Psalmen 69:13-21
Psalmen 69:13-21 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Die in de poort zitten, klappen van mij; en ik ben een snarenspel dergenen, die sterken drank drinken. Maar mij aangaande, mijn gebed is tot U, o HEERE; er is een tijd des welbehagens, o God! door de grootheid Uwer goedertierenheid; verhoor mij door de getrouwheid Uws heils. Ruk mij uit het slijk, en laat mij niet verzinken; laat mij gered worden van mijn haters, en uit de diepten der wateren. Laat de watervloed mij niet overstromen, en laat de diepte mij niet verslinden; en laat den put zijn mond over mij niet toesluiten. Verhoor mij, o HEERE, want Uw goedertierenheid is goed; zie mij aan naar de grootheid Uwer barmhartigheden. En verberg Uw aangezicht niet van Uw knecht, want mij is bange; haast U, verhoor mij. Nader tot mijn ziel, bevrijd ze; verlos mij om mijner vijanden wil. Gij weet mijn versmaadheid, en mijn schaamte, en mijn schande; al mijn benauwers zijn voor U. De versmaadheid heeft mijn hart gebroken, en ik ben zeer zwak; en ik heb gewacht naar medelijden, maar er is geen; en naar vertroosters, maar heb ze niet gevonden.
Psalmen 69:13-21 Herziene Statenvertaling (HSV)
Wie in de poort zitten, praten over mij, ik ben een spotlied van wie sterkedrank drinken. Maar wat mij betreft, mijn gebed richt zich tot U, HEERE; er is een tijd van welbehagen, o God, vanwege Uw grote goedertierenheid; verhoor mij in de trouw van Uw heil. Ontruk mij aan het slijk en laat mij niet wegzinken, laat mij gered worden van wie mij haten, en uit de waterdiepten. Laat de watervloed mij niet overspoelen, de diepte mij niet verslinden, de put zijn mond boven mij niet sluiten. Verhoor mij, HEERE, want Uw goedertierenheid is rijk; zie mij aan naar Uw grote barmhartigheid. Verberg Uw aangezicht niet voor Uw dienaar, want de angst benauwt mij; verhoor mij spoedig. Nader tot mijn ziel, bevrijd haar; verlos mij omwille van mijn vijanden. Ú kent mijn smaad en mijn schaamte en mijn schande; allen die mij benauwen, zijn U bekend. Smaad heeft mijn hart gebroken en ik ben zeer zwak; ik heb gewacht op medeleven, maar het is er niet, op troosters, maar ik heb ze niet gevonden.
Psalmen 69:13-21 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Wie in de poort zitten, praten over mij, – en een spotlied van drinkers. Maar mijn gebed is tot U, HERE, ten tijde des welbehagens; o God, antwoord mij naar uw grote goedertierenheid met uw trouwe hulp. Red mij uit het slijk, opdat ik niet verzinke, laat mij gered worden van mijn haters, en uit de diepe wateren. Laat de watervloed mij niet overstromen, noch de diepte mij verslinden, noch de put zijn mond boven mij toesluiten. Antwoord mij, o HERE, want rijk is uw goedertierenheid, wend U tot mij naar uw grote barmhartigheid, verberg uw aangezicht niet voor uw knecht, want het is mij bang te moede; antwoord mij haastelijk. Nader tot mijn ziel, bevrijd haar, verlos mij om mijner vijanden wil. Gij, Gij kent mijn smaad, mijn schaamte en mijn schande; allen die mij benauwen, staan vóór U. De smaad heeft mij het hart gebroken, en ik ben verzwakt. Ik wachtte op een teken van medelijden, maar tevergeefs, op troosters, maar ik vond hen niet.
Psalmen 69:13-21 Het Boek (HTB)
De leiders van de stad praten met elkaar over mij en tijdens drinkgelagen drijven zij de spot met mij. Maar ik zal op de juiste tijd tot U bidden, HERE, o God, geef mij uw trouwe hulp als een antwoord daarop in uw goedheid en liefde. Trek mij uit dit moeras, voordat ik zink. Red mij van mijn haters en uit dit diepe water. Zorg toch dat het water mij niet boven het hoofd stijgt, dat ik niet naar de bodem word getrokken en verdrink. Geef mij antwoord, HERE, want ik weet hoe groot uw goedheid en trouw zijn. Kom naar mij toe met uw liefdevolle ontferming. Verberg U niet voor mij, ik ben uw dienaar en ik ben vreselijk bang. Antwoord mij toch snel! Kom naar mij toe en bevrijd mij. Verlos mij, zodat mijn tegenstanders beschaamd staan. U ziet toch hoe ik word bespot, hoe beschaamd ik ben en tot schande gemaakt. U weet precies wie mij dit allemaal aandoen. De spot breekt mijn hart en ik ben nog maar heel zwak. Ik verwachtte medelijden te ontmoeten, maar vond het niet. Tevergeefs wachtte ik op iemand die mij troostte.
Psalmen 69:13-21 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
In de stadspoort wordt er over me gepraat. Waar gedronken wordt, maken ze spotliedjes over me. Maar ik bid tot U, Heer. Antwoord mij alstublieft, want ik houd van U. God, help me alstublieft, want U bent goed en liefdevol. Trek me uit dit moeras, zodat ik er niet in wegzink. Red mij van de mensen die me haten, red mij uit het diepe water. Zorg dat de golven mij niet wegspoelen, dat het water mij niet opslokt, dat de modder zich niet boven mij sluit. Antwoord mij, Heer, want U bent goed en liefdevol! Kom naar mij toe en red me. Heb medelijden met me. Doe niet langer alsof U er niet bent. Antwoord mij alstublieft gauw! Want ik ben in groot gevaar. Kom mij redden. Bevrijd mij van mijn vijanden. U weet hoe vreselijk ze me behandelen, hoe ik aldoor word beledigd. U weet wie mijn vijanden zijn. Ik word zó belachelijk gemaakt, dat het mijn hart breekt. Ik kán niet meer. Ik hoopte op een klein beetje medelijden, maar dat was er niet. Ik hoopte dat iemand me zou troosten, maar er was niemand.