Lucas 6:20-26
Lucas 6:20-26 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En Hij, Zijn ogen opslaande over Zijn discipelen, zeide: Zalig zijt gij, armen, want uwer is het Koninkrijk Gods. Zalig zijt gij, die nu hongert; want gij zult verzadigd worden. Zalig zijt gij, die nu weent; want gij zult lachen. Zalig zijt gij, wanneer u de mensen haten, en wanneer zij u afscheiden, en smaden, en uw naam als kwaad verwerpen, om des Zoons des mensen wil. Verblijdt u in dien dag, en zijt vrolijk; want, ziet, uw loon is groot in den hemel; want hun vaders deden desgelijks den profeten. Maar wee u, gij rijken, want gij hebt uw troost weg. Wee u, die verzadigd zijt, want gij zult hongeren. Wee u, die nu lacht, want gij zult treuren en wenen. Wee u, wanneer al de mensen wel van u spreken, want hun vaders deden desgelijks den valsen profeten.
Lucas 6:20-26 Herziene Statenvertaling (HSV)
En toen Hij Zijn ogen opgeslagen had naar Zijn discipelen, zei Hij: Zalig bent u, armen, want van u is het Koninkrijk van God. Zalig bent u die nu honger hebt, want u zult verzadigd worden. Zalig bent u die nu huilt, want u zult lachen. Zalig bent u, wanneer de mensen u haten, en wanneer zij u uitstoten en u smaden en uw naam als slecht verwerpen omwille van de Zoon des mensen. Verblijd u op die dag en spring op van vreugde, want zie, uw loon is groot in de hemel. Hun vaderen deden immers evenzo met de profeten. Maar wee u, rijken, want u hebt uw troost al. Wee u, die verzadigd bent, want u zult hongerlijden. Wee u die nu lacht, want u zult treuren en huilen. Wee u, wanneer alle mensen goed van u spreken, want hun vaderen deden evenzo met de valse profeten.
Lucas 6:20-26 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En Hij hief zijn ogen op naar zijn discipelen en zeide: Zalig, gij armen, want uwer is het Koninkrijk Gods. Zalig, gij, die nu hongert, want gij zult verzadigd worden. Zalig, gij, die nu weent, want gij zult lachen. Zalig zijt gij, wanneer u de mensen haten en wanneer zij u uitstoten, en smaden en uw naam als slecht verwerpen ter wille van de Zoon des mensen. Verblijdt u te dien dage en springt op van vreugde, want, zie, uw loon is groot in de hemel; immers, op dezelfde wijze hebben hun vaderen met de profeten gehandeld. Maar wee u, gij rijken, want gij hebt uw vertroosting reeds. Wee u, die nu overvloed hebt, want gij zult hongeren. Wee u, die nu lacht, want gij zult smart hebben en wenen. Wee u, wanneer alle mensen wèl van u spreken; immers, op dezelfde wijze hebben hun vaderen met de valse profeten gehandeld.
Lucas 6:20-26 Het Boek (HTB)
Daarna liet Hij zijn blik over zijn leerlingen gaan. En Hij zei: ‘Gelukkig u die arm bent, want voor u is het Koninkrijk van God. Gelukkig u die nu honger heeft, want uw honger zal worden gestild. Gelukkig u die nu huilt, want eens zal u lachen. Gelukkig u die gehaat, genegeerd, beledigd en verbannen wordt omdat u bij Mij, de Mensenzoon, hoort. Wees blij als dat gebeurt. Spring op van vreugde, want uw beloning in de hemel zal groot zijn. Met de profeten hebben zij vroeger immers net zo gedaan! Maar pas op als u rijk bent! U bent er dan slecht aan toe! Want het geld is het enige geluk dat u ten deel valt. Pas op als u in overvloed leeft, want er komt een tijd dat u honger zult hebben. Pas op als u nu plezier hebt, want eens zult u huilen van ellende. Pas op als iedereen goed van u spreekt! Want dat hebben ze vroeger van de valse profeten ook gedaan.
Lucas 6:20-26 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
En Jezus keek zijn leerlingen aan en zei: "Het is heerlijk voor je als je niet veel hebt, want het Koninkrijk van God is voor jou. Het is heerlijk voor je als je honger hebt, want God zal je honger stillen. Het is heerlijk voor je als je nu huilt, want je zal lachen. Het is heerlijk voor je als de mensen je haten omdat je in de Mensenzoon gelooft. Wees er blij over als ze niet met je willen omgaan, je uitschelden en lelijke dingen van je zeggen die niet waar zijn. Wees er blij over en wees vrolijk! Want je krijgt er een grote beloning voor in de hemel. Want hetzelfde hebben hun voorouders met de profeten gedaan. Maar pas op, rijke mensen! Want jullie hebben je troost al. Pas maar op, jullie die nu zoveel te eten hebben! Want jullie zullen honger hebben. Pas maar op, jullie die nu plezier hebben en lachen! Want jullie zullen verdriet hebben en huilen. Pas maar op als alle mensen goede dingen van jullie zeggen. Want hetzelfde hebben hun voorouders met de leugen-profeten gedaan."