Romeinen 14:5-19
Romeinen 14:5-19 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
De een acht wel den enen dag boven den anderen dag; maar de ander acht al de dagen gelijk. Een iegelijk zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd. Die den dag waarneemt, die neemt hem waar den Heere; en die den dag niet waarneemt, die neemt hem niet waar den Heere. Die daar eet, die eet zulks den Heere, want hij dankt God; en die niet eet, die eet zulks den Heere niet, en hij dankt God. Want niemand van ons leeft zichzelven, en niemand sterft zichzelven. Want hetzij dat wij leven, wij leven den Heere; hetzij dat wij sterven, wij sterven den Heere. Hetzij dan dat wij leven, hetzij dat wij sterven, wij zijn des Heeren. Want daartoe is Christus ook gestorven, en opgestaan, en weder levend geworden, opdat Hij beiden over doden en levenden heersen zou. Maar gij, wat oordeelt gij uw broeder? Of ook gij, wat veracht gij uw broeder? Want wij zullen allen voor den rechterstoel van Christus gesteld worden. Want er is geschreven: Ik leef, zegt de Heere; voor Mij zal alle knie zich buigen, en alle tong zal God belijden. Zo dan een iegelijk van ons zal voor zichzelven Gode rekenschap geven. Laat ons dan elkander niet meer oordelen; maar oordeelt dit liever, namelijk, dat gij den broeder geen aanstoot of ergernis geeft. Ik weet en ben verzekerd in den Heere Jezus, dat geen ding onrein is in zichzelven; dan die acht iets onrein te zijn, dien is het onrein. Maar indien uw broeder om der spijze wil bedroefd wordt, zo wandelt gij niet meer naar liefde. Verderf dien niet met uw spijze, voor welken Christus gestorven is. Dat dan uw goed niet gelasterd worde. Want het Koninkrijk Gods is niet spijs en drank, maar rechtvaardigheid, en vrede, en blijdschap, door den Heiligen Geest. Want die Christus in deze dingen dient, is Gode welbehagelijk, en aangenaam den mensen. Zo dan laat ons najagen, hetgeen tot den vrede, en hetgeen tot de stichting onder elkander dient.
Romeinen 14:5-19 Herziene Statenvertaling (HSV)
De een acht de ene dag boven de andere dag, maar de ander acht al de dagen gelijk. Laat ieder in zijn eigen geest ten volle overtuigd zijn. Wie de dag in ere houdt, houdt hem in ere voor de Heere, en wie de dag niet in ere houdt, houdt hem niet in ere voor de Heere. Wie eet, eet voor de Heere, want hij dankt God. En wie niet eet, eet niet voor de Heere, en ook hij dankt God. Niemand van ons leeft immers voor zichzelf, en niemand sterft voor zichzelf. Want als wij leven, leven wij voor de Heere en als wij sterven, sterven wij voor de Heere. Of wij dan leven of sterven, wij zijn van de Heere. Want met dit doel is Christus ook gestorven en opgestaan en weer levend geworden, dat Hij zowel over doden als levenden zou heersen. U echter, wat oordeelt u uw broeder? Of ook u, wat minacht u uw broeder? Wij zullen immers allen voor de rechterstoel van Christus gesteld worden. Want er staat geschreven: Zo waar als Ik leef, zegt de Heere: Voor Mij zal elke knie zich buigen, en elke tong zal God belijden. Zo zal dan nu ieder van ons voor zichzelf rekenschap geven aan God. Laten wij dan niet langer elkaar oordelen, maar oordeel liever dit: de broeder geen aanstoot of oorzaak tot struikelen te geven. Ik weet en ben ervan overtuigd in de Heere Jezus dat niets in zichzelf onrein is. Alleen voor hem die van mening is dat iets onrein is, voor die is het onrein. Maar als uw broeder om wat u eet bedroefd wordt, dan wandelt u niet meer naar de liefde. Richt door uw eten niet hem te gronde voor wie Christus gestorven is. Laat dan het goede dat u bezit niet gelasterd worden. Want het Koninkrijk van God bestaat niet uit eten en drinken, maar uit gerechtigheid en vrede en blijdschap in de Heilige Geest. Want wie Christus in deze dingen dient, is welbehaaglijk voor God en in achting bij de mensen. Laten wij dus najagen wat de vrede en de onderlinge opbouw bevordert.
Romeinen 14:5-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Deze [immers] stelt de ene dag boven de andere, gene stelt ze alle gelijk. Ieder zij voor zijn eigen besef ten volle overtuigd. Wie aan een bepaalde dag hecht, doet het om de Here, en wie eet, doet het om de Here, want hij dankt God; en wie niet eet, laat het na om de Here en ook hij dankt God. Want niemand onzer leeft voor zichzelf, en niemand sterft voor zichzelf; want als wij leven, het is voor de Here, en als wij sterven, het is voor de Here. Hetzij wij dan leven, hetzij wij sterven, wij zijn des Heren. Want hiertoe is Christus gestorven en levend geworden, opdat Hij èn over doden èn over levenden heerschappij voeren zou. Gij echter, wat oordeelt gij uw broeder? Of ook gij, wat minacht gij uw broeder? Want wij zullen allen gesteld worden voor de rechterstoel Gods. Want er staat geschreven: (Zo waarachtig als) Ik leef, spreekt de Here: voor Mij zal alle knie zich buigen, en alle tong zal God loven. Zo zal [dan] een ieder onzer voor zichzelf rekenschap geven [aan God]. Laten wij dan niet langer elkander oordelen, maar komt liever tot dit oordeel: uw broeder geen aanstoot of ergernis te geven. Ik weet en ben overtuigd in de Here Jezus, dat niets uit zichzelf onrein is; alleen voor hem, die iets onrein acht, is het onrein. Want indien uw broeder door iets, dat gij eet, gegriefd wordt, wandelt gij niet meer naar de eis der liefde. Breng niet door uw eten hem ten verderve, voor wie Christus gestorven is. Laat van het goede, dat gij hebt, geen kwaad gezegd kunnen worden. Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in eten en drinken, maar in rechtvaardigheid, vrede en blijdschap, door de heilige Geest. Want wie door deze Geest een dienstknecht is van Christus, is welgevallig bij God, en in achting bij de mensen. Zo laten wij dan najagen hetgeen de vrede en de onderlinge opbouwing bevordert.
