Numeri 4:23-49

Numeri 4:21-49 Het Boek (HTB)

En de HERE zei tegen Mozes: ‘Tel alle mannen van dertig tot vijftig jaar uit het geslacht van Gerson die geschikt zijn voor het heilige werk in de tabernakel. Dit zijn hun taken: zij moeten de gordijnen van de tabernakel, de tabernakel zelf met zijn dekkleden, de dakbedekking van dassenvellen en het gordijn voor de ingang van de tabernakel dragen. Verder moeten zij ook de gordijnen dragen die rond de voorhof hangen, het gordijn voor de ingang van de voorhof dat het altaar en de tabernakel omringt, het altaar, de scheerlijnen en al het toebehoren. Zij zijn volledig verantwoordelijk voor het vervoer van deze voorwerpen. Aäron en ieder van zijn zonen mogen de Levieten uit het geslacht van Gerson opdrachten geven en aanwijzen wat zij moeten dragen, maar de Gersonieten zijn direct verantwoording schuldig aan Aärons zoon Itamar. Tel nu alle mannen van dertig tot vijftig jaar uit het geslacht van Merari die geschikt zijn voor de dienst in de tabernakel. Wanneer de tabernakel wordt verplaatst, dragen zij de panelen, de balken en de pilaren met hun voetstukken van de tabernakel, de pilaren van de voorhof met hun voetstukken, de grondpennen en de scheerlijnen en alles wat nodig is voor hun gebruik en onderhoud. Verdeel de taken per man, zodat ieder weet wat hij dragen moet. De Levieten uit het geslacht van Merari zijn ook directe verantwoording schuldig aan Aärons zoon Itamar.’ Zo hielden Mozes, Aäron en de andere leiders een telling onder de mannen van dertig tot vijftig jaar uit het geslacht van Kehat en kwamen op een totaal van 2750 mannen die geschikt waren voor de dienst in de tabernakel. Dit werd gedaan volgens de opdrachten die de HERE Mozes had gegeven. Eenzelfde telling leverde voor het geslacht van Gerson een totaal van 2630 mannen op. Na telling van de mannen uit het geslacht van Merari kwam men daar op het totaal van 3200 mannen. Zodoende kwamen Mozes, Aäron en de andere leiders op een totaal van 8580 Levieten van dertig tot vijftig jaar, die geschikt waren voor de dienst in de tabernakel en voor het vervoer van de tabernakel en het toebehoren. In overeenstemming met de opdracht van de HERE aan Mozes, droeg men ieder van deze getelden zijn taak op, zodat ieder naar vermogen een deel van alles kon dragen.

Numeri 4:23-49 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)

