Openbaring 5:1-5
Openbaring 5:1-5 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En ik zag in de rechterhand Desgenen, Die op den troon zat, een boek, geschreven van binnen en van buiten, verzegeld met zeven zegelen. En ik zag een sterken engel, uitroepende met een grote stem: Wie is waardig het boek te openen, en zijn zegelen open te breken? En niemand in den hemel, noch op de aarde, noch onder de aarde, kon het boek openen, noch hetzelve in zien. En ik weende zeer, dat niemand waardig gevonden was, om dat boek te openen, en te lezen, noch hetzelve in te zien. En een van de ouderlingen zeide tot mij: Ween niet; zie, de Leeuw, Die uit den stam van Juda is, de Wortel Davids, heeft overwonnen, om het boek te openen, en zijn zeven zegelen open te breken.
Openbaring 5:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En ik zag in de rechterhand van Hem, die op de troon zat, een boekrol, beschreven van binnen en van buiten, welverzegeld met zeven zegels. En ik zag een sterke engel, die met luider stem uitriep: Wie is waardig de boekrol te openen en haar zegels te verbreken? En niemand in de hemel, noch op de aarde, noch onder de aarde kon de boekrol openen of haar inzien. En ik weende zeer, omdat niemand waardig was gebleken de boekrol te openen of die in te zien. En een uit de oudsten zeide tot mij: Ween niet; zie, de leeuw uit de stam Juda, de wortel Davids, heeft overwonnen om de boekrol en haar zeven zegels te openen.
Openbaring 5:1-5 Het Boek (HTB)
Toen zag ik een boekrol in de rechterhand van Hem die op de troon zat. Die boekrol was aan beide zijden beschreven en met zeven zegels verzegeld. Ik zag ook een sterke engel die luid riep: ‘Wie is het waard om de zegels te verbreken en de boekrol open te maken?’ Maar er was niemand in de hemel of op de aarde of onder de aarde die in staat was de rol open te maken en te lezen. Ik vond het zo erg dat niemand het waard was om de boekrol open te maken en erin te lezen dat ik begon te huilen. Maar een van de ouderlingen zei tegen mij: ‘U hoeft niet te huilen, want de Leeuw uit de stam Juda, de nakomeling van David, heeft de overwinning behaald. Daarom mag Hij de zeven zegels verbreken en de rol openmaken.’
Openbaring 5:1-5 Herziene Statenvertaling (HSV)
En ik zag in de rechterhand van Hem Die op de troon zat, een boekrol, vanbinnen en vanbuiten beschreven, verzegeld met zeven zegels. En ik zag een sterke engel, die met luide stem uitriep: Wie is het waard de boekrol te openen en zijn zegels te verbreken? Maar er was niemand in de hemel en ook niet op de aarde of onder de aarde die de boekrol kon openen of hem inzien. En ik huilde erg, omdat er niemand werd gevonden die het waard was die boekrol te openen, te lezen of in te zien. En een van de ouderlingen zei tegen mij: Huil niet. Zie, de Leeuw Die uit de stam van Juda is, de Wortel van David, heeft overwonnen om de boekrol te openen en zijn zeven zegels te verbreken.
Openbaring 5:1-5 BasisBijbel (BB)
Toen zag ik dat Hij die op de troon zat een boekrol in zijn rechterhand hield. De boekrol was van binnen en van buiten volgeschreven. Hij was met zeven zegels dichtgemaakt. Ik zag ook een sterke engel die luid riep: "Wie is het waard om de zegels los te maken en de boekrol open te maken?" Maar niemand in de hemel, op de aarde of onder de aarde was het waard om de boekrol open te maken en te lezen. Daar moest ik vreselijk om huilen. Toen zei één van de gemeenteleiders tegen mij: "Huil maar niet. Kijk, de Leeuw uit de stam van Juda, de Zoon van David, heeft overwonnen. Daarom mag Hij de zeven zegels losmaken en de boekrol openmaken."