Mattheüs 27:35-45
Mattheüs 27:35-45 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Toen zij nu Hem gekruisigd hadden, verdeelden zij Zijn klederen, het lot werpende; opdat vervuld zou worden, hetgeen gezegd is door den profeet: Zij hebben Mijn klederen onder zich verdeeld, en hebben het lot over Mijn kleding geworpen. En zij, nederzittende, bewaarden Hem aldaar. En zij stelden boven Zijn hoofd Zijn beschuldiging geschreven: DEZE IS JEZUS, DE KONING DER JODEN. Toen werden met Hem twee moordenaars gekruisigd, een ter rechter- en een ter linkerzijde. En die voorbijgingen, lasterden Hem, schuddende hun hoofden, En zeggende: Gij, Die den tempel afbreekt, en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelven. Indien Gij de Zone Gods zijt, zo kom af van het kruis. En desgelijks ook de overpriesters met de Schriftgeleerden, en ouderlingen, en Farizeën, Hem bespottende, zeiden: Anderen heeft Hij verlost, Hij kan Zichzelven niet verlossen. Indien Hij de Koning Israëls is, dat Hij nu afkome van het kruis, en wij zullen Hem geloven. Hij heeft op God betrouwd; dat Hij Hem nu verlosse, indien Hij Hem wel wil; want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon. En hetzelfde verweten Hem ook de moordenaars, die met Hem gekruisigd waren. En van de zesde ure aan werd er duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe.
Mattheüs 27:35-45 Herziene Statenvertaling (HSV)
Nadat zij Hem gekruisigd hadden, verdeelden zij Zijn kleren door het lot te werpen, opdat vervuld zou worden wat gezegd is door de profeet: Ze hebben Mijn kleren onder elkaar verdeeld en om Mijn kleding hebben ze het lot geworpen. En zij gingen zitten om Hem daar te bewaken. En zij brachten boven Zijn hoofd een opschrift aan met de beschuldiging tegen Hem: DIT IS JEZUS, DE KONING VAN DE JODEN. Toen werden met Hem twee misdadigers gekruisigd, een aan Zijn rechter-, en een aan Zijn linkerzijde. En de voorbijgangers lasterden Hem, schudden hun hoofd, en zeiden: U Die de tempel afbreekt en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelf. Als U de Zoon van God bent, kom dan van het kruis af! En evenzo spotten ook de overpriesters, samen met de schriftgeleerden en de oudsten en de Farizeeën, en zij zeiden: Anderen heeft Hij verlost, Zichzelf kan Hij niet verlossen. Als Hij de Koning van Israël is, laat Hij nu van het kruis afkomen en wij zullen Hem geloven. Hij heeft op God vertrouwd; laat Die Hem nu verlossen als Hij Hem welgezind is, want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon. Hetzelfde verweten Hem ook de misdadigers die met Hem gekruisigd waren. En vanaf het zesde uur kwam er duisternis over heel de aarde, tot het negende uur toe.
Mattheüs 27:35-45 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Nadat zij Hem gekruisigd hadden, verdeelden zij zijn klederen door het lot te werpen, en daar nedergezeten bewaakten zij Hem. En boven zijn hoofd brachten zij op schrift de beschuldiging tegen Hem aan: Dit is Jezus, de Koning der Joden. Toen werden met Hem twee rovers gekruisigd, één aan zijn rechterzijde en één aan zijn linkerzijde. En de voorbijgangers spraken lastertaal tegen Hem, schudden hun hoofd en zeiden: Gij, die de tempel afbreekt en in drie dagen opbouwt, red Uzelf, indien Gij Gods Zoon zijt, en kom af van het kruis! Evenzo spotten de overpriesters samen met de schriftgeleerden en oudsten en zij zeiden: Anderen heeft Hij gered, Zichzelf kan Hij niet redden. Hij is Israëls Koning; laat Hij nu van het kruis afkomen en wij zullen aan Hem geloven. Hij heeft zijn vertrouwen op God gesteld; laat die Hem nu verlossen, indien Hij een welgevallen in Hem heeft; want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon. Op dezelfde wijze beschimpten Hem ook de rovers, die met Hem gekruisigd waren. En van het zesde uur af kwam er duisternis over het gehele land tot het negende uur.
Mattheüs 27:35-45 Het Boek (HTB)
Na Hem aan het kruis gehangen te hebben, verdeelden de soldaten zijn kleren onder elkaar door erom te dobbelen. Daarna gingen zij zitten en hielden de wacht. Boven zijn hoofd hingen ze een bordje met de beschuldiging, die luidde: ‘Dit is Jezus, de koning van de Joden.’ Die morgen werden er ook twee rovers gekruisigd, de een links en de ander rechts van Jezus. De mensen die voorbijkwamen, scholden Hem uit en schudden hun hoofd. ‘U zou toch de tempel afbreken en in drie dagen weer opbouwen?’ hoonden ze. ‘Als U de Zoon van God bent, red Uzelf dan! Kom van dat kruis af!’ De mannen van de Hoge Raad lieten zich ook niet onbetuigd. ‘Hij heeft anderen gered,’ spotten ze. ‘Maar Hij kan Zichzelf niet eens redden! U bent toch de koning van Israël? Kom eens van dat kruis af. Dan zullen we in U geloven. Hij vertrouwde toch op God? Als God zoveel met Hem opheeft, laat die Hem dan komen redden. Hij is immers Gods Zoon?’ Zelfs de rovers die met Hem waren gekruisigd, bespotten Hem. Van twaalf tot drie uur hing er een dichte duisternis over het hele land.
Mattheüs 27:35-45 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Ze spijkerden Hem aan het kruis. Daarna gingen ze zitten dobbelen om zijn kleren te verdelen. Zo gebeurde wat de profeet vroeger had gezegd: 'Ze hebben mijn kleren onder elkaar verdeeld. Ze hebben er om geloot.' Ze bleven daar zitten om Hem te bewaken. Boven zijn hoofd hingen ze een bord waarop stond waarom Hij de doodstraf had gekregen. Er stond op: 'Jezus, de koning van de Joden.' Naast Hem werden twee moordenaars gekruisigd. De één links en de ander rechts van Hem. De mensen die voorbij kwamen, scholden Hem uit. Ze schudden spottend hun hoofd en zeiden: "Hé, Jij die de tempel afbreekt en in drie dagen weer opbouwt! Red Jezelf, als Je de Zoon van God bent! Kom eens van dat kruis af!" De leiders van de priesters, de wetgeleerden en de leiders van het volk en de Farizeeërs zeiden hetzelfde. Ze zeiden ook: "Andere mensen heeft Hij gered, maar Zichzelf kan Hij niet redden! Hij is toch de koning van Israël? Laat Hij dan van het kruis afkomen! Dan zullen we in Hem geloven. Hij vertrouwt toch zo op God? Laat God Hem dan nu redden als Hij echt van Hem houdt. Want Hij heeft toch gezegd dat Hij Gods Zoon is?" Ook de moordenaars die tegelijk met Hem waren gekruisigd, zeiden zulke dingen tegen Hem. Om ongeveer twaalf uur werd het helemaal donker in het hele land. Dat duurde tot ongeveer drie uur 's middags.