Mattheüs 14:23-33
Mattheüs 14:23-33 Het Boek (HTB)
Toen iedereen weg was, ging Hij alleen de berg op om te bidden. Het werd donker en de leerlingen waren al ver op het meer. Zij kwamen niet erg vooruit door de harde tegenwind en de hoge golven. Tegen het eind van de nacht liep Jezus over het water naar hen toe. Zij schreeuwden van angst en dachten dat het een spook was. Hij stelde hen gerust. ‘Wees maar niet bang, Ik ben het.’ Petrus riep: ‘Here, als U het werkelijk bent, zeg dan dat ik over het water naar U toe moet komen!’ ‘Kom maar!’ riep Jezus. Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe. Maar hij besefte ineens dat er een heel harde wind stond. De schrik sloeg hem om het hart en hij begon te zinken. ‘Here, help mij!’ schreeuwde hij. Jezus stak hem zijn hand toe en trok hem uit het water. ‘Och, twijfelaar,’ zei Hij, ‘waarom heb je zo weinig vertrouwen in Mij?’ Zodra zij in de boot stapten, ging de wind liggen. De anderen bogen zich vol ontzag voor Jezus neer. ‘U bent werkelijk de Zoon van God!’ zeiden zij.
Mattheüs 14:23-33 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En als Hij nu de scharen van Zich gelaten had, klom Hij op den berg alleen, om te bidden. En als het nu avond was geworden, zo was Hij daar alleen. En het schip was nu midden in de zee, zijnde in nood van de baren; want de wind was hun tegen. Maar ter vierde wake des nachts kwam Jezus af tot hen, wandelende op de zee. En de discipelen, ziende Hem op de zee wandelen, werden ontroerd, zeggende: Het is een spooksel! En zij schreeuwden van vreze. Maar terstond sprak Jezus hen aan, zeggende: Zijt goedsmoeds, Ik ben het, vreest niet. En Petrus antwoordde Hem, en zeide: Heere! indien Gij het zijt, zo gebied mij tot U te komen op het water. En Hij zeide: Kom. En Petrus klom neder van het schip, en wandelde op het water, om tot Jezus te komen. Maar ziende den sterken wind, werd hij bevreesd, en als hij begon neder te zinken, riep hij, zeggende: Heere, behoud mij! En Jezus, terstond de hand uitstekende, greep hem aan, en zeide tot hem: Gij kleingelovige! waarom hebt gij gewankeld? En als zij in het schip geklommen waren, stilde de wind. Die nu in het schip waren, kwamen en aanbaden Hem, zeggende: Waarlijk, Gij zijt Gods Zoon!
Mattheüs 14:23-33 Herziene Statenvertaling (HSV)
En toen Hij de menigte weggestuurd had, klom Hij de berg op om er in afzondering te bidden. Toen het avond was geworden, was Hij daar alleen. Het schip was al midden op de zee en verkeerde in nood door de golven, want ze hadden de wind tegen. Maar in de vierde nachtwake kwam Jezus naar hen toe, lopend over de zee. En toen de discipelen Hem over de zee zagen lopen, raakten zij in verwarring en zeiden: Het is een spook! En zij schreeuwden van angst. Maar meteen sprak Jezus hen aan en zei: Heb goede moed, Ik ben het; wees niet bevreesd. Petrus antwoordde Hem en zei: Heere, als U het bent, geef mij dan bevel over het water naar U toe te komen. Hij zei: Kom! En Petrus klom uit het schip en liep op het water om bij Jezus te komen. Maar toen hij op de sterke wind lette, werd hij bevreesd, en toen hij begon te zinken, riep hij: Heere, red mij! Jezus stak meteen Zijn hand uit, greep hem vast en zei tegen hem: Kleingelovige, waarom hebt u getwijfeld? En toen zij in het schip geklommen waren, ging de wind liggen. Zij die in het schip waren, kwamen Hem aanbidden en zeiden: Werkelijk, U bent de Zoon van God!
Mattheüs 14:23-33 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En toen Hij de scharen weggezonden had, ging Hij de berg op om in de eenzaamheid te bidden. Bij het vallen van de avond was Hij daar alleen. Doch het schip was reeds vele stadiën van het land verwijderd, geteisterd door de golven, want de wind was tegen. In de vierde nachtwake kwam Hij tot hen, gaande over de zee. Toen de discipelen Hem over de zee zagen gaan, werden zij verbijsterd en zeiden: Het is een spook! En zij schreeuwden van vrees. Terstond sprak [Jezus] hen aan en zeide: Houdt moed, Ik ben het, weest niet bevreesd! Petrus antwoordde Hem en zeide: Here, als Gij het zijt, beveel mij dan tot U te komen over het water. En Hij zeide: Kom! En Petrus ging uit het schip en liep over het water en ging naar Jezus. Maar toen hij zag op de wind, werd hij bevreesd en begon te zinken en hij schreeuwde: Here, red mij! Terstond stak Jezus hem de hand toe en greep hem en zeide tot hem: Kleingelovige, waarom zijt gij gaan twijfelen? En toen zij in het schip geklommen waren, ging de wind liggen. Die in het schip waren, vielen voor hem neder en zeiden: Waarlijk, Gij zijt Gods Zoon!
Mattheüs 14:23-33 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Daarna ging Hij helemaal alleen de berg op om te bidden. Toen het avond werd, was Hij daar alleen. De boot was intussen midden op het meer. Ze hadden veel last van de golven, want ze hadden de wind tegen. Om ongeveer 4 uur 's morgens kwam Jezus naar hen toe, lopend over het meer. Toen de leerlingen Hem over het meer zagen lopen, raakten ze in paniek. Ze riepen: "Een spook!" en ze schreeuwden van angst. Onmiddellijk zei Jezus tegen hen: "Rustig maar! IK BEN het, wees maar niet bang." Petrus antwoordde: "Heer, als U het bent, beveel mij dan om over het water naar U toe te komen!" Jezus zei: "Kom!" Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe. Maar toen hij op de wind ging letten, werd hij bang en hij begon te zinken. Hij schreeuwde: "Heer, red mij!" Onmiddellijk stak Jezus zijn hand uit en greep hem. En Hij zei: "Je hebt niet genoeg geloof! Waarom ging je twijfelen?" Ze klommen in de boot. Toen ging de wind liggen. De leerlingen in de boot vielen voor Hem op hun knieën en zeiden: "U bent werkelijk de Zoon van God!"