Romeinen 14:5-19 Het Boek (HTB)
Voor de een zijn er bepaalde dagen die een bijzondere betekenis hebben. Voor de ander maakt het geen verschil en zijn alle dagen gelijk. Laat ieder zijn eigen overtuiging volgen. Wie aan bepaalde dagen waarde hecht, doet het om de Here. Wie alles eet, doet het ook om de Here, want hij dankt Hem ervoor. En wie niet alles eet, doet het net zo goed om de Here en dankt Hem ook. Niemand van ons leeft voor zichzelf en niemand sterft voor zichzelf, want ons leven is voor de Here en ook ons sterven is voor de Here. Wij zijn van Hem, in leven en dood. Daarom is Christus gestorven en weer levend geworden. Hij moest immers de Heer van de doden en de levenden zijn? Hoe durft u dan een andere gelovige te veroordelen of op hem neer te kijken? Wij zullen ieder voor zich voor Christus terecht moeten staan. Want er staat geschreven dat de Here heeft gezworen: ‘Zo waar als Ik leef, elke knie zal voor Mij buigen en elke tong zal openlijk erkennen dat Ik God ben.’ Wij zullen ons persoonlijk voor God moeten verantwoorden. Houd ermee op elkaar te veroordelen. U kunt beter deze maatstaf aanleggen: doe niets waardoor andere gelovigen in verwarring komen of waaraan zij zich ergeren. Wat mijzelf betreft, heeft de Here mij ervan overtuigd dat niets op zichzelf onrein is. Maar als iemand iets onheilig vindt, dan is het voor hem onheilig. Als u een andere gelovige voor het hoofd stoot door iets te eten waartegen hij bezwaar heeft, laat u zich niet door de liefde leiden. Wat u eet, mag niet zijn ondergang worden. Christus is ook voor hém gestorven. Als u meent dat iets goed is, laat er dan niet iets slechts van gezegd kunnen worden. In het Koninkrijk van God gaat het niet om eten en drinken. Het gaat om de rechtvaardigheid, de vrede en de blijdschap van de Heilige Geest. God waardeert het als wij op deze wijze Christus dienen en de mensen zullen dat ook waarderen. Wij moeten dus doen wat de vrede ten goede komt. Laten wij steeds het beste voor elkaar zoeken.
Romeinen 14:5-19 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
De één vindt de ene dag belangrijker dan de andere dagen, maar een ander vindt dat ze allemaal gelijk zijn. Laat iedereen gewoon doen wat volgens zijn eigen geweten goed is. Iemand die een bepaalde dag belangrijker vindt dan de andere dagen, doet dat voor de Heer. En iemand die vindt dat alle dagen gelijk zijn, doet dat ook voor de Heer. Iemand die vindt dat hij vlees mag eten, doet dat voor de Heer, want hij dankt God ervoor. En iemand die geen vlees eet, doet dat óók voor de Heer en ook hij dankt God. Want niemand van ons leeft voor zichzelf. En ook niemand van ons sterft voor zichzelf. Want als we leven, leven we voor de Heer. En als we sterven, sterven we voor de Heer. Of we nu leven of sterven, we zijn altijd van de Heer. Want Christus is gestorven en weer levend gemaakt, zodat Hij over levenden én doden zou regeren. Maar waarom hebben jullie dan kritiek op je broeders en zusters? En hoe durf je op één van hen neer te kijken omdat hij het volgens jou niet goed doet? We zullen allemaal voor Christus de Rechter komen te staan. Want er staat in de Boeken: "Ik zweer bij Mijzelf, zegt de Heer: Iedereen zal zich voor Mij buigen en iedereen zal toegeven dat Ik God ben." We zullen dus allemaal tegenover God verantwoordelijk zijn voor wat we hebben gedaan. Laten we dus niet langer kritiek op elkaar hebben. Bedenk liever dat het beter is om ervoor te zorgen dat je het geloof van je broeder of zuster niet beschadigt door jouw gedrag. De Heer Jezus heeft mij laten weten dat niets onrein is. Alleen als je víndt dat iets onrein is, is het voor jou onrein. Maar als het geloof van je broeder of zuster wordt beschadigd door iets wat jij eet, doe je niet meer wat de liefde van je vraagt. Zorg ervoor dat je niemands geloof aan het wankelen brengt door iets wat jij eet! Christus is ook voor die ander gestorven! Zorg ervoor dat er niets slechts kan worden gezegd van het goede dat jullie hebben gekregen. Het Koninkrijk van God gaat tenslotte niet over eten of drinken, maar over vrijspraak van schuld, over vrede en over blijdschap door de Heilige Geest. Als je op deze manier Christus dient, is God blij met je. En de mensen zullen respect voor je hebben. Laten we daarom erg ons best doen om de vrede met elkaar te bewaren en om elkaars geloof verder op te bouwen.