Lucas 22:67-71
Lucas 22:67-71 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Zeggende: Zijt Gij de Christus, zeg het ons. En Hij zeide tot hen: Indien Ik het u zeg, gij zult het niet geloven; En indien Ik ook vraag, gij zult Mij niet antwoorden, of loslaten; Van nu aan zal de Zoon des mensen gezeten zijn aan de rechterhand der kracht Gods. En zij zeiden allen: Zijt Gij dan de Zoon Gods? En Hij zeide tot hen: Gij zegt, dat Ik het ben. En zij zeiden: Wat hebben wij nog getuigenis van node? Want wijzelven hebben het uit Zijn mond gehoord.
Lucas 22:67-71 Herziene Statenvertaling (HSV)
En zij zeiden: Bent U de Christus? Zeg het ons. En Hij zei tegen hen: Als Ik het u zeg, zult u het zeker niet geloven. En als Ik een vraag zal stellen, zult u Mij zeker niet antwoorden, of Mij loslaten. Van nu aan zal de Zoon des mensen gezeten zijn aan de rechterhand van de kracht van God. En zij zeiden allen: Bent U dan de Zoon van God? En Hij zei tegen hen: U zegt dat Ik het ben. En zij zeiden: Welk getuigenis hebben wij nog nodig? Want wij hebben het zelf uit Zijn mond gehoord.
Lucas 22:67-71 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
en zeiden: Indien Gij de Christus zijt, zeg het ons dan. Hij zeide tot hen: Al zeide Ik het u, gij zoudt het toch niet geloven; en al zou Ik u vragen, gij zoudt toch niet antwoorden. Van nu aan zal de Zoon des mensen zijn gezeten aan de rechterhand Gods. En zij zeiden allen: Zijt Gij dan de Zoon van God? Hij zeide tot hen: Gij zegt zelf, dat Ik het ben. En zij zeiden: Wat hebben wij verder voor getuigenis nodig? Zelf hebben wij het immers uit zijn mond gehoord.
Lucas 22:67-71 Het Boek (HTB)
en moest zeggen of Hij de Christus was of niet. Hij antwoordde: ‘Als Ik het u zeg, gelooft u Mij toch niet. U wilt zelfs geen antwoord geven op mijn vragen. Maar vanaf nu zal Ik, de Mensenzoon, zitten aan de rechterhand van de almachtige God.’ ‘U bent dus de Zoon van God?’ vroeg de Hoge Raad. Hij antwoordde: ‘Nu u het zelf zegt: ja, dat ben Ik.’ ‘Waarom zouden we er nu nog getuigen bij halen?’ schreeuwden ze. ‘We hebben het uit zijn eigen mond gehoord!’
Lucas 22:67-71 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Ze zeiden: "Als Jij de Messias bent, zeg het ons dan." Jezus antwoordde: "Al zou Ik dat zeggen, dan zouden jullie het toch niet geloven. En al zou Ik jullie ernaar vragen, jullie zouden toch niet antwoorden en Mij niet vrijlaten. Vanaf dit moment zal de Mensenzoon naast God zitten." Ze zeiden: "Ben Jij dan de Zoon van God?" Hij zei tegen hen: "Jullie zeggen zelf dat IK dat BEN ." Toen riepen ze: "Wat hebben we verder nog voor bewijs nodig [ dat Hij de doodstraf verdient ]? We hebben zelf gehoord wat Hij heeft gezegd!"