Marcus 15:16-20
Marcus 15:16-20 Het Boek (HTB)
Zij namen Hem mee naar de binnenplaats van de burcht en riepen het hele bataljon bijeen. Zij deden Hem een rode mantel om, zetten Hem een kroon van doornige twijgen op, salueerden en riepen: ‘Lang leve de koning van de Joden!’ Daarna sloegen zij Hem met een stok op het hoofd en spuugden naar Hem. Zij deden net of zij Hem vereerden door voor Hem op de knieën te vallen. Nadat zij Hem bespot hadden, deden de soldaten Hem de rode mantel af, trokken Hem zijn eigen kleren weer aan en brachten Hem weg om gekruisigd te worden.
Marcus 15:16-20 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En de krijgsknechten leidden Hem binnen in de zaal, welke is het rechthuis, en riepen de ganse bende samen; En deden Hem een purperen mantel aan, en een doornenkroon gevlochten hebbende, zetten Hem die op; En begonnen Hem te groeten, zeggende: Wees gegroet, Gij Koning der Joden! En sloegen Zijn hoofd met een rietstok, en bespogen Hem, en vallende op de knieën, aanbaden Hem. En als zij Hem bespot hadden, deden zij Hem den purperen mantel af, en deden Hem Zijn eigen klederen aan, en leidden Hem uit, om Hem te kruisigen.
Marcus 15:16-20 Herziene Statenvertaling (HSV)
En de soldaten leidden Hem het paleis binnen, dat is het gerechtsgebouw, en riepen heel de legerafdeling bijeen. En zij deden Hem een purperen mantel om, en nadat zij een doornenkroon gevlochten hadden, zetten zij Hem die op en begonnen Hem te begroeten: Gegroet, Koning van de Joden! En zij sloegen op Zijn hoofd met een rietstok en bespuwden Hem en zij vielen op de knieën en aanbaden Hem. En toen zij Hem bespot hadden, trokken zij Hem de purperen mantel uit en trokken Hem Zijn eigen kleren aan en leidden Hem naar buiten om Hem te kruisigen.
Marcus 15:16-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
De soldaten nu leidden Hem weg tot binnen het hof, dat is het gerechtsgebouw, en riepen de gehele afdeling bijeen. En zij trokken Hem een purperen kleed aan en zetten Hem een kroon op, die zij van doornen gevlochten hadden. En zij begonnen Hem te begroeten: Wees gegroet, Gij Koning der Joden! En zij sloegen Hem met een riet op het hoofd en bespuwden Hem en zij vielen op de knieën en bewezen Hem hulde. En toen zij Hem bespot hadden, trokken zij Hem het purperen kleed uit en deden Hem zijn klederen aan. En zij leidden Hem weg om Hem te kruisigen.
Marcus 15:16-20 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
De soldaten namen Jezus mee naar het gerechtsgebouw. Ze riepen alle soldaten erbij. Ze deden Hem een paarse mantel om. Ze vlochten een kroon van doorntakken en zetten die op zijn hoofd. En ze groetten Hem: "We groeten U, koning van de Joden!" Ze sloegen Hem met een rieten stok op het hoofd, bespuugden Hem, knielden voor Hem neer en deden alsof ze Hem eerden. Toen ze er genoeg van hadden om Hem te bespotten en belachelijk te maken, deden ze Hem de mantel weer af. Ze trokken Hem zijn eigen kleren weer aan. Daarna namen ze Hem mee om Hem te kruisigen.