Psalmen 37:1-22
Psalmen 37:1-22 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Een psalm van David. Aleph. Ontsteek u niet over de boosdoeners; benijd hen niet, die onrecht doen. Want als gras zullen zij haast worden afgesneden, en als de groene grasscheutjes zullen zij afvallen. Beth. Vertrouw op den HEERE, en doe het goede; bewoon de aarde, en voed u met getrouwigheid. En verlustig u in den HEERE, zo zal Hij u geven de begeerten uws harten. Gimel. Wentel uw weg op den HEERE, en vertrouw op Hem; Hij zal het maken; En zal uw gerechtigheid doen voortkomen als het licht, en uw recht als den middag. Daleth. Zwijg den HEERE, en verbeid Hem; ontsteek u niet over dengene, wiens weg voorspoedig is; over een man, die listige aanslagen uitvoert. He. Laat af van toorn, en verlaat de grimmigheid; ontsteek u niet, immers niet, om kwaad te doen. Want de boosdoeners zullen uitgeroeid worden, maar die den HEERE verwachten, die zullen de aarde erfelijk bezitten. Vau. En nog een weinig, en de goddeloze zal er niet zijn; en gij zult acht nemen op zijn plaats, maar hij zal er niet wezen. De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde erfelijk bezitten, en zich verlustigen over groten vrede. Zain. De goddeloze bedenkt listige aanslagen tegen den rechtvaardige, en hij knerst over hem met zijn tanden. De Heere belacht hem, want Hij ziet, dat zijn dag komt. Cheth. De goddelozen hebben het zwaard uitgetrokken, en hun boog gespannen, om den ellendige en nooddruftige neder te vellen, om te slachten, die oprecht van weg zijn. Maar hun zwaard zal in hunlieder hart gaan; en hun bogen zullen verbroken worden. Teth. Het weinige, dat de rechtvaardige heeft, is beter dan de overvloed veler goddelozen. Want de armen der goddelozen zullen verbroken worden; maar de HEERE ondersteunt de rechtvaardigen. Jod. De HEERE kent de dagen der oprechten; en hun erfenis zal in eeuwigheid blijven. Zij zullen niet beschaamd worden in den kwaden tijd, en in de dagen des hongers zullen zij verzadigd worden. Caph. Maar de goddelozen zullen vergaan, en de vijanden des HEEREN zullen verdwijnen, als het kostelijkste der lammeren; met den rook zullen zij verdwijnen. Lamed. De goddeloze ontleent en geeft niet weder; maar de rechtvaardige ontfermt zich, en geeft. Want zijn gezegenden zullen de aarde erfelijk bezitten; maar zijn vervloekten zullen uitgeroeid worden.
Psalmen 37:1-22 Herziene Statenvertaling (HSV)
Ontsteek niet in woede over de kwaaddoeners, aleph benijd niet wie onrecht doen. Want als gras zullen zij snel verdorren, als groene grasscheutjes zullen zij verwelken. Vertrouw op de HEERE en doe het goede; beth bewoon de aarde en voed u met trouw. Schep vreugde in de HEERE, dan zal Hij u geven wat uw hart verlangt. Wentel uw weg op de HEERE gimel en vertrouw op Hem: Híj zal het doen. Hij zal uw gerechtigheid tevoorschijn doen komen als het morgenlicht, uw recht doen stralen als de middagzon. Zwijg voor de HEERE daleth en verwacht Hem; ontsteek niet in woede over hem wiens weg voorspoedig is, over een man die listige plannen uitvoert. Laat uw woede bedaren en laat uw grimmigheid varen; he ontsteek niet in woede – het brengt slechts kwaad. Want de kwaaddoeners zullen uitgeroeid worden, maar wie de HEERE verwachten, die zullen de aarde bezitten. Nog even, en de goddeloze zal er niet meer zijn; waw u zult op zijn plaats letten, maar hij zal er niet wezen. Maar de zachtmoedigen zullen de aarde bezitten en vreugde scheppen in grote vrede. De goddeloze bedenkt snode plannen tegen de rechtvaardige, zain hij knarsetandt over hem. De Heere lacht hem uit, want Hij ziet dat zijn dag komt. De goddelozen hebben het zwaard getrokken cheth en hun boog gespannen, om de ellendige en de arme neer te vellen, om af te slachten wie oprecht wandelen. Hun zwaard zal in hun eigen hart dringen, hun bogen zullen gebroken worden. Het weinige dat de rechtvaardige heeft, teth is beter dan de overvloed van vele goddelozen. Want de armen van de goddelozen worden gebroken, maar de HEERE ondersteunt de rechtvaardigen. De HEERE kent de dagen van de oprechten, jod hun erfelijk bezit zal voor eeuwig blijven. Zij worden niet beschaamd ten tijde van onheil, in dagen van honger worden zij verzadigd. Maar de goddelozen komen om; kaph de vijanden van de HEERE zijn als het kostbaarste van de lammeren: zij verdwijnen, in rook zullen zij verdwijnen. De goddeloze leent en betaalt niet terug, lamed maar de rechtvaardige ontfermt zich en geeft. Want wie door Hem zijn gezegend, zullen de aarde bezitten; maar wie door Hem zijn vervloekt, worden uitgeroeid.
