Marcus 1:4-6
Marcus 1:4-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
geschiedde het, dat Johannes doopte in de woestijn en de doop der bekering tot vergeving van zonden predikte. En het gehele Joodse land liep tot hem uit en alle inwoners van Jeruzalem, en zij lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan onder belijdenis van hun zonden. En Johannes was gekleed met kameelhaar en met een lederen gordel om zijn lendenen, en hij at sprinkhanen en wilde honing.
Marcus 1:4-6 Het Boek (HTB)
Deze boodschapper was Johannes de Doper. Hij leefde in de woestijn en vertelde de mensen dat zij zich moesten laten dopen als een openbaar getuigenis van hun besluit om de zonde de rug toe te keren, zodat God hen kon vergeven. Uit Jeruzalem en de provincie Judea kwamen vele mensen naar Johannes toe. Zij beleden hun zonden en lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan. Johannes droeg kleren van kameelhaar en had een leren riem om. Hij at sprinkhanen en honing van wilde bijen.
Marcus 1:4-6 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Johannes was dopende in de woestijn, en predikende den doop der bekering tot vergeving der zonden. En al het Joodse land ging tot hem uit, en die van Jeruzalem; en werden allen van hem gedoopt in de rivier de Jordaan, belijdende hun zonden. En Johannes was gekleed met kemelshaar, en met een lederen gordel om zijn lenden, en at sprinkhanen en wilden honig.
Marcus 1:4-6 Herziene Statenvertaling (HSV)
Johannes kwam in de woestijn en doopte en predikte een doop van bekering tot vergeving van zonden. En heel het Judese land en de inwoners van Jeruzalem liepen naar hem uit; en zij werden allen door hem gedoopt in de rivier de Jordaan, terwijl zij hun zonden beleden. En Johannes was gekleed in kameelhaar en had een leren gordel om zijn middel, en hij at sprinkhanen en wilde honing.
Marcus 1:4-6 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
[ En dat gebeurde nu: ] In de woestijn vertelde Johannes de mensen dat ze moesten gaan leven zoals God het wil. Ook zei hij dat ze zich moesten laten dopen. Zo zouden ze vergeving krijgen voor hun ongehoorzaamheid aan God. Uit het hele Joodse land en uit Jeruzalem kwamen de mensen naar hem toe. Ze gaven toe dat ze inderdaad ongehoorzaam aan God waren geweest. En ze lieten zich door Johannes dopen in de rivier de Jordaan. Johannes droeg kleren die van kameelhaar waren gemaakt, met een leren gordel om zijn middel. Hij leefde van sprinkhanen en honing van wilde bijen.