Psalmen 27:7-10
Psalmen 27:7-10 Het Boek (HTB)
Luister HERE, hoe ik hardop naar U roep! Wees zo goed mij te antwoorden en geef mij genade. U Zelf laat mijn hart naar U vragen. Ik wil U zoeken, HERE. Verberg U niet voor mij en stuur mij niet toornig weg. U bent altijd mijn hulp. Laat mij niet in de steek en stoot mij niet van U af, God van mijn heil. Al zouden mijn vader en moeder mij in de steek laten, de HERE laat mij nooit alleen.
Psalmen 27:7-10 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Hoor, HEERE! mijn stem, als ik roep; en wees mij genadig, en antwoord mij. Mijn hart zegt tot U: Gij zegt: Zoek Mijn aangezicht; ik zoek Uw aangezicht, o HEERE! Verberg Uw aangezicht niet voor mij, keer Uw knecht niet af in toorn; Gij zijt mijn Hulp geweest, begeef mij niet, en verlaat mij niet, o God mijns heils! Want mijn vader en mijn moeder hebben mij verlaten, maar de HEERE zal mij aannemen.
Psalmen 27:7-10 Herziene Statenvertaling (HSV)
Hoor, HEERE, mijn stem als ik roep; wees mij genadig en antwoord mij. Mijn hart zegt tegen U wat U Zelf zegt: Zoek Mijn aangezicht. Ik zóek Uw aangezicht, HEERE, verberg Uw aangezicht niet voor mij. Wijs Uw dienaar niet af in toorn, U bent mijn hulp geweest; laat mij niet in de steek en verlaat mij niet, o God van mijn heil. Want mijn vader en mijn moeder hebben mij verlaten, maar de HEERE zal mij aannemen.
Psalmen 27:7-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Hoor, HERE, hoe ik luide roep, wees mij genadig en antwoord mij. Van Uwentwege zegt mijn hart: Zoekt mijn aangezicht. Ik zoek uw aangezicht, HERE. Verberg uw aangezicht niet voor mij, wijs uw knecht niet af in toorn, Gij waart mijn hulp; verwerp mij niet en verlaat mij niet, o God mijns heils. Al hebben mijn vader en moeder mij verlaten, toch neemt de HERE mij aan.
Psalmen 27:7-10 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Hoor, Heer, ik roep luid tot U. Heb medelijden met mij en antwoord mij! U zegt Zelf in mijn hart: "Verlang naar Mij." Ik verlang dan ook naar U, Heer. Stuur me niet weg in uw boosheid. U heeft me altijd geholpen. Stuur me dan nu niet weg, laat me niet in de steek. God, U kan mij redden! Zelfs als mijn vader en moeder me in de steek zouden laten, zult U nog altijd bij me zijn.