Spreuken 6:6-11
Spreuken 6:6-11 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Ga tot de mier, gij luiaard! zie haar wegen, en word wijs; Dewelke, geen overste, ambtman noch heerser hebbende, Haar brood bereidt in den zomer, haar spijs vergadert in den oogst. Hoe lang zult gij, luiaard, nederliggen? Wanneer zult gij van uw slaap opstaan? Een weinig slapens, een weinig sluimerens, een weinig handvouwens, al nederliggende; Zo zal uw armoede u overkomen als een wandelaar, en uw gebrek als een gewapend man.
Spreuken 6:6-11 Herziene Statenvertaling (HSV)
Ga naar de mier, luiaard, zie zijn wegen en word wijs. Hoewel hij geen aanvoerder heeft, geen leidinggevende of heerser, maakt hij zijn eten gereed in de zomer, verzamelt hij zijn voedsel in de oogsttijd. Hoelang, luiaard, blijft u liggen? Wanneer staat u op uit uw slaap? Een beetje slapen, een beetje sluimeren, een beetje liggen met gevouwen handen! Zo komt uw armoede over u als een wandelaar en uw gebrek als een gewapend man.
Spreuken 6:6-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Ga tot de mier, gij luiaard, zie haar wegen en word wijs: hoewel zij geen aanvoerder heeft, noch leidsman, noch heerser, bereidt zij in de zomer haar brood, verzamelt zij in de oogst haar spijs. Hoelang, luiaard, zult gij neerliggen, wanneer zult gij opstaan uit uw slaap? Nog even slapen, nog even sluimeren, nog even liggen met gevouwen handen – daar komt uw armoede over u als een snelle loper en uw gebrek als een gewapend man.
Spreuken 6:6-11 Het Boek (HTB)
Neem een voorbeeld aan de mieren, luiaard! Kijk eens naar hun nijvere arbeid en word wijs. Want ook al hebben mieren dan geen leider, toch leggen zij ʼs zomers voedselvoorraden aan en verzamelen zij hun eten in de oogsttijd. Hoelang blijf je nog op je rug liggen, luiaard? Wanneer word je eindelijk eens wakker? Nog even slapen, nog even soezen, nog even lekker liggen, maar dan komt de armoede over je en maar al te snel zul je gebrek lijden.
Spreuken 6:6-11 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Kijk naar de mieren, luiwammes, kijk hoe ze leven, en leer daar iets van. Want ook al hebben ze geen aanvoerder, geen leider en geen koning, toch verzamelen ze in de zomer alvast hun eten [ voor de winter ]. In de oogsttijd verzamelen ze voedsel. Maar jij, luiwammes, hoelang blijf je nog liggen? Wanneer sta je eindelijk eens op? 'Nog even slapen, nog even soezen, nog even lekker liggen met de handen achter mijn hoofd' – Maar daar komt de armoede al op je af, zo snel als een hardloper. Gebrek overvalt je als een rover.