Gij zult hen tellen van dertig jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud, al wie inkomt om den strijd te strijden, opdat hij den dienst bediene in de tent der samenkomst. Dit zal zijn de dienst der geslachten van de Gersonieten, in het dienen en in den last. Zij zullen dan dragen de gordijnen des tabernakels, en de tent der samenkomst; te weten haar deksel, en het dassendeksel, dat er bovenop is, en het deksel der deur van de tent der samenkomst, En de behangselen des voorhofs, en het deksel der deur van de poort des voorhofs, hetwelk is bij den tabernakel en bij het altaar rondom; en hun zelen, en al het gereedschap van hun dienst, mitsgaders al wat daarvoor bereid wordt, opdat zij dienen. De gehele dienst van de zonen der Gersonieten, in al hun last, en in al hun dienst, zal zijn naar het bevel van Aäron en van zijn zonen; en gijlieden zult hun ter bewaring al hun last bevelen. Dit is de dienst van de geslachten der zonen van de Gersonieten, in de tent der samenkomst; en hun wacht zal zijn onder de hand van Ithamar, den zoon van Aäron, den priester. Aangaande de zonen van Merari, die zult gij naar hun geslachten, en naar het huis hunner vaderen tellen. Gij zult hen tellen van dertig jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud, al wie inkomt tot dezen strijd, om te bedienen den dienst van de tent der samenkomst. Dit zal nu zijn de onderhouding van hun last, naar al hun dienst, in de tent der samenkomst: de berderen des tabernakels, en zijn richelen, en zijn pilaren, en zijn voeten; Mitsgaders de pilaren des voorhofs rondom, hun voeten, en hun pennen, en hun zelen, met al hun gereedschap, en met al hun dienst; en het gereedschap van de waarneming van hun last zult gij bij namen tellen. Dit is de dienst van de geslachten der zonen van Merari, naar hun gansen dienst, in de tent der samenkomst, onder de hand van Ithamar, den zoon van Aäron, den priester. Mozes dan en Aäron, en de oversten der vergadering telden de zonen der Kahathieten, naar hun geslachten, en naar het huis hunner vaderen: Van dertig jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud, al wie inkwam tot dezen strijd, tot den dienst in de tent der samenkomst; Hun getelden nu waren, naar hun geslachten, twee duizend zevenhonderd en vijftig. Dit zijn de getelden van de geslachten der Kahathieten, van al wie in de tent der samenkomst diende, welke Mozes en Aäron geteld hebben, naar het bevel des HEEREN, door de hand van Mozes. Insgelijks de getelden der zonen van Gerson, naar hun geslachten, en naar het huis hunner vaderen; Van dertig jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud, al wie inkwam tot dezen strijd, tot den dienst in de tent der samenkomst; Hun getelden waren, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, twee duizend zeshonderd en dertig. Dezen zijn de getelden van de geslachten der zonen van Gerson, van al wie in de tent der samenkomst diende, welke Mozes en Aäron telden, naar het bevel des HEEREN. En de getelden van de geslachten der zonen van Merari, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, Van dertig jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud, al wie inkwam tot dezen strijd, tot den dienst in de tent der samenkomst; Hun getelden nu waren, naar hun geslachten, drie duizend en tweehonderd. Dezen zijn de getelden van de geslachten der zonen van Merari, welke Mozes en Aäron geteld hebben, naar het bevel des HEEREN, door de hand van Mozes. Al de getelden, welke Mozes en Aäron, en de oversten van Israël geteld hebben van de Levieten, naar hun geslachten, en naar het huis hunner vaderen, Van dertig jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud, al wie inkwam, om den dienst der bediening en den dienst van den last, in de tent der samenkomst, te bedienen; Hun getelden waren acht duizend vijfhonderd en tachtig. Men telde hen, naar het bevel des HEEREN, door de hand van Mozes, een ieder naar zijn dienst, en naar zijn last; en zijn getelden waren, die de HEERE Mozes geboden had.

Numeri 4:23-49 Herziene Statenvertaling (HSV)

Van dertig jaar oud en daarboven, tot vijftig jaar oud, moet u hen tellen, ieder die binnenkomt om nauwgezet dienst te doen, om de dienst in de tent van ontmoeting te verrichten. Dit is de dienst van de geslachten van de Gersonieten, bij het dienen en bij het dragen: zij moeten de gordijnen van de tabernakel en de tent van ontmoeting dragen; het bijbehorende dekkleed en het dekkleed van zeekoeienhuid dat daaroverheen ligt, en het gordijn voor de ingang van de tent van ontmoeting; de kleden van de voorhof, en het gordijn voor de ingang van de poort van de voorhof, die rondom bij de tabernakel en het altaar is; en de bijbehorende touwen, ook alle voorwerpen van de bijbehorende dienst, kortom, alles wat daarvoor verricht wordt, opdat zij kunnen dienen. Heel de dienst van de nakomelingen van de Gersonieten, bij heel hun dragen en bij heel hun dienen, moet gebeuren overeenkomstig het bevel van Aäron en zijn zonen. U moet aan hen hun taak bij alles wat zij moeten dragen, opleggen. Dit is de dienst van de geslachten van de nakomelingen van de Gersonieten in de tent van ontmoeting, hun taak onder leiding van Ithamar, de zoon van de priester Aäron. Wat betreft de nakomelingen van Merari, die moet u tellen ingedeeld naar hun geslachten en naar hun families. Van dertig jaar oud en daarboven, tot vijftig jaar oud, moet u hen tellen, ieder die tot de dienst verplicht is, om de dienst in de tent van ontmoeting te verrichten. Dit is hun taak in het dragen, bij heel hun dienst in de tent van ontmoeting: de planken van de tabernakel, zijn dwarsbalken, zijn pilaren en zijn voetstukken; ook de pilaren rond de voorhof met hun voetstukken, hun pinnen en hun touwen, kortom, alle bijbehorende voorwerpen en heel hun dienst. De voorwerpen die zij overeenkomstig hun taak moeten dragen, moet u aan de hand van hun namen tellen. Dit is de dienst van de geslachten van de nakomelingen van Merari, bij heel hun dienst in de tent van ontmoeting, onder leiding van Ithamar, de zoon van de priester Aäron. Mozes en Aäron en de leiders van de gemeenschap telden de nakomelingen van de Kahathieten, ingedeeld naar hun geslachten en naar hun families, van dertig jaar oud en daarboven, tot vijftig jaar oud, ieder die tot de dienst verplicht is, om te dienen in de tent van ontmoeting. Zij die van hen geteld waren, ingedeeld naar hun geslachten, waren tweeduizend zevenhonderdvijftig. Dit zijn degenen van de geslachten van de Kahathieten die geteld waren, van ieder die in de tent van ontmoeting diende, die Mozes telde met Aäron, op bevel van de HEERE, door de dienst van Mozes. Ook zij die van de nakomelingen van Gerson geteld waren, ingedeeld naar hun geslachten en naar hun families, van dertig jaar oud en daarboven, tot vijftig jaar oud, ieder die tot de dienst verplicht was om in de tent van ontmoeting te dienen, te weten zij die van hen geteld waren, ingedeeld naar hun geslachten en naar hun families, waren tweeduizend zeshonderddertig. Dit zijn degenen van de geslachten van de nakomelingen van Gerson die geteld waren, van ieder die in de tent van ontmoeting diende, die Mozes en Aäron telden, op bevel van de HEERE. En zij die van de geslachten van de nakomelingen van Merari geteld waren, ingedeeld naar hun geslachten en naar hun families, van dertig jaar oud en daarboven, tot vijftig jaar oud, ieder die tot de dienst verplicht is, om te dienen in de tent van ontmoeting, degenen van hen die geteld waren, ingedeeld naar hun geslachten, waren drieduizend tweehonderd. Dit zijn degenen van hen die van de geslachten van de nakomelingen van Merari geteld waren, die Mozes en Aäron telden, op bevel van de HEERE, door de dienst van Mozes. Al degenen die geteld waren, die Mozes en Aäron en de leiders van Israël telden, van de Levieten, ingedeeld naar hun geslachten en naar hun families, van dertig jaar oud en daarboven, tot vijftig jaar oud, ieder die binnenkwam om de dienst van het dienen of de dienst van het dragen in de tent van ontmoeting te verrichten, te weten degenen die van hen geteld waren, waren achtduizend vijfhonderdtachtig. Men telde hen, op bevel van de HEERE, door de dienst van Mozes, iedere man overeenkomstig zijn dienst en overeenkomstig zijn last. Zij zijn degenen van hen die geteld waren, zoals de HEERE Mozes geboden had.

