Lucas 14:27-33
Lucas 14:27-33 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En wie zijn kruis niet draagt, en Mij navolgt, die kan Mijn discipel niet zijn. Want wie van u, willende een toren bouwen, zit niet eerst neder, en overrekent de kosten, of hij ook heeft, hetgeen tot volmaking nodig is? Opdat niet misschien, als hij het fondament gelegd heeft, en niet kan voleindigen, allen, die het zien, hem beginnen te bespotten, Zeggende: Deze mens heeft begonnen te bouwen, en heeft niet kunnen voleindigen. Of wat koning, gaande naar den krijg, om tegen een anderen koning te slaan, zit niet eerst neder, en beraadslaagt, of hij machtig is met tien duizend te ontmoeten dengene, die met twintig duizend tegen hem komt? Anderszins zendt hij gezanten uit, terwijl diegene nog verre is, en begeert, hetgeen tot vrede dient. Alzo dan een iegelijk van u, die niet verlaat alles, wat hij heeft, die kan Mijn discipel niet zijn.
Lucas 14:27-33 Het Boek (HTB)
Anders kan hij mijn leerling niet zijn. Niemand kan mijn leerling zijn als hij niet zijn kruis draagt en Mij volgt. Maar begin er niet aan als u niet eerst hebt berekend wat het u gaat kosten. Want wie laat nu een toren bouwen zonder eerst prijsopgave te vragen? Hij moet weten of hij genoeg geld heeft om alle rekeningen te betalen. Anders komt hij misschien niet verder dan de fundering. Iedereen zou lachen en zeggen: “Heb je dat gezien? Die man begon te bouwen en moest halverwege ophouden, omdat hij niet genoeg geld had!” En welke koning zal het in zijn hoofd halen tegen een andere koning oorlog te voeren zonder eerst de legers te hebben vergeleken? Hij zal eerst nagaan of zijn leger van tienduizend man in staat zal zijn het vijandelijke leger van twintigduizend man te verslaan. Als hij ziet dat hij geen kans maakt, zal hij de vijand, zolang die nog ver weg is, een delegatie tegemoet sturen om over vrede te onderhandelen. Daarom kunt u, als u geen afstand kunt doen van al uw bezit, nooit mijn leerling worden.
Lucas 14:27-33 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Als je niet het kruis draagt en Mij volgt, kun je geen leerling van Mij zijn. Als je een toren wil gaan bouwen, ga je toch eerst rustig uitrekenen wat het zal gaan kosten? Je moet toch weten of je het werk zal kunnen afmaken? Want stel dat je het werk niet kan afmaken nadat je het fundament hebt gelegd. Dan zal iedereen je uitlachen! Ze zullen zeggen: 'Ha, die man begon te bouwen, maar hij kon het niet afmaken!' En als een koning tegen een andere koning ten strijde trekt, zal hij eerst rustig bedenken of hij het met een leger van 10.000 man zal kunnen winnen van iemand die een leger van 20.000 man heeft. En als hij denkt dat hij niet zal kunnen winnen, stuurt hij boodschappers naar de andere koning als die nog ver weg is met zijn leger. En hij vraagt hem op welke voorwaarden hij vrede met hem kan sluiten. Zo kunnen jullie dus alleen maar mijn leerling zijn, als jullie alles wat jullie hebben, kunnen loslaten.
Lucas 14:27-33 Herziene Statenvertaling (HSV)
En wie zijn kruis niet draagt en achter Mij aan komt, kan geen discipel van Mij zijn. Want wie van u die een toren wil bouwen, gaat niet eerst zitten om de kosten te berekenen, of hij de middelen wel heeft om het werk te voltooien? Opdat niet misschien, als hij het fundament gelegd heeft en niet in staat is het te voltooien, allen die het zien, hem beginnen te bespotten, en zeggen: Deze man begon te bouwen, maar heeft het werk niet kunnen voltooien. Of welke koning die een oorlog in gaat om te strijden met een andere koning, gaat niet eerst zitten om te beraadslagen of hij bij machte is met tienduizend man tegemoet te gaan die met twintigduizend man tegen hem optrekt? En zo niet, dan stuurt hij, als de ander nog ver weg is, een gezantschap om te vragen wat de vredesvoorwaarden zijn. Zo kan dan ieder van u die niet alles wat hij heeft, achterlaat, geen discipel van Mij zijn.
Lucas 14:27-33 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij komt, kan mijn discipel niet zijn. Want wie van u, die een toren wil bouwen, zet zich niet eerst neder om de kosten te berekenen, of hij het werk zal kunnen volbrengen? Anders zouden, als hij de fundering gemaakt had, en het werk niet kon voltooien, allen, die het zagen, beginnen hem te bespotten, zeggende: Die man begon te bouwen, maar hij kon het niet voltooien. Of, welke koning, die tegen een andere koning wil optrekken om met hem tot een treffen te komen, zet zich niet eerst neder om te beraadslagen, of hij in staat is met tienduizend man iemand te ontmoeten, die met twintigduizend tegen hem optrekt? En zo niet, dan zendt hij, als de ander nog veraf is, een gezantschap en vraagt om de vredesvoorwaarden. Zo zal dus niemand van u, die niet afstand doet van al wat hij heeft, mijn discipel kunnen zijn.