Psalmen 53:1-3
Psalmen 53:1-3 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Een onderwijzing van David, voor den opperzangmeester, op Machalath. De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God; zij verderven het, en zij bedrijven gruwelijk onrecht; er is niemand, die goed doet. God heeft uit den hemel nedergezien op de mensenkinderen, om te zien, of iemand verstandig ware, die God zocht.
Psalmen 53:1-3 Herziene Statenvertaling (HSV)
De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij handelen verderfelijk, zij bedrijven gruwelijk onrecht; er is niemand die goeddoet. God heeft uit de hemel neergezien op de mensenkinderen, om te zien of er iemand verstandig was, iemand die God zocht.
Psalmen 53:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij bedrijven gruwelijk en afschuwelijk onrecht; niemand is er, die goed doet. God ziet neder uit de hemel op de mensenkinderen, om te zien, of er één verstandig is, één, die God zoekt.
Psalmen 53:1-3 Het Boek (HTB)
Dwaze mensen denken dat God niet bestaat. Ze doen vreselijk onrechtvaardige dingen. Zelfs niet één ervan doet wat goed is. God kijkt vanuit de hemel naar alle mensen. Hij zoekt of er misschien één bij is die verstandig is, wellicht één die God zoekt.
Psalmen 53:1-3 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Een lied van David, om iets van te leren. Op de wijs van 'Mahalat.' Voor de leider van het koor. De dwaze mensen denken: 'Er is geen God.' Ze doen vreselijke en verschrikkelijke dingen. Er is niemand die iets goeds doet. God kijkt vanuit de hemel omlaag naar de mensen. Hij zoekt of er één mens nog verstandig is, één mens die naar Hem verlangt.