Spreuken 19:1-14

Spreuken 19:1-14 Het Boek (HTB)

Een arme die zuiver leeft, is beter dan een dwaas die vuile taal uitslaat. Als iemand graag iets wil ondernemen, maar het inzicht ervoor mist, leidt het tot niets. Wie niet uitkijkt waar hij loopt, zondigt maar al te snel. De dwaasheid van een mens zal hem opbreken, waarna hij de HERE de schuld daarvan geeft. Rijkdom bezorgt een mens veel vrienden, maar een arme raakt vaak zelfs zijn laatste vriend kwijt. Een valse getuige blijft niet ongestraft, een leugenaar zal zijn straf niet ontlopen. Velen richten hun smeekbeden aan het adres van een mild en vriendelijk mens, want iedereen is een vriend van hem die geschenken geeft. Als de broeders van een arme hem al snel de rug toekeren, hoe gemakkelijk zullen zijn vrienden hem dan in de steek laten! Hij loopt hen achterna en probeert met hen te praten, maar krijgt bij hen geen gehoor. Wie verstandig wil worden, heeft het goede met zichzelf voor, hij gebruikt zijn verstand om het goede te vinden. Een valse getuige ontloopt zijn straf niet en een leugenaar wordt in het verderf gestort. Weelde en overvloed horen niet bij een dwaas, dat is net zoiets als een dienaar die over koningen heerst. Een verstandig mens wordt niet snel kwaad, het siert hem dat hij over onrecht heen kan stappen. De woede van een koning lijkt op het brullen van een jonge leeuw, maar is die koning iemand goedgezind, dan is hij mild als zachte dauw. Een dwaze zoon is een ramp voor zijn vader en het gekijf van een vrouw is een aanhoudende kwelling. Huis en goederen zijn een erfenis van de ouders, maar een verstandige vrouw is een gave van de HERE.

Spreuken 19:1-14 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)

Je kan beter arm zijn maar eerlijk, dan een dwaas zijn die bovendien liegt en bedriegt. Het is verkeerd als je je verstand niet gebruikt. Als je te haastig bent, doe je al gauw verkeerd tegen een ander. Door zijn eigen dwaasheid loopt het verkeerd af met een mens. Maar daarvan geeft hij de Heer de schuld. Rijke mensen hebben veel vrienden. Maar als ze arm worden, laten hun vrienden hen in de steek. Iemand die tegen de rechter liegt zodat een onschuldig mens wordt veroordeeld, moet gestraft worden. Hij mag zijn straf niet ontlopen. Velen vragen om gunsten van belangrijke mensen. Iedereen wil bevriend zijn met iemand die geschenken uitdeelt. Iemand die arm is, is niet geliefd bij zijn broers. Vrienden blijven zelfs nog veel verder bij hem uit de buurt. Als hij om hulp vraagt, is er niemand die naar hem luistert. Wees verstandig – dat beschermt je leven. Wees wijs – dan vind je geluk. Iemand die tegen de rechter liegt zodat een onschuldig mens wordt veroordeeld, moet gestraft worden. Hij verdient de doodstraf. Rijkdom hoort niet bij een dwaas. Nog veel minder hoort een slaaf te heersen over rijken. Mensen die verstandig zijn, worden niet snel boos. Ze kiezen er liever voor een ander zijn fouten te vergeven. De boosheid van een koning is zo angstaanjagend als het brullen van een leeuw. Zijn tevredenheid is zo aangenaam als de dauw op het gras. Een dwaze zoon is een ramp voor zijn ouders. Een vrouw die aldoor met haar man ruzie maakt is net zo erg als een lekkend dak. Huis en bezit erf je van je ouders. Maar een verstandige vrouw is een geschenk van de Heer.