Spreuken 26:27

Statenvertaling (Importantia edition)

Die een kuil graaft, zal er in vallen, en die een steen wentelt, op hem zal hij wederkeren.

Wie een kuil graaft, zal erin vallen,
verrolt hij een steen, op hem zal hij terugvallen.

Wie een kuil graaft, zal erin vallen;
en wie een steen wentelt, op die zal hij terugrollen.

Wie een kuil graaft voor een ander, zal er zelf invallen. Wie iemand met een steen wil verpletteren, zal zelf onder die steen terechtkomen.

Iemand die een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.
Iemand die een steen aan het rollen brengt, wordt er zelf onder verpletterd.