Numeri 4:23-49 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

van dertig jaar oud en daarboven tot vijftig jaar oud zult gij hen tellen, ieder, die dienstplichtig is om arbeid te verrichten in de tent der samenkomst. Dit zal de dienst van de geslachten der Gersonieten zijn bij het dienen en het dragen: zij zullen dragen de tentkleden van de tabernakel en de tent der samenkomst, de bedekking daarvan en de bedekking van tachasvel, die daar overheen ligt, het voorhangsel voor de ingang van de tent der samenkomst, de gordijnen van de voorhof en het voorhangsel van de ingang van de poort van de voorhof, die bij de tabernakel en het altaar rondom is, met de bijbehorende touwen en al hun dienstgereedschap en alles wat daaraan te doen is, daarbij zullen zij dienst doen. Naar het bevel van Aäron en zijn zonen zal de gehele dienst der Gersonieten verricht worden, bij al hun dragen en bij al hun dienen; gij zult hun als taak aanwijzen alles wat zij moeten dragen. Dit is de dienst van de geslachten der Gersonieten aan de tent der samenkomst en hun taak onder leiding van Itamar, de zoon van de priester Aäron. Wat de Merarieten betreft, hen zult gij tellen naar hun geslachten en families; van dertig jaar oud en daarboven tot vijftig jaar oud zult gij hen tellen, ieder, die dienstplichtig is om de arbeid te verrichten aan de tent der samenkomst. En dit is hun taak in het dragen, wat betreft al hun dienst aan de tent der samenkomst: de planken van de tabernakel, zijn balken, zijn pilaren, zijn voetstukken, de pilaren van de voorhof rondom met de voetstukken, de pinnen en de touwen, al het bijbehorende gereedschap en alles wat daaraan te doen is; en bij name zult gij het gereedschap noemen, dat zij moeten dragen. Dit is de dienst van de geslachten der Merarieten naar al hun dienst aan de tent der samenkomst, onder leiding van Itamar, de zoon van de priester Aäron. Toen Mozes met Aäron en de hoofden der vergadering de Kehatieten telde naar hun geslachten en families, van dertig jaar oud en daarboven tot vijftig jaar oud, ieder, die dienstplichtig was tot de arbeid aan de tent der samenkomst, waren hun getelden naar hun geslachten tweeduizend zevenhonderd vijftig; dit waren de getelden van de geslachten der Kehatieten, allen die dienst deden aan de tent der samenkomst, die Mozes met Aäron telde naar het bevel des HEREN door de dienst van Mozes. De getelden der Gersonieten naar hun geslachten en families, van dertig jaar oud en daarboven tot vijftig jaar oud, ieder, die dienstplichtig was tot de arbeid aan de tent der samenkomst, hun getelden naar hun geslachten en families waren tweeduizend zeshonderd dertig. Dit waren de getelden van de geslachten der Gersonieten, allen die dienst deden aan de tent der samenkomst, die Mozes met Aäron telde naar het bevel des HEREN. De getelden van de geslachten der Merarieten naar hun geslachten en families, van dertig jaar oud en daarboven tot vijftig jaar oud, ieder, die dienstplichtig was tot de arbeid aan de tent der samenkomst, hun getelden naar hun geslachten waren drieduizend tweehonderd. Dit waren de getelden van de geslachten der Merarieten, die Mozes met Aäron telde naar het bevel des HEREN door de dienst van Mozes. Al de getelden, die Mozes met Aäron en de hoofden van Israël naar hun geslachten en families telde, namelijk de Levieten, van dertig jaar oud en daarboven tot vijftig jaar oud, ieder, die dienstplichtig was tot dienen en tot dragen aan de tent der samenkomst, hun getelden waren achtduizend vijfhonderd tachtig. Naar het bevel des HEREN door de dienst van Mozes droeg men ieder op, wat hij te dienen en te dragen had, te weten de getelden, zoals de HERE Mozes geboden had.

