Mattheüs 19:13-15
Mattheüs 19:13-15 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Toen werden kinderkens tot Hem gebracht, opdat Hij de handen hun zou opleggen en bidden; en de discipelen bestraften dezelve. Maar Jezus zeide: Laat af van de kinderkens, en verhindert hen niet tot Mij te komen; want derzulken is het Koninkrijk der hemelen. En als Hij hun de handen opgelegd had, vertrok Hij van daar.
Mattheüs 19:13-15 Herziene Statenvertaling (HSV)
Toen werden kinderen bij Hem gebracht, opdat Hij de handen op hen zou leggen en zou bidden; maar de discipelen bestraften hen. Maar Jezus zei: Laat de kinderen begaan en verhinder hen niet bij Mij te komen, want voor zodanigen is het Koninkrijk der hemelen. En nadat Hij de handen op hen gelegd had, vertrok Hij vandaar.
Mattheüs 19:13-15 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen werden kinderen tot Hem gebracht, opdat Hij hun de handen zou opleggen en bidden; doch de discipelen bestraften hen. Maar Jezus zeide: Laat de kinderen geworden en verhindert ze niet tot Mij te komen, want voor zodanigen is het Koninkrijk der hemelen. En Hij legde hun de handen op en vertrok vandaar.
Mattheüs 19:13-15 Het Boek (HTB)
De mensen brachten hun kinderen bij Jezus. Zij wilden graag dat Hij zijn handen op hen zou leggen en voor hen zou bidden. Maar de leerlingen zeiden dat zij Hem niet mochten lastig vallen. ‘Laat die kinderen toch bij Mij komen,’ zei Jezus. ‘Houd ze niet tegen. Want het Koninkrijk van de hemelen is bestemd voor wie is zoals zij.’ Hij legde zijn handen op hun hoofd en zegende hen voordat Hij verder ging.
Mattheüs 19:13-15 BasisBijbel (BB)
De mensen brachten hun kleine kinderen naar Jezus toe. Ze wilden dat Hij hun de handen op zou leggen en voor ze zou bidden. Maar de leerlingen stuurden hen weg. Maar Jezus zei: "Laat die kinderen met rust. Laat ze naar Mij toe komen en houd ze niet tegen! Want het Koninkrijk van God is voor mensen zoals zij." En Hij zegende de kinderen. Daarna reisde Hij verder.