Job 5:16-27
Job 5:16-27 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Zo is voor den arme verwachting; en de boosheid stopt haar mond toe. Zie, gelukzalig is de mens, denwelken God straft; daarom verwerp de kastijding des Almachtigen niet. Want Hij doet smart aan, en Hij verbindt; Hij doorwondt, en Zijn handen helen. In zes benauwdheden zal Hij u verlossen, en in de zevende zal u het kwaad niet aanroeren. In den honger zal Hij u verlossen van den dood, en in den oorlog van het geweld des zwaards. Tegen den gesel der tong zult gij verborgen wezen, en gij zult niet vrezen voor de verwoesting, als zij komt. Tegen de verwoesting en tegen den honger zult gij lachen, en voor het gedierte der aarde zult gij niet vrezen. Want met de stenen des velds zal uw verbond zijn, en het gedierte des velds zal met u bevredigd zijn. En gij zult bevinden, dat uw tent in vrede is; en gij zult uw woning verzorgen, en zult niet feilen. Ook zult gij bevinden, dat uw zaad menigvuldig wezen zal, en uw spruiten als het kruid der aarde. Gij zult in ouderdom ten grave komen, gelijk de korenhoop te zijner tijd opgevoerd wordt. Zie dit, wij hebben het doorzocht, het is alzo; hoor het, en bemerk gij het voor u.
Job 5:16-27 Herziene Statenvertaling (HSV)
Zo is er hoop voor de arme, en onrecht sluit zijn mond. Zie, welzalig is de sterveling die door God gestraft wordt; verwerp daarom de bestraffing van de Almachtige niet. Want Hij doet smart aan én Hij verbindt; Hij verwondt én Zijn handen genezen. In zes benauwdheden zal Hij je redden, en in zeven zal het kwaad je niet treffen. In de honger verlost Hij je van de dood, en in de oorlog van het geweld van het zwaard. Voor de gesel van de tong zul je verborgen zijn, en je zult niet bevreesd zijn voor de verwoesting, als die komt. Om de verwoesting en om de honger zul je lachen, en voor de wilde dieren van de aarde zul je niet bevreesd zijn. Want je hebt een verbond met de stenen van het veld, en je hebt vrede met de wilde dieren van de aarde. Je zult ondervinden dat je tent in vrede is; je zult zorgen voor je woning, en daarin niet falen. Je zult ondervinden dat je nageslacht talrijk is, en je nakomelingschap als het gewas van de aarde. Je zult in hoge ouderdom in het graf komen, zoals een korenhoop op zijn tijd binnengehaald wordt. Zie dit, wij hebben het onderzocht, zo is het; en jij, luister ernaar en weet het voor jezelf.
Job 5:16-27 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Zo is er dan voor de geringe hoop, en sluit de boosheid haar mond. Zie, welzalig de mens, die God kastijdt; versmaad daarom de tucht des Almachtigen niet. Want Hij verwondt en Hij verbindt, Hij slaat en zijn handen helen. In zes noden redt Hij u, en in zeven treft het kwaad u niet. In hongersnood verlost Hij u van de dood, en in oorlog van de macht van het zwaard. Voor de gesel der tong zijt gij geborgen, en voor verwoesting behoeft gij niet te vrezen. Verwoesting en honger zult gij belachen, en voor het wild gedierte behoeft gij niet te vrezen. Want met de stenen des velds zult gij een verbond hebben, en het gedierte des velds zal in vrede met u leven. Gij zult ervaren, dat uw tent vrede is, en wanneer gij uw erf overziet, zult gij niets missen. Gij zult ervaren, dat uw kroost talrijk is, uw nakomelingschap als het kruid der aarde. In hoge ouderdom zult gij ten grave dalen, zoals een garf op haar tijd wordt binnengehaald. Zie, dit hebben wij nagespeurd, zó is het; hoor het toch en neem gij het ter harte.
Job 5:16-27 Het Boek (HTB)
Op die manier krijgen de armen hoop en wordt de goddelozen de mond gesnoerd. Hoe benijdenswaardig is een mens die door God streng wordt opgevoed. Wordt daarom niet boos als de Almachtige je om je zonde straft. Want nadat Hij wonden heeft toegebracht, verbindt en geneest Hij ze ook weer. Steeds weer zal Hij je redden, zodat het kwaad je niet raakt. Hij zal je beschermen voor de dood in tijden van honger en redden uit de macht van het zwaard in tijden van oorlog. Van kwaadsprekerij zul je niets te vrezen hebben, voor geweld hoef je niet bang te zijn. Je zult lachen om oorlogsgeweld en hongersnood, voor wilde dieren van de aarde hoef je niet bang te zijn. Ook zul je geen last hebben van stenen bij het ploegen van je akkers. Er zal vrede zijn tussen jou en de gevaarlijke wilde dieren. Je zult je geen zorgen hoeven te maken om je huis, er zal niets uit worden gestolen. Je zult vele kinderen krijgen en jouw nakomelingen zullen zo talrijk zijn als het gras. Pas op hoge leeftijd zul je sterven, evenals het koren zul je niet voortijdig worden geoogst. Uit ervaring weet ik dat dit allemaal waar is. Luister naar mijn raad, het is voor je eigen bestwil!’
Job 5:16-27 BasisBijbel (BB)
Zo geeft Hij de arme mensen weer hoop. Onrechtvaardige mensen snoert Hij de mond. Het is goed voor je als God je straft. Daarom moet je je er niet tegen verzetten. Want Hij straft je wel eerst, maar daarna troost Hij je weer. Hij verwondt je eerst en daarna geneest Hij je. Steeds opnieuw redt Hij je uit de problemen. Steeds opnieuw zorgt Hij dat je niets gebeurt. Als er hongersnood is, houdt Hij je in leven. Als er oorlog is, redt Hij je van de dood. Het doet je niets als mensen slechte dingen over je zeggen. Je hoeft nooit bang te zijn als er geweld is. Je hoeft nooit bang te zijn in tijd van honger en oorlog. Van de wilde dieren heb je niets te vrezen. Je zal je veilig voelen in het open veld. De wilde dieren zullen je niets doen. Je zal merken dat je in vrede kan wonen. Alles zal goed gaan in je huis. Je zal veel kinderen en kleinkinderen krijgen. Je familie zal zo ontelbaar zijn als het gras op de grond. Pas op hoge leeftijd zul je sterven, zoals graan pas geoogst wordt als het helemaal rijp is. Dit is wat wij gezien hebben, Job. Zó is het. Geloof het maar.