Psalmen 37:1-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Wees niet afgunstig op de bedrijvers van ongerechtigheid, benijd niet wie onrecht plegen; want zij verdorren snel als het gras, en verwelken als het groene kruid. Vertrouw op de HERE en doe het goede, woon in het land en betracht getrouwheid; verlustig u in de HERE; dan zal Hij u geven de wensen van uw hart. Wentel uw weg op de HERE en vertrouw op Hem, en Hij zal het maken; Hij zal uw gerechtigheid doen opgaan als het licht, en uw recht als de middag. Wees stil voor de HERE en verbeid Hem; wees niet afgunstig op wie zijn weg voorspoedig maakt, op de man die boze plannen smeedt. Sta af van toorn en laat de grimmigheid varen, wees niet afgunstig – dat sticht louter kwaad. Want boosdoeners worden uitgeroeid, maar wie de HERE verwachten, zij zullen het land beërven. Immers nog een wijle, en de goddeloze is niet meer; als gij let op zijn plaats, dan is hij niet meer; maar de ootmoedigen beërven het land en verlustigen zich in grote vrede. De goddeloze smeedt boze plannen tegen de rechtvaardige en knarst de tanden tegen hem; de Here belacht hem, want Hij ziet, dat zijn dag komt. De goddelozen ontbloten het zwaard en spannen hun boog, om ellendigen en armen neer te vellen, om de oprechten van wandel te slachten; hun zwaard zal in hun eigen hart dringen, en hun bogen zullen verbroken worden. Beter is het weinige van de rechtvaardige dan de rijkdom van vele goddelozen; want de armen der goddelozen worden verbroken, maar de HERE schraagt de rechtvaardigen. De HERE kent de dagen der vromen, en hun erfdeel zal voor altoos bestaan; in boze tijd zullen zij niet beschaamd worden, in dagen van hongersnood zullen zij verzadigd worden. Voorwaar, de goddelozen gaan te gronde, de vijanden des HEREN zijn als de pracht der landouwen: zij vergaan, in rook vergaan zij. De goddeloze vraagt te leen en geeft niet terug, maar de rechtvaardige ontfermt zich en schenkt. Voorwaar, de door Hem gezegenden beërven het land, maar de door Hem gevloekten worden uitgeroeid.
