Lucas 22:69-71
Lucas 22:69-71 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Van nu aan zal de Zoon des mensen gezeten zijn aan de rechterhand der kracht Gods. En zij zeiden allen: Zijt Gij dan de Zoon Gods? En Hij zeide tot hen: Gij zegt, dat Ik het ben. En zij zeiden: Wat hebben wij nog getuigenis van node? Want wijzelven hebben het uit Zijn mond gehoord.
Lucas 22:69-71 Herziene Statenvertaling (HSV)
Van nu aan zal de Zoon des mensen gezeten zijn aan de rechterhand van de kracht van God. En zij zeiden allen: Bent U dan de Zoon van God? En Hij zei tegen hen: U zegt dat Ik het ben. En zij zeiden: Welk getuigenis hebben wij nog nodig? Want wij hebben het zelf uit Zijn mond gehoord.
Lucas 22:69-71 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Van nu aan zal de Zoon des mensen zijn gezeten aan de rechterhand Gods. En zij zeiden allen: Zijt Gij dan de Zoon van God? Hij zeide tot hen: Gij zegt zelf, dat Ik het ben. En zij zeiden: Wat hebben wij verder voor getuigenis nodig? Zelf hebben wij het immers uit zijn mond gehoord.
Lucas 22:69-71 Het Boek (HTB)
Maar vanaf nu zal Ik, de Mensenzoon, zitten aan de rechterhand van de almachtige God.’ ‘U bent dus de Zoon van God?’ vroeg de Hoge Raad. Hij antwoordde: ‘Nu u het zelf zegt: ja, dat ben Ik.’ ‘Waarom zouden we er nu nog getuigen bij halen?’ schreeuwden ze. ‘We hebben het uit zijn eigen mond gehoord!’
Lucas 22:69-71 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Vanaf dit moment zal de Mensenzoon naast God zitten." Ze zeiden: "Ben Jij dan de Zoon van God?" Hij zei tegen hen: "Jullie zeggen zelf dat IK dat BEN ." Toen riepen ze: "Wat hebben we verder nog voor bewijs nodig [ dat Hij de doodstraf verdient ]? We hebben zelf gehoord wat Hij heeft gezegd!"