Lucas 9:1-10
Lucas 9:1-10 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En Zijn twaalf discipelen samengeroepen hebbende, gaf Hij hun kracht en macht over al de duivelen, en om ziekten te genezen. En Hij zond hen heen, om te prediken het Koninkrijk Gods, en de kranken gezond te maken. En Hij zeide tot hen: Neemt niets mede tot den weg, noch staven, noch male, noch brood, noch geld; noch iemand van u zal twee rokken hebben. En in wat huis gij ook zult ingaan, blijft aldaar, en gaat van daar uit. En zo wie u niet zullen ontvangen, uitgaande van die stad, schudt ook het stof af van uw voeten, tot een getuigenis tegen hen. En zij, uitgaande, doorgingen al de vlekken, verkondigende het Evangelie, en genezende de zieken overal. En Herodes, de viervorst, hoorde al de dingen, die van Hem geschiedden; en was twijfelmoedig, omdat van sommigen gezegd werd, dat Johannes van de doden was opgestaan; En van sommigen, dat Elias verschenen was; en van anderen, dat een profeet van de ouden was opgestaan. En Herodes zeide: Johannes heb ik onthoofd; wie is nu Deze, van Welken ik zulke dingen hoor? En hij zocht Hem te zien. En de apostelen, wedergekeerd zijnde, verhaalden Hem al wat zij gedaan hadden. En Hij nam hen mede en vertrok alleen in een woeste plaats der stad, genaamd Bethsaïda.
Lucas 9:1-10 Herziene Statenvertaling (HSV)
Hij riep Zijn twaalf discipelen bijeen en gaf aan hen kracht en macht over alle demonen, en om ziekten te genezen, en Hij zond hen op weg om het Koninkrijk van God te prediken en de zieken te genezen. En Hij zei tegen hen: Neem niets mee voor onderweg: geen staf, geen reiszak, geen brood, geen geld. Ook mag niemand van u twee stel onderkleren bij zich hebben. En welk huis u ook zult binnengaan, blijf daar en vertrek van daaruit. En als ze u niet zullen ontvangen, vertrek dan uit die stad en schud ook het stof af van uw voeten, tot een getuigenis tegen hen. Zij vertrokken en reisden door alle dorpen, en zij verkondigden het Evangelie en genazen overal de zieken. Herodes, de viervorst, hoorde al de dingen die door Hem gebeurden. En hij verkeerde in onzekerheid, omdat door sommigen gezegd werd dat Johannes uit de doden was opgewekt, en door anderen dat Elia verschenen was, en door weer anderen dat een van de oude profeten opgestaan was. En Herodes zei: Johannes heb ik onthoofd. Wie is Deze dan over Wie ik zulke dingen hoor? En hij probeerde Hem te zien te krijgen. En toen de apostelen teruggekeerd waren, vertelden zij Hem alles wat zij gedaan hadden. Hij nam hen mee en vertrok, alleen met hen, naar een eenzame plaats bij een stad die Bethsaïda heette.
Lucas 9:1-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen riep Hij de twaalven samen en gaf hun macht en gezag over alle boze geesten en om ziekten te genezen. En Hij zond hen uit om het Koninkrijk Gods te verkondigen en genezingen te doen, en Hij zeide tot hen: Neemt niets mede voor onderweg, geen staf of reiszak, geen brood of zilvergeld, en hebt ook niet twee hemden bij u. En komt gij ergens in een huis, blijft daar en reist vandaar verder. En zijn er, die u niet willen ontvangen, gaat dan weg uit die stad en schudt het stof af van uw voeten tot een getuigenis tegen hen. Zij gingen heen en trokken de dorpen langs, overal het evangelie predikende en genezingen doende. Herodes, de viervorst, hoorde alles wat er gebeurd was en wist niet wat ervan te denken, omdat door sommigen gezegd werd, dat Johannes uit de doden was opgewekt, door sommigen, dat Elia verschenen was, door anderen, dat een der oude profeten was opgestaan. Maar Herodes zeide: Johannes heb ik zelf laten onthoofden. Wie zou deze zijn, van wie ik zulke dingen hoor? En hij trachtte Hem te zien te krijgen. En toen de apostelen teruggekeerd waren, verhaalden zij Hem alles, wat zij verricht hadden. En Hij nam hen mede en trok Zich, met hen alleen, terug naar een stad, genaamd Betsaïda.
