Psalmen 18:25-50
Psalmen 18:25-50 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Zo gaf mij de HEERE weder naar mijn gerechtigheid, naar de reinigheid mijner handen, voor Zijn ogen. Bij den goedertierene houdt Gij U goedertieren, bij den oprechten man houdt Gij U oprecht. Bij den reine houdt Gij U rein, maar bij den verkeerde bewijst Gij U een Worstelaar. Want Gij verlost het bedrukte volk, maar de hoge ogen vernedert Gij. Want Gij doet mijn lamp lichten; de HEERE, mijn God, doet mijn duisternis opklaren. Want met U loop ik door een bende, en met mijn God spring ik over een muur. Gods weg is volmaakt; de rede des HEEREN is doorlouterd; Hij is een Schild allen, die op Hem betrouwen. Want wie is God, behalve de HEERE? En wie is een Rotssteen, dan alleen onze God? Het is God, Die mij met kracht omgordt; en Hij heeft mijn weg volkomen gemaakt. Hij maakt mijn voeten gelijk als der hinden, en Hij stelt mij op mijn hoogten. Hij leert mijn handen ten strijde, zodat een stalen boog met mijn armen verbroken is. Ook hebt Gij mij het schild Uws heils gegeven, en Uw rechterhand heeft mij ondersteund, en Uw zachtmoedigheid heeft mij groot gemaakt. Gij hebt mijn voetstap ruim gemaakt onder mij, en mijn enkelen hebben niet gewankeld. Ik vervolgde mijn vijanden, en trof hen aan; en ik keerde niet weder, totdat ik hen verdaan had. Ik doorstak hen, dat zij niet weder konden opstaan; zij vielen onder mijn voeten. Want Gij omgorddet mij met kracht ten strijde; Gij deedt onder mij nederbukken, die tegen mij opstonden. En Gij gaaft mij den nek mijner vijanden, en mijn haters, die vernielde ik. Zij riepen, maar er was geen verlosser; tot den HEERE, maar Hij antwoordde hun niet. Toen vergruisde ik hen als stof voor den wind; ik ruimde hen weg als slijk der straten. Gij hebt mij uitgeholpen van de twisten des volks; Gij hebt mij gesteld tot een hoofd der heidenen; het volk, dat ik niet kende, heeft mij gediend. Zo haast als hun oor van mij hoorde, hebben zij mij gehoorzaamd; vreemden hebben zich mij geveinsdelijk onderworpen. Vreemden zijn vervallen, en hebben gesidderd uit hun sloten. De HEERE leeft, en geloofd zij mijn Rotssteen, en verhoogd zij de God mijns heils! De God, Die mij volkomen wraak geeft, en de volken onder mij brengt; Die mij uithelpt van mijn vijanden; ja, Gij verhoogt mij boven degenen, die tegen mij opstaan; Gij redt mij van den man des gewelds. Daarom zal ik U, o HEERE! loven onder de heidenen; en Uw Naam zal ik psalmzingen
Psalmen 18:25-50 Herziene Statenvertaling (HSV)
Daarom gaf de HEERE mij naar mijn gerechtigheid, naar de reinheid van mijn handen vóór Zijn ogen. Tegenover de goedertierene toont U Zich goedertieren, tegenover de oprechte man oprecht. Tegenover de reine toont U Zich rein, maar tegenover de slinkse toont U Zich een Strijder. Want Ú verlost het ellendige volk, maar de hoogmoedige ogen vernedert U. Want Ú doet mijn lamp schijnen, HEERE; mijn God doet mijn duisternis opklaren. Want met U ren ik door een legerbende, met mijn God spring ik over een muur. Gods weg is volmaakt, het woord van de HEERE is gelouterd, Hij is een schild voor allen die tot Hem de toevlucht nemen. Want wie is God, behalve de HEERE? Wie is een rots dan alleen onze God? Het is God Die mij met kracht omgordt; Hij heeft mijn weg volkomen gemaakt. Hij maakt mijn voeten als die van hinden en doet mij op mijn hoogten staan. Hij oefent mijn handen voor de strijd en leert mijn armen een bronzen boog spannen. Ook hebt U mij het schild van Uw heil gegeven, Uw rechterhand heeft mij ondersteund, Uw zachtmoedigheid heeft mij groot gemaakt. U hebt mijn voetstappen onder mij ruimte gegeven, mijn enkels hebben niet gewankeld. Ik vervolgde mijn vijanden en haalde hen in; ik keerde niet terug, totdat ik hen vernietigd had. Ik verpletterde hen, zodat zij niet meer konden opstaan; zij vielen onder mijn voeten. Want U omgordde mij met kracht voor de strijd; U deed hen die tegen mij opstonden, onder mij neerbukken. Mijn vijanden, die deed U voor mij op de vlucht slaan; wie mij haatten, die bracht ik om. Zij riepen, maar er was geen verlosser; tot de HEERE, maar Hij antwoordde hun niet. Toen vergruisde ik hen als stof voor de wind, ik ruimde hen weg als slijk van de straat. U hebt mij bevrijd van de aanklachten van het volk; U hebt mij aangesteld tot hoofd van de heidenvolken; het volk dat ik niet kende, heeft mij gediend. Zodra hun oor van mij hoorde, hebben zij mij gehoorzaamd. Vreemdelingen veinsden zich aan mij te onderwerpen. Vreemdelingen zijn bezweken en kwamen sidderend uit hun burchten. De HEERE leeft, en geloofd zij mijn rots, geroemd zij de God van mijn heil! U bent de God Die mij volkomen wraak geeft en volken aan mij onderwerpt, Die mij bevrijdt van mijn vijanden; ja, U verheft mij boven hen die tegen mij opstaan, U redt mij van de man van geweld. Daarom zal ik U, HEERE, loven onder de heidenvolken, voor Uw Naam zal ik psalmen zingen.