Psalmen 37:1-22 Het Boek (HTB)
Erger u niet aan zondaars, aan mensen die slechte dingen doen. Zij verdwijnen net zo snel als het gras en verwelken als eendagsbloemen. Stel heel uw vertrouwen op de HERE en doe wat Hij goed vindt. Woon rustig in uw woonplaats en zorg dat u in alles trouw bent. Verheug u in de HERE, dan zal Hij u geven wat u nodig hebt en waar u naar verlangt. Vertel alles wat u bezighoudt aan de HERE en vertrouw Hem. Hij zal in alles voor u zorgen. Hij zal u openlijk recht verschaffen en uw oprechtheid aan het licht brengen. Word stil voor de HERE en verwacht alles van Hem. Wees niet jaloers op wie slechte plannen beraamt en wie het ogenschijnlijk goed gaat. Word niet boos en laat elke vorm van kwaadheid schieten, wees ook nooit jaloers, want dat brengt u van kwaad tot erger. Eenmaal worden alle zondaars vernietigd, maar wie uitzien naar de HERE, zullen alles ontvangen wat zij nodig hebben. Nog een klein poosje en dan zal de zondaar zijn verdwenen, dan zoekt u hem en ziet u hem niet meer. Maar wie nederig van hart is, zal in het land mogen wonen en genieten van een overvloedige vrede. De goddeloze beraamt slechte plannen tegen de gelovige, hij kan hem niet verdragen. Maar de Here lacht erom, Hij weet dat zijn tijd is gekomen. De zondaars grijpen naar de wapens om arme mensen te doden en de gelovigen te vernietigen. Zij zullen echter door hun eigen geweld worden vernietigd en hun wapens zullen kapot op de grond liggen. Het is beter met een eerlijk hart weinig te bezitten dan veel rijkdom te hebben en God niet te kennen. Want de HERE zal de goddelozen machteloos maken en oprechte mensen ondersteunen. De HERE zorgt voor zijn volgelingen en er wacht hun een geweldige toekomst. In moeilijke momenten zal Hij hen niet in de steek laten. Wanneer er hongersnood is, zal Hij voor voedsel zorgen. De goddeloze zal te gronde gaan. De tegenstanders van de HERE zullen verdwijnen als bloemen op het veld, in rook opgaan. De goddeloze leent wel, maar geeft nooit terug. Maar de oprechte mens bekommert zich om een ander en geeft wat nodig is. Het is werkelijk waar: zij die door God gezegend zijn, mogen in het land wonen en het bezitten. Maar wie Hij vervloekt, wordt vernietigd.
Psalmen 37:1-22 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Een lied van David. Wees niet jaloers op oneerlijke mensen, op mensen die zich niets aantrekken van God. Want ze verdwijnen net zo snel als gras, als gras dat verschroeit in de zon. Vertrouw op de Heer en doe wat goed is. Wees trouw aan de Heer, dan zul je altijd veilig in het land wonen. Blijf altijd dicht bij de Heer en geniet van Hem. Dan zal Hij je geven wat je van Hem vraagt. Vertrouw je hele leven aan Hem toe. Dan zal Hij in alles voor je zorgen. Hij zal altijd voor je opkomen. Dat is net zo zeker als dat het 's morgens weer licht wordt en de zon hoog aan de hemel zal komen te staan. Wees stil en verwacht alles van de Heer. Wees niet jaloers op mensen bij wie alles goed lijkt te gaan, en bij wie alle misdadige plannen lijken te slagen. Word niet boos of jaloers. Boosheid en jaloersheid doen alleen maar kwaad. Onthoud dat het met slechte mensen uiteindelijk slecht zal aflopen. Maar de mensen die op de Heer vertrouwen, zullen het land bezitten. Nog maar even en dan zijn ze er niet meer, die mensen die zich niets van God aantrekken. Zelfs ieder spoor van hen is verdwenen. Maar de mensen die willen leven zoals de Heer het wil, zullen het land bezitten. Ze zullen altijd in vrede kunnen leven. Mensen die zich niets van God aantrekken bedenken altijd manieren om kwaad te doen. Ze zijn kwaad van plan tegen de mensen die leven zoals God het wil. Ze bedreigen hen. Maar de Heer lacht hen uit. Want Hij weet al hoe het met hen zal aflopen. Ze trekken hun zwaard en spannen hun boog om onschuldige mensen te doden. Maar hun zwaard doodt henzelf. Hun boog wordt gebroken. Het is beter om arm te zijn maar eerlijk, dan rijk te zijn en slecht. Want de Heer breekt de macht van de mensen die zich niets van Hem aantrekken. Maar Hij helpt de mensen die leven zoals Hij het wil. Hij zorgt voor de mensen die op Hem vertrouwen. Hun eigen stuk grond zal voor altijd van hen blijven. In moeilijke tijden komen ze niets tekort. Als er hongersnood is, hebben ze genoeg te eten. Maar het loopt slecht af met de mensen die zich niets van God aantrekken. Net zoals het vet van de offerdieren in rook opgaat en verdwijnt, zo zijn ook de vijanden van de Heer straks verdwenen. Slechte mensen vragen wel te leen, maar geven nooit iets terug. Maar goede mensen geven weg uit medelijden en vragen niets terug. Voor hén is de Heer goed en ze erven het land. Maar de anderen worden door Hem vervloekt en worden vernietigd.