Mattheüs 26:31-35
Mattheüs 26:31-35 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Toen zeide Jezus tot hen: Gij zult allen aan Mij geërgerd worden in dezen nacht; want er is geschreven: Ik zal den Herder slaan, en de schapen der kudde zullen verstrooid worden. Maar nadat Ik zal opgestaan zijn, zal Ik u voorgaan naar Galiléa. Doch Petrus, antwoordende, zeide tot Hem: Al werden zij ook allen aan U geërgerd, ik zal nimmermeer geërgerd worden. Jezus zeide tot hem: Voorwaar, Ik zeg u, dat gij in dezen zelfden nacht, eer de haan gekraaid zal hebben, Mij driemaal zult verloochenen. Petrus zeide tot Hem: Al moest ik ook met U sterven, zo zal ik U geenszins verloochenen! Desgelijks zeiden ook al de discipelen.
Mattheüs 26:31-35 Herziene Statenvertaling (HSV)
Toen zei Jezus tegen hen: U zult in deze nacht allen aanstoot aan Mij nemen, want er is geschreven: Ik zal de Herder slaan en de schapen van de kudde zullen uiteengedreven worden. Maar nadat Ik opgewekt zal zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea. Maar Petrus antwoordde Hem en zei: Al zouden zij ook allen aanstoot aan U nemen, ik zal nooit aanstoot aan U nemen. Jezus zei tegen hem: Voorwaar, Ik zeg u dat u in deze nacht, voordat de haan gekraaid zal hebben, Mij driemaal zult verloochenen. Petrus zei tegen Hem: Al moest ik ook met U sterven, ik zal U beslist niet verloochenen! Hetzelfde zeiden ook al de discipelen.
Mattheüs 26:31-35 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen zeide Jezus tot hen: Gij zult allen aan Mij aanstoot nemen in deze nacht. Want er staat geschreven: Ik zal de herder slaan en de schapen der kudde zullen verstrooid worden. Doch nadat Ik zal zijn opgewekt, zal Ik u voorgaan naar Galilea. Petrus antwoordde en zeide tot Hem: Al zouden allen aanstoot aan U nemen, ik nooit! Jezus zeide tot hem: Voorwaar, Ik zeg u, in deze nacht, eer de haan kraait, zult gij Mij driemaal verloochenen. Petrus zeide tot Hem: Zelfs al moest ik met U sterven, ik zal U voorzeker niet verloochenen. Zo spraken ook al de discipelen.
Mattheüs 26:31-35 Het Boek (HTB)
Onderweg zei Jezus tegen hen: ‘Vannacht zullen jullie Mij allemaal in de steek laten. Want in de Boeken staat: “Ik zal de herder doden en de schapen zullen uiteengejaagd worden.” Maar nadat Ik weer levend ben geworden, zal Ik naar Galilea gaan en jullie daar ontmoeten.’ Petrus protesteerde: ‘Al laat iedereen U in de steek, ik niet!’ ‘Petrus,’ antwoordde Jezus. ‘De waarheid is dat jij voordat er vannacht een haan kraait, drie keer zult beweren dat je Mij niet kent.’ ‘Ik zou liever sterven!’ hield Petrus vol. Dat zeiden ook de andere leerlingen.
Mattheüs 26:31-35 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Toen zei Jezus tegen hen: "Vannacht zullen jullie Mij allemaal in de steek laten. Want er staat in de Boeken: 'Ik zal de herder doden en de schapen van de kudde zullen uit elkaar gejaagd worden.' Maar Ik zal weer uit de dood opstaan. Dan zal Ik voor jullie uit reizen naar Galilea." Petrus antwoordde: "Ik zal U echt nooit in de steek laten! Zelfs niet als alle anderen dat wél doen!" Jezus zei tegen hem: "Luister goed! Ik zeg je: voordat de haan kraait zul je vannacht drie keer zeggen dat je Mij niet kent." Petrus zei tegen Hem: "Ik zal nooit zeggen dat ik U niet ken! Zelfs niet als ze mij met U zouden doden!" De andere leerlingen zeiden hetzelfde.