Psalmen 18:25-50 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
De HERE heeft mij vergolden naar mijn gerechtigheid, naar de reinheid mijner handen vóór zijn ogen. Jegens de getrouwe toont Gij U getrouw, jegens de onberispelijke toont Gij U onberispelijk, jegens de reine toont Gij U rein, maar jegens de verkeerde toont Gij U een tegenstander. Gij toch verlost het ellendige volk en vernedert de hovaardige ogen. Gij toch doet mijn lamp schijnen, de HERE, mijn God, doet mijn duisternis opklaren. Met U immers loop ik op een legerbende in en met mijn God spring ik over een muur. Gods weg is volmaakt; des HEREN woord is zuiver. Hij is een schild voor allen die bij Hem schuilen. Want wie is God behalve de HERE, wie is een rots buiten onze God? Die God, die mij met kracht omgordt en mijn weg effen maakt; die mijn voeten maakt als die der hinden en mij op mijn hoogten doet staan; die mijn handen oefent ten strijde, zodat mijn armen een koperen boog spannen. Ook gaaft Gij mij het schild uws heils, en uw rechterhand ondersteunde mij, uw nederbuigende goedheid maakte mij groot. Gij hebt mij ruimte gegeven voor mijn schreden, en mijn enkels wankelden niet. Ik vervolgde mijn vijanden om hen te achterhalen, en liet niet af, eer ik hen had vernietigd; ik verpletterde hen, zodat zij niet konden opstaan, zij vielen onder mijn voeten. Gij hebt mij aangegord met kracht tot de strijd, Gij deedt onder mij bukken wie tegen mij opstonden; Gij deedt mijn vijanden mij de rug toekeren, en mijn haters verdelgde ik. Zij riepen om hulp, maar niemand redde, tot de HERE, maar Hij antwoordde hun niet; toen vermaalde ik hen als stof voor de wind. Ik goot hen uit als slijk van de straten. Gij deedt mij ontkomen aan de twisten van het volk, Gij steldet mij tot hoofd der natiën; volken die ik niet kende, werden mij dienstbaar; nauwelijks hadden zij van mij gehoord, of zij gehoorzaamden mij; vreemden veinsden onderdanigheid tegenover mij. Vreemden verloren hun kracht en verlieten bevend hun burchten. De HERE leeft. Geprezen zij mijn Rots, en verhoogd zij de God mijns heils, de God, die mij wraak heeft verleend, die volken onder mij gebracht heeft, die mij van mijn vijanden heeft gered. Ja, Gij hebt mij verhoogd boven hen die tegen mij opstonden, Gij hebt mij gered van de geweldenaar. Daarom loof ik U, o HERE, onder de volken en wil ik uw naam psalmzingen.
