Psalmen 34:1-9
Psalmen 34:1-9 Het Boek (HTB)
Ik wil de HERE voortdurend prijzen, mijn mond moet steeds overlopen van zijn eer. Mijn hele wezen beroemt zich op Hem, laten allen die bij Hem horen, zich met mij verheugen. Laten wij samen de HERE grootmaken en zijn naam eren en prijzen. Toen ik de HERE zocht, heeft Hij mij geantwoord. Hij heeft mij uit mijn vreselijke kwelling gered. Wie naar Hem opziet, straalt van vreugde en kan Hem met blijdschap aanzien. Ik was er zo ellendig aan toe, maar toen ik naar de HERE riep, heeft Hij naar mij geluisterd. Hij verloste mij uit alle ellende. De Engel van de HERE staat hen die ontzag voor Hem hebben, altijd bij en verlost hen. Probeer het maar, dan zult u ontdekken hoe goed de HERE is. Gelukkig is degene die bij Hem bescherming zoekt.
Psalmen 34:1-9 BasisBijbel (BB)
Een lied van David, toen hij bij koning Abimelech deed alsof hij gek was, zodat de koning hem wegjoeg en David kon ontkomen. Ik wil de Heer altijd prijzen. Altijd zal ik Hem loven. Ik ben heel erg blij met de Heer. Mensen die leven zoals Hij het wil zullen het horen en samen met mij blij zijn. Laten we samen de Heer prijzen! Laten we elkaar vertellen welke geweldige dingen Hij heeft gedaan. Ik riep tot de Heer en Hij antwoordde mij. Steeds als ik bang was, heeft Hij mij gered. Mensen die op Hem vertrouwen, stralen van blijdschap, want Hij stelt hen nooit teleur. Ik was er ellendig aan toe. Toen riep ik de Heer om hulp. De Heer hoorde het en redde mij uit al mijn moeilijkheden. Als je diep ontzag voor de Heer hebt, beschermt de Engel van de Heer je. Hij zal je redden. Probeer maar hoe goed de Heer is! Het is heerlijk voor je als je op Hem vertrouwt.
Psalmen 34:1-9 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Een psalm van David, als hij zijn gelaat veranderd had voor het aangezicht van Abimelech, die hem wegjoeg, dat hij doorging. Aleph. Ik zal den HEERE loven te aller tijd; Zijn lof zal geduriglijk in mijn mond zijn. Beth. Mijn ziel zal zich beroemen in den HEERE; de zachtmoedigen zullen het horen en verblijd zijn. Gimel. Maakt den HEERE met mij groot, en laat ons Zijn Naam samen verhogen. Daleth. Ik heb den HEERE gezocht, en Hij heeft mij geantwoord, en mij uit al mijn vrezen gered. He. Vau. Zij hebben op Hem gezien, ja, Hem als een waterstroom aangelopen; en hun aangezichten zijn niet schaamrood geworden. Zain. Deze ellendige riep, en de HEERE hoorde; en Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden. Cheth. De Engel des HEEREN legert Zich rondom degenen, die Hem vrezen, en rukt hen uit. Teth. Smaakt en ziet, dat de HEERE goed is; welgelukzalig is de man, die op Hem betrouwt.
Psalmen 34:1-9 Herziene Statenvertaling (HSV)
Ik zal de HEERE te allen tijde loven, aleph Zijn lof zal voortdurend in mijn mond zijn. Mijn ziel zal zich beroemen in de HEERE; beth de zachtmoedigen zullen het horen en verblijd zijn. Maak de HEERE met mij groot, gimel laten wij tezamen Zijn Naam roemen. Ik heb de HEERE gezocht en Hij heeft mij geantwoord, daleth en mij gered uit al wat ik vrees. Zij zagen naar Hem uit, ja, stroomden op Hem aan; he waw en hun gezicht werd niet rood van schaamte. Deze ellendige riep en de HEERE hoorde; zain Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden. De engel van de HEERE legert zich cheth rondom hen die Hem vrezen, en redt hen. Proef en zie dat de HEERE goed is; teth welzalig de man die tot Hem de toevlucht neemt.
Psalmen 34:1-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Ik wil de HERE te allen tijde prijzen, bestendig zij zijn lof in mijn mond. In de HERE beroeme zich mijn ziel; laten de ootmoedigen het horen en zich verheugen. Maakt met mij de HERE groot, en laat ons tezamen zijn naam verheffen. Ik zocht de HERE en Hij antwoordde mij, Hij redde mij uit al mijn verschrikkingen. Zij schouwen naar Hem en stralen van vreugde, en hun aangezicht zal niet schaamrood worden. Deze ellendige hier riep en de HERE hoorde, Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden. De Engel des HEREN legert Zich rondom wie Hem vrezen, en redt hen. Smaakt en ziet, dat de HERE goed is; welzalig de man die bij Hem schuilt.