Ruth 2:6-7
Ruth 2:6-7 Herziene Statenvertaling (HSV)
De knecht die over de maaiers aangesteld was, antwoordde en zei: Dat is de Moabitische jonge vrouw die met Naomi teruggekeerd is uit het land Moab. Zij zei: Laat mij toch aren rapen en verzamelen tussen de schoven, achter de maaiers. Zo is zij gekomen en zij is gebleven van vanmorgen af tot nu toe. Zij heeft bijna niet binnen gezeten.
Ruth 2:6-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
De knecht, die over de maaiers gesteld was, antwoordde: Dat is een jonge vrouw uit Moab, die met Noömi meegekomen is uit het veld van Moab; zij heeft gezegd: laat mij toch oplezen en inzamelen bij de schoven achter de maaiers. En zo is zij gekomen en zij is bezig geweest van de morgenstond af tot nu toe; het is iemand, die weinig thuis zit.
Ruth 2:6-7 Het Boek (HTB)
‘Dat is de vrouw die met Naomi is meegekomen uit Moab,’ antwoordde de opzichter. ‘Zij heeft mij vanmorgen gevraagd of zij aren mocht rapen die de maaiers laten vallen. Sindsdien is zij voortdurend bezig geweest, afgezien van een korte pauze.’
Ruth 2:6-7 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En de jongen, die over de maaiers gezet was, antwoordde en zeide: Deze is de Moabietische jonge vrouw, die met Naomi wedergekomen is uit de velden Moabs; En zij heeft gezegd: Laat mij toch oplezen en aren bij de garven verzamelen, achter de maaiers; zo is zij gekomen en heeft gestaan van des morgens af tot nu toe; nu is haar te huis blijven weinig.
Ruth 2:6-7 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
De knecht antwoordde: "Dat is die jonge vrouw uit Moab die met Naomi is meegekomen. Ze heeft me gevraagd: 'Mag ik alsjeblieft oprapen wat de maaiers laten vallen?' Ze is al vanaf vanmorgen vroeg bezig. Ze heeft nog helemaal niet gerust."