Psalmen 18:25-50 Het Boek (HTB)
De HERE heeft mij overeenkomstig behandeld, Hij zag mijn zuiverheid. U bent trouw tegenover wie U trouw is en iemand die zuiver leeft, wordt door U op dezelfde manier tegemoet getreden. Aan de trouwe volgeling betoont U Zich trouw, maar voor de zondaar blijkt U een tegenstander. U verlost een volk dat in nood is, maar veracht trotse mensen. U zorgt ervoor dat mijn lamp blijft branden. U, HERE, mijn God, bent het Licht in de duisternis. Samen met U durf ik een leger tegemoet te treden. Ja, met mijn God kan ik over muren springen. De weg van God is een volmaakte weg, het woord van de HERE is zuiver als goud. God beschermt ieder die zijn heil bij Hem zoekt. Er is immers geen andere god dan de HERE? Wie is zo sterk en krachtig als Hij? God geeft mij kracht en baant de weg voor mij. Hij maakt mij lichtvoetig als een hert, zodat ik overal kan gaan en geen weg onbegaanbaar voor mij is. Hij oefent mijn handen, zodat ik in oorlogstijd kundig de wapens kan hanteren. Ook hebt U, HERE, mij het schild van het heil gegeven, ik voelde de steun van uw rechterhand. U boog Zich naar mij over en uw goedheid hielp mij te overwinnen. U gaf mij de ruimte om te lopen en ik stond stevig op mijn voeten. Ik achtervolgde mijn vijanden en rustte niet tot ik hen had vernietigd. Ik liep de vijand onder de voet en verpletterde hem. Hij kon niet meer opstaan. U hebt mij kracht en sterkte gegeven om de strijd aan te binden, U liet mij de een na de ander overwinnen. U zorgde ervoor dat mijn vijanden voor mij op de vlucht sloegen, ik heb hen gedood. Toen zij om hulp riepen, kwam er niemand om hen te redden. Zelfs de HERE riepen zij aan, maar Hij hielp hen niet. Ik heb hen vernietigd tot er niets van over was. Zij waren niet meer terug te vinden. U liet mij ontsnappen aan de onlusten onder het volk. U hebt mij aangesteld tot koning over vele volken, die ik niet kende. Zij werden aan mij onderworpen. Zij hadden nog maar net van mij gehoord of zij gehoorzaamden mij al. Vreemdelingen gedroegen zich onderdanig tegenover mij. Vreemden verloren zo hun sterke positie en verlieten vol angst hun versterkte kastelen. De HERE leeft! Ik prijs Hem. Hij is mijn rots en ik geef Hem de hoogste plaats. Hij is de God, die mij in veiligheid brengt. Hij is de God, die voor mij wraak heeft genomen en volken aan mij heeft onderworpen. Hij heeft mij uit de handen van mijn vijanden gered. HERE, U hebt mij zelfs boven die vijanden gesteld. U redde mij uit de handen van gewelddadige mensen. Daarom prijs ik, ook onder die andere volken, uw naam en zing psalmen voor u.
Psalmen 18:25-50 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Ja, de Heer beloonde me omdat ik onschuldig ben. Hij beloonde me omdat Hij had gezien dat ik nooit iets slechts had gedaan. Als mensen trouw zijn aan U, bent U trouw aan hen. U bent goed voor mensen die goed leven. Aan mensen die eerlijk zijn, laat U zien dat U een eerlijk God bent. Maar aan mensen die slecht zijn, laat U zien dat U hun vijand bent. U redt arme en verdrukte mensen. Maar U vernedert de mensen die trots denken dat ze U niet nodig hebben. U bent voor mij als een lamp, Heer, want U brengt licht in mijn duisternis. Met U durf ik een heel leger aan. Met U spring ik over een muur. Wat God doet is volmaakt. Wat Hij zegt is altijd te vertrouwen. Hij beschermt iedereen die naar Hem toe komt voor hulp. Er is geen andere God dan de Heer! Er is geen andere rots dan onze God! [ Alleen Hij is de rots onder onze voeten. ] Hij maakt mij sterk. Hij zorgt ervoor dat ik alles aan kan. Hij maakt mijn voeten zo behendig als die van een hert. Zelfs op de hoogste toppen zorgt Hij dat ik stevig sta. Hij leert me hoe ik moet strijden, zodat ik koperen bogen kan spannen. U beschermde me als een schild en U hielp mij. Dankzij uw goedheid ben ik machtig geworden. U heeft de weg voor mij gebaand. Ik kon gaan zonder te struikelen. Ik achtervolgde mijn vijanden en haalde hen in. Ik ging niet terug vóórdat ik hen had vernietigd. Ik sloeg hen neer met mijn zwaard. Ze vielen onder mijn voeten en stonden nooit meer op. Want dankzij U was ik sterk in de strijd. U dwong mijn vijanden om zich over te geven. Dankzij U sloegen mijn vijanden op de vlucht. Al mijn vijanden heb ik vernietigd. Ze riepen om hulp, maar niemand redde hen. Ze riepen tot de Heer, maar Hij antwoordde niet. Toen vermaalde ik hen tot stof in de wind. Ik vertrapte hen als het vuil in de straten. U heeft mij gered toen mensen tegen mij in opstand kwamen. U maakte mij tot hoofd over vele volken. Verre volken dienden mij. Zodra ze van mij hoorden, gehoorzaamden ze mij. Buitenlandse volken bogen nederig voor mij omdat ze bang voor me waren. Vreemdelingen beefden van angst voor mij en kwamen angstig uit hun burchten. De Heer leeft! Ik juich voor Hem, de rots onder mijn voeten! Alle eer is voor de God die mij heeft gered! Hij heeft me de overwinning gegeven en mij tot koning over vele volken gemaakt. Hij heeft me van mijn vijanden gered. Hij heeft mij machtiger gemaakt dan de mensen die tegen me in opstand kwamen. Hij heeft mij gered van mensen die geweld tegen me wilden gebruiken. Heer, daarom prijs ik U onder de volken en zing ik liederen voor U.