Numeri 4:23-49 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)

Tel alle mannen tussen de 30 en de 50 jaar, per familie. Dus alle mannen die dienst moeten doen bij de tent van ontmoeting. Dit is hun taak: Ze moeten alle tentkleden van de tent van ontmoeting dragen. De kleden die het dak vormen en de kleden van dun leer die daar overheen liggen, het gordijn voor de ingang van de tent van ontmoeting, de doeken van de omheining en het gordijn voor de ingang van de omheining bij het altaar. Ook alle touwen die daarbij horen en alle andere dingen die daarbij horen. Ook moeten ze daaraan alles doen wat er zoal aan moet gebeuren. Ze moeten precies doen wat Aäron en zijn zonen zeggen. Jullie moeten hun precies aanwijzen wat ze moeten dragen. Dit is de taak van de Gersonieten bij het dragen van het heiligdom. Ze zullen werken onder de leiding van Itamar, de zoon van de priester Aäron. Tel ook hoeveel mannen er in de families van Merari zijn. Tel alle mannen tussen de 30 en de 50 jaar, per familie. Dus alle mannen die dienst moeten doen bij de tent van ontmoeting. Dit is hun taak: ze dragen de planken van de tent, de dwarsbalken, de palen met de voetstukken, de palen van de omheining met de voetstukken, de pinnen en de touwen, en alle dingen die daarbij horen. Ook moeten ze daaraan alles doen wat er zoal aan moet gebeuren. Jullie moeten hun precies aanwijzen wat ze moeten dragen. Dit is de taak van de Merarieten bij het dragen van het heiligdom. Ze zullen werken onder de leiding van Itamar, de zoon van de priester Aäron." Toen telden Mozes en Aäron de Kehatieten, per familie. Er waren 2750 mannen tussen de 30 en de 50 jaar. en Dat is het aantal Kehatieten dat door Mozes en Aäron werd geteld. Zij moesten dienst doen bij de tent van ontmoeting, zoals de Heer het Mozes had bevolen. Ze telden ook de Gersonieten, per familie. Er waren 2630 mannen tussen de 30 en de 50 jaar. en Dat is het aantal Gersonieten dat door Mozes en Aäron werd geteld. Zij moesten dienst doen bij de tent van ontmoeting, zoals de Heer het Mozes had bevolen. Ze telden ook de Merarieten, per familie. Er waren 3200 mannen tussen de 30 en de 50 jaar. en Dat is het aantal Merarieten dat door Mozes en Aäron werd geteld. Zij moesten dienst doen bij de tent van ontmoeting, zoals de Heer het Mozes had bevolen. In totaal hadden Mozes en Aäron met de leiders van Israël 8580 mannen geteld tussen de 30 en de 50 jaar. en Zij moesten dienst doen bij de tent van ontmoeting en helpen met het dragen, zoals de Heer het Mozes had bevolen. Aan alle mannen die geteld waren, werd precies verteld wat hun taak was, zoals de Heer aan Mozes bevolen had.