dagen het inzicht? Bij Hem is wijsheid en macht; Hij heeft raad en inzicht.
Job 12:1-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Maar Job antwoordde: Waarlijk, gij zijt nog eens mensen: met u zal de wijsheid uitsterven. Ook ik heb verstand, zo goed als gij, ik doe voor u niet onder; aan wie zijn zulke dingen niet bekend? Tot een spot ben ik mijn naaste, ik, die God verhoorde, als ik tot Hem riep; tot een spot is de rechtvaardige, de vrome. Voor de ongelukkige, smaad – is de mening van de voorspoedige; dat is het deel van degenen wier voet wankelt. Vredig staan de tenten der geweldenaars en veilig zijn zij die God tot toorn prikkelen, ieder die God naar zijn hand wil zetten. Maar vraag toch het gedierte, en het zal u onderrichten; het gevogelte des hemels, en het zal u inlichten. Of spreek tot de aarde, en zij zal u onderrichten, en laat de vissen der zee het u vertellen. Wie onder deze alle weet niet, dat de hand des HEREN dit doet, in wiens hand de ziel is van al wat leeft en de geest van ieder sterveling? Toetst het oor de woorden niet, en proeft het gehemelte niet de spijze? Bij grijsaards zou wijsheid zijn, en lengte van dagen zou doorzicht betekenen? Bij Hem is wijsheid en sterkte, Hij heeft raad en doorzicht.
Job 12:1-13 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Maar Job antwoordde: Ja, jullie zijn nog eens wijze mannen! Als jullie dood zijn, zal ook de wijsheid uitgestorven zijn! Maar ik ben ook niet dom. Ik weet net zoveel als jullie. Jullie vertellen mij heus niets nieuws. Mijn vrienden lachen mij uit. Maar ik roep God om hulp en Hij beantwoordt mijn gebed. Iemand die leeft zoals God het wil, wordt nu eenmaal uitgelachen. Mensen met wie het goed gaat, zeggen van hem: "Het zal zijn eigen schuld wel zijn. Dat krijg je ervan." Maar slechte mensen en misdadigers wonen in vrede. Mensen die God kwaad maken, leven in alle rust omdat God hun het goede geeft. Maar vraag het eens aan de dieren. Zij zullen het je uitleggen. Vraag het eens aan de vogels. Zij weten hoe het zit. Of vraag het aan de aarde zelf. Die zal jullie inlichten. Vraag het aan de vissen in de zee. Zij zullen het jullie vertellen. Wie van hen weet niet dat de Heer dit Zelf doet? Zij weten allemaal dat God het is die hun het leven heeft gegeven. Zoals mijn mond het eten proeft, zo proeven mijn oren of het wijs is wat ze horen. Men zegt dat oude mensen wijs zijn. Dat een lang leven verstandig maakt. Maar alleen God is wijs en machtig. Alleen Hij weet alles en begrijpt alles.
Job 12:1-13 Het Boek (HTB)
Daarop antwoordde Job: ‘Werkelijk, jullie hebben de wijsheid in pacht! Wanneer jullie sterven, zal het gedaan zijn met de wijsheid! Maar ik weet ook wel het een en ander, ik ben echt niet minder dan jullie. De dingen die jullie hebben gezegd, zijn zo algemeen dat iedereen mij die wel kan vertellen. Ik, de man die door God werd verhoord wanneer ik om hulp smeekte, ben belachelijk geworden in de ogen van mijn vrienden. Ze bespotten mij nu, mij, een rechtvaardig mens! Zij die in welvaart leven, maken degenen belachelijk die maar net het hoofd boven water kunnen houden. De tenten van de rovers worden met rust gelaten en zij die God uitdagen, menen Hem de wet te kunnen voorschrijven. Vraag het maar aan de dieren, zij zullen het jullie wel uitleggen, vraag het de vogels, zij zullen het jullie vertellen, of laat de aarde het vertellen of de vissen uit de zee. Zij allen erkennen dat de HERE alles zo heeft gemaakt. Want het leven van elk levend wezen is in de hand van God, ook de adem van iedere sterveling. Net zoals mijn mond kan proeven of het eten lekker is, zo toetsen mijn oren of het waar is wat ik hoor. Oude mensen zijn wijs en een lang leven geeft wijsheid, beweert men. Maar alleen God heeft de ware wijsheid en de kracht. Alleen bij Hem kunnen we terecht voor raad en inzicht.