Psalmen 88:1-8
Psalmen 88:1-8 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Een lied, een psalm voor de kinderen van Korach, voor den opperzangmeester, op Machalath Leannoth; een onderwijzing van Heman, den Ezrahiet. O HEERE, God mijns heils! bij dag, bij nacht roep ik voor U. Laat mijn gebed voor Uw aanschijn komen; neig Uw oor tot mijn geschrei. Want mijn ziel is der tegenheden zat, en mijn leven raakt tot aan het graf. Ik ben gerekend met degenen, die in den kuil nederdalen; ik ben geworden als een man, die krachteloos is; Afgezonderd onder de doden, gelijk de verslagenen, die in het graf liggen, die Gij niet meer gedenkt, en zij zijn afgesneden van Uw hand. Gij hebt mij in den ondersten kuil gelegd, in duisternissen, in diepten. Uw grimmigheid ligt op mij; Gij hebt mij nedergedrukt met al Uw baren. Sela.
Psalmen 88:1-8 Herziene Statenvertaling (HSV)
HEERE, God van mijn heil, overdag en in de nacht kom ik voor U en roep ik. Laat mijn gebed voor Uw aangezicht komen, neig Uw oor tot mijn roepen. Want mijn ziel is verzadigd van ellende, mijn leven raakt bijna het graf. Ik word gerekend tot hen die in de kuil neerdalen, ik ben geworden als een man zonder kracht, afgezonderd onder de doden, net als de gesneuvelden, die in het graf liggen: aan hen denkt U niet meer! Zíj zijn afgesneden van Uw hand. U hebt mij in de onderste kuil gelegd, in duistere oorden, in diepten. Uw grimmigheid leunt op mij, U hebt mij neergedrukt door al Uw golven. Sela
Psalmen 88:1-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
HERE, God van mijn heil, des daags roep ik, des nachts ben ik vóór uw ogen. Laat mijn gebed voor uw aangezicht komen, neig uw oor tot mijn geroep; want mijn ziel is verzadigd van rampen, mijn leven is het dodenrijk nabij. Ik word gerekend onder wie in de groeve nederdalen, ik ben geworden als een man zonder kracht. Onder de doden is mijn verblijf, gelijk verslagenen die in het graf liggen, die Gij niet meer gedenkt, en die aan uw hand ontrukt zijn. Gij hebt mij in de diepste kuil gelegd, in duistere plaatsen, in diepten. Uw grimmigheid rust zwaar op mij, door al uw baren drukt Gij mij neder. sela
Psalmen 88:1-8 Het Boek (HTB)
HERE, U bent de God die mij redt. Dag en nacht roep ik U aan en kom ik tot U. Laat mijn gebed U toch bereiken, luister toch naar mij! Nog meer ziekten en tegenslagen kan ik niet verdragen. Ik heb het gevoel dat ik ga sterven. Men beschouwt mij als iemand die de dood nabij is, alle kracht is uit mij geweken. Eigenlijk hoor ik al bij de gestorvenen, de mensen aan wie U niet meer denkt en die door U zijn vergeten. U hebt mij door de diepste diepte en door de donkerste duisternis gevoerd. U hebt Zich tegen mij gekeerd en ik kan dat niet verdragen. Ik heb het gevoel alsof U mij tegen de grond hebt geslagen.
Psalmen 88:1-8 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Een lied voor de Korachieten , op de wijs van: 'Mahalat leannot.' Voor de leider van het koor. Een gedicht van de Ezrahiet Heman, om iets van te leren. Heer God, U bent mijn Redder. Dag en nacht roep ik tot U. Luister alstublieft naar mijn gebed. Doe niet alsof U mij niet hoort. Want mij overkomt ramp op ramp. Ik sta op de rand van de dood. De mensen verwachten dat ik zal sterven. Ik heb helemaal geen kracht meer. Ik ben al zo goed als dood. Binnenkort kunnen ze me begraven. Dan zal ik bij de doden zijn, aan wie U niet meer denkt en voor wie U niets meer hoeft te doen. U heeft me diep in het dodenrijk gelegd, op de diepste, donkerste plaats. Uw boosheid ligt als een zware last op mij. Uw woede beukt als woeste golven op mij in.