Mattheüs 8:2-4
Mattheüs 8:2-4 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En ziet, een melaatse kwam, en aanbad Hem, zeggende: Heere! indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen. En Jezus, de hand uitstrekkende, heeft hem aangeraakt, zeggende: Ik wil, word gereinigd! En terstond werd hij van zijn melaatsheid gereinigd. En Jezus zeide tot hem: Zie, dat gij dit niemand zegt; maar ga heen, toon uzelven den priester, en offer de gave, die Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis.
Mattheüs 8:2-4 Herziene Statenvertaling (HSV)
En zie, er kwam een melaatse. Die knielde voor Hem neer en zei: Heere, als U wilt, kunt U mij reinigen. En Jezus stak Zijn hand uit, raakte hem aan en zei: Ik wil het, word gereinigd. En meteen werd hij gereinigd van zijn melaatsheid. Jezus zei tegen hem: Denk erom dat u dit tegen niemand zegt; maar ga heen, laat uzelf aan de priester zien, en offer de gave die Mozes voorgeschreven heeft, tot een getuigenis voor hen.
Mattheüs 8:2-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En zie, een melaatse kwam tot Hem en viel voor Hem neder, zeggende: Here, indien Gij wilt, kunt Gij mij reinigen. En Hij strekte de hand uit en raakte hem aan en zeide: Ik wil het, word rein. En terstond werd hij rein van zijn melaatsheid. En Jezus zeide tot hem: Zie toe, dat gij het aan niemand zegt, maar ga heen, toon u aan de priester en offer de gave, die Mozes heeft voorgeschreven, hun tot een getuigenis.
Mattheüs 8:2-4 Het Boek (HTB)
Er kwam een melaatse man naar Jezus toe. Die viel voor Hem op de knieën, keek naar Hem op en zei: ‘Here, als U het wilt, kunt U mij genezen.’ Jezus raakte de man aan. ‘Ik wil het,’ zei Hij. ‘Word weer gezond.’ Hij had het nog maar net gezegd of de melaatsheid was verdwenen. Daarop zei Hij tegen de man: ‘Praat er met niemand over. Ga meteen naar de priester om u te laten onderzoeken. Neem ook het offer mee dat volgens de wet van Mozes moet worden gebracht voor de genezing van melaatsheid. Dan zal iedereen weten dat u genezen bent.’
Mattheüs 8:2-4 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Er kwam een man naar Jezus toe die een besmettelijke huidziekte had. Hij liet zich voor Jezus op zijn knieën vallen en zei: "Heer, als U het wil, kunt U mij gezond maken." Jezus stak zijn hand uit, raakte hem aan en zei: "Ik wil het. Wees weer gezond!" Onmiddellijk werd zijn huid gezond. Jezus zei tegen hem: "Denk erom dat je dit aan niemand vertelt. Ga naar de priester en laat hem zien dat je weer gezond bent. Breng dan het offer dat Mozes heeft bevolen. Dat zal voor de mensen het bewijs zijn dat je genezen bent."