Lucas 9:1-10 Het Boek (HTB)
Op een dag riep Jezus de twaalf bij elkaar. Hij gaf hun macht en gezag om boze geesten uit te drijven en ziekten te genezen. Daarna stuurde Hij hen erop uit om iedereen over het Koninkrijk van God te vertellen en zieken te genezen. ‘Maar jullie mogen niets meenemen voor onderweg,’ zei Hij. ‘Geen wandelstok, geen tas, geen eten, geen geld, zelfs geen extra mantel. Word je in een huis uitgenodigd, blijf daar dan logeren tot je verder gaat naar de volgende plaats. Als ze in een stad niets van je willen weten, moet je daar meteen weggaan. Schud het stof van je voeten af.’ De leerlingen gingen de dorpen langs. Ze vertelden overal het goede nieuws en genazen de zieken. Gouverneur Herodes hoorde over de geweldige dingen die Jezus deed en hij wist niet wat hij ervan moest denken. Sommigen zeiden: ‘Het is Johannes de Doper die weer levend is geworden.’ Anderen zeiden: ‘Het is Elia of in ieder geval een van de oude profeten die is teruggekomen uit de dood.’ Er deden allerlei geruchten de ronde. ‘Zou het Johannes zijn?’ vroeg Herodes zich af. ‘Maar die heb ik laten onthoofden. En toch hoor ik steeds verhalen over een man die wonderen doet. Wie zou dat toch zijn?’ En hij probeerde Jezus te zien te krijgen. Na verloop van tijd kwamen de twaalf apostelen bij Jezus terug. Zij vertelden wat ze allemaal hadden gedaan. Omdat Jezus met hen alleen wilde zijn, trokken ze zich terug en gingen op weg naar de stad Betsaïda.
Lucas 9:1-10 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Daarna riep Jezus zijn twaalf leerlingen bij Zich. Hij gaf hun de macht over alle duivelse geesten en om ziekten te genezen. Toen stuurde Hij hen erop uit om de mensen over het Koninkrijk van God te gaan vertellen en de zieken te genezen. Hij zei tegen hen: "Neem niets mee voor onderweg. Geen staf, geen reistas, geen brood, geen geld en geen extra kleren. Als jullie ergens onderdak krijgen, blijf daar dan een poosje en reis van daar weer verder. Als de mensen van een stad jullie niet willen ontvangen [ en niet naar jullie willen luisteren ], ga dan uit die stad weg. Klop het stof van je voeten af om hen te waarschuwen." Toen gingen ze op weg en reisden van dorp naar dorp. Ze vertelden overal het goede nieuws aan de mensen en genazen de zieken. Koning Herodes hoorde wat Jezus allemaal deed. Hij wist niet wat hij ervan moest denken. Want sommige mensen zeiden dat Johannes de Doper uit de dood was opgestaan. Andere mensen zeiden dat Hij de profeet Elia was. Weer anderen dat één van de [ andere ] profeten van vroeger uit de dood was opgestaan. Maar Herodes zei: "Johannes heb ik zelf laten onthoofden. Wie is die Man toch over wie ze al die dingen vertellen?" En hij probeerde Hem te zien te krijgen. Toen de leerlingen waren teruggekomen, vertelden ze Jezus wat ze allemaal hadden gedaan. Hij nam hen mee en wilde met hen naar een eenzame plek bij de stad Betsaïda gaan.