Marcus 6:7-13
Marcus 6:7-13 Het Boek (HTB)
Op een dag riep Jezus de twaalf bij Zich. Hij stuurde hen er twee aan twee op uit en gaf hun macht om boze geesten te verjagen. Ze mochten niets meenemen voor onderweg, behalve een stok. Geen brood, geen tas en geen geld. Zelfs niet een extra paar sandalen of schone kleren. ‘Als je in een dorp komt,’ zei Hij, ‘zoek dan een huis waar je kunt logeren. Blijf daar tot je weer verder gaat. Maar het kan zijn dat in sommige dorpen niemand je wil binnenlaten en niemand naar je luistert. Ga dan weg en schud het stof van je voeten als een getuigenis tegen hen. Dan moeten zij het zelf maar weten.’ De leerlingen gingen erop uit. Aan allen die zij ontmoetten, vertelden zij dat zij de zonde de rug moesten toekeren. Uit veel mensen verjoegen zij boze geesten. Zij zalfden veel zieken met olie en maakten hen gezond.
Marcus 6:7-13 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Jezus riep zijn twaalf leerlingen bij Zich en stuurde hen twee aan twee op pad. Hij gaf hun macht over duivelse geesten. En Hij beval hen om niets mee te nemen voor onderweg. Alleen een staf. Maar geen reistas, geen brood en geen geld. Maar wél moesten ze sandalen aan hun voeten doen. Ook zei Hij dat ze geen extra kleren mochten meenemen. En Hij zei tegen hen: "Als je eenmaal bij iemand onderdak hebt gekregen, blijf daar dan tot je uit die stad vertrekt. En als in een stad de mensen niet naar jullie willen luisteren, klop dan het stof van je voeten af wanneer jullie daar vertrekken. Zo moeten jullie hen waarschuwen. Luister goed! Ik zeg jullie dat het voor het gebied van Sodom en Gomorra minder erg zal zijn op de dag van het oordeel dan voor die stad." Ze vertrokken en vertelden de mensen dat ze moesten gaan leven zoals God het wil. Ze joegen veel duivelse geesten uit mensen weg en maakten veel mensen gezond door hen met olijf-olie te zalven.
Marcus 6:7-13 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En Hij riep tot Zich de twaalven, en begon hen uit te zenden twee en twee, en gaf hun macht over de onreine geesten. En Hij gebood hun, dat zij niets zouden nemen tot den weg, dan alleenlijk een staf, geen male, geen brood, geen geld in den gordel; Maar dat zij schoenzolen zouden aanbinden, en met geen twee rokken gekleed zijn. En Hij zeide tot hen: Zo waar gij in een huis zult ingaan, blijft daar, totdat gij van daar uitgaat. En zo wie u niet zullen ontvangen, noch u horen, vertrekkende van daar, schudt het stof af, dat onder aan uw voeten is, hun tot een getuigenis. Voorwaar zeg Ik u: Het zal Sodom en Gomorra verdragelijker zijn in den dag des oordeels dan dezelve stad. En uitgegaan zijnde, predikten zij, dat zij zich zouden bekeren. En zij wierpen vele duivelen uit, en zalfden vele kranken met olie, en maakten hen gezond.
Marcus 6:7-13 Herziene Statenvertaling (HSV)
En Hij riep de twaalf bij Zich en begon hen twee aan twee uit te zenden en gaf hun macht over de onreine geesten. En Hij gebood hun dat zij niets mee zouden nemen voor onderweg dan alleen een staf: geen reiszak, geen brood, geen geld in de gordel; maar dat zij wel sandalen zouden aanbinden en niet met twee stel onderkleren gekleed zouden zijn. En Hij zei tegen hen: Waar u een huis zult binnengaan, blijf daar totdat u uit die plaats vertrekt. En als er zullen zijn die u niet ontvangen en niet naar u luisteren, schud dan, als u vandaar weggaat, het stof af dat onder uw voeten zit, tot een getuigenis tegen hen. Voorwaar zeg Ik u: Het zal voor Sodom of Gomorra verdraaglijker zijn in de dag van het oordeel dan voor die stad. En toen zij weggegaan waren, predikten zij dat men zich moest bekeren. En zij dreven veel demonen uit en zalfden veel zieken met olie en maakten hen gezond.
Marcus 6:7-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En Hij riep de twaalven tot Zich en begon hen uit te zenden, twee aan twee, en gaf hun macht over de onreine geesten. En Hij gebood hun niets mede te nemen voor onderweg, dan alleen een staf; geen brood, geen reiszak, geen geld in de gordel, maar wèl sandalen aan de voeten te dragen en: trekt niet twee hemden aan. En Hij zeide tot hen: Als gij eenmaal ergens een huis zijt binnengegaan, blijft daar dan, totdat gij vandaar vertrekt. En indien een plaats u niet ontvangt en zij niet naar u luisteren, gaat daarvandaan en schudt het stof af, dat aan uw voeten is, hun tot een getuigenis. En zij vertrokken en predikten, dat zij zich zouden bekeren. En zij dreven vele boze geesten uit en zalfden vele zieken met olie en genazen hen.