Mattheüs 15:25-27
Mattheüs 15:25-27 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En zij kwam en aanbad Hem, zeggende: Heere, help mij! Doch Hij antwoordde en zeide: Het is niet betamelijk het brood der kinderen te nemen, en den hondekens voor te werpen. En zij zeide: Ja, Heere! doch de hondekens eten ook van de brokjes die er vallen van de tafel van hun heren.
Mattheüs 15:25-27 Herziene Statenvertaling (HSV)
Maar zij kwam dichterbij, knielde voor Hem neer en zei: Heere, help mij! Hij antwoordde echter en zei: Het is niet behoorlijk het brood van de kinderen te nemen en naar de hondjes te werpen. Zij zei: Ja, Heere, maar de hondjes eten ook van de kruimels die er vallen van de tafel van hun bezitter.
Mattheüs 15:25-27 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Maar zij kwam en viel voor Hem neer en zeide: Here, help mij! Hij echter antwoordde en zeide: Het is niet goed het brood der kinderen te nemen en het de honden voor te werpen. Maar zij zeide: Zeker, Here, ook de honden eten immers van de kruimels, die van de tafel van hun meesters vallen.
Mattheüs 15:25-27 Het Boek (HTB)
De vrouw viel voor Hem op haar knieën en smeekte: ‘Here, help mij!’ ‘Het is niet goed het brood van de kinderen af te nemen en aan de honden te geven,’ zei Hij. ‘Inderdaad, Here. Maar de honden mogen toch wel de kruimels opeten die van de tafel vallen,’ was haar antwoord.
Mattheüs 15:25-27 BasisBijbel (BB)
Maar ze kwam dichterbij, liet zich voor Hem op haar knieën vallen en zei: "Heer, help mij!" Maar Hij antwoordde: "Het is niet goed om het brood dat voor de kinderen is, voor de hondjes te gooien." Toen zei ze: "Dat is waar, Heer, maar de hondjes eten toch de kruimels op die van de tafel van hun meesters vallen?"