Ruth 3:12-18
Ruth 3:12-18 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Nu dan, wel is waar, dat ik een losser ben; maar er is nog een losser, nader dan ik. Blijf dezen nacht over; voorts in den morgen zal het geschieden, indien hij u lost, goed, laat hem lossen; maar indien het hem niet lust u te lossen, zo zal ik u lossen, zo waarachtig als de HEERE leeft; leg u neder tot den morgen toe. Alzo lag zij neder aan zijn voetdeksel tot den morgen toe; en zij stond op, eer dat de een den ander kennen kon; want hij zeide: Het worde niet bekend, dat een vrouw op den dorsvloer gekomen is. Voorts zeide hij: Lang den sluier, die op u is, en houd dien; en zij hield hem; en hij mat zes maten gerst, en legde ze op haar; daarna ging hij in de stad. Zij nu kwam tot haar schoonmoeder, dewelke zeide: Wie zijt gij, mijn dochter? En zij verhaalde haar alles, wat die man haar gedaan had. Ook zeide zij: Deze zes maten gerst heeft hij mij gegeven; want hij zeide tot mij: Kom niet ledig tot uw schoonmoeder. Toen zeide zij: Zit stil, mijn dochter, totdat gij weet, hoe de zaak zal vallen; want die man zal niet rusten, tenzij dat hij heden deze zaak voleind hebbe.
Ruth 3:12-18 Herziene Statenvertaling (HSV)
Nu dan, het is waar dat ik een losser ben, maar er is nog een losser, nauwer verwant dan ik. Overnacht vannacht hier. Als het morgenochtend gebeurt dat hij u lost, goed, laat hem lossen. Als hij echter niet genegen is u te lossen, dan zal ík u lossen, zo waar de HEERE leeft. Ga nu maar liggen tot de morgen. Zo lag zij tot de morgen aan zijn voeteneinde. En zij stond op, voordat men elkaar kon herkennen, want hij zei: Het mag niet bekend worden dat er een vrouw op de dorsvloer gekomen is. Verder zei hij: Geef de omslagdoek die u draagt, en houd hem op. En zij hield hem op. En hij mat zes maten gerst af en legde die op haar. Vervolgens ging hij de stad in. Toen kwam zij bij haar schoonmoeder, en die zei: Wie ben je, mijn dochter? En zij vertelde haar alles wat de man voor haar gedaan had. Verder zei zij: Deze zes maten gerst heeft hij mij gegeven, want hij zei tegen mij: Kom niet met lege handen bij uw schoonmoeder. Toen zei Naomi: Ga rustig zitten, mijn dochter, tot je weet hoe de zaak uit zal vallen, want die man zal niet rusten, voordat hij vandaag nog deze zaak tot een einde heeft gebracht.
Ruth 3:12-18 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Nu dan, weliswaar ben ik losser, maar er is nog een losser, nader dan ik. Blijf vannacht hier; en morgenochtend, indien hij u lossen wil, goed, laat hem lossen; maar is hij niet genegen u te lossen, dan zal ik u lossen, zo waar de HERE leeft. Blijf liggen tot de morgen. Dus bleef zij aan zijn voeteneind liggen tot de morgen; toen stond zij op, voordat de een de ander herkennen kon, want hij zeide: Het worde niet bekend, dat een vrouw op de dorsvloer gekomen is. Verder zeide hij: Geef de omslagdoek die gij draagt, en houd hem op. En zij hield hem op. Hierop mat hij zes maten gerst en legde die daarin. Daarop ging hij naar de stad. Toen zij bij haar schoonmoeder gekomen was, zeide deze: Hoe is het, mijn dochter? En zij vertelde haar alles wat de man haar gedaan had, en zeide: Deze zes maten gerst heeft hij mij gegeven; want, zeide hij, gij moet niet met lege handen bij uw schoonmoeder komen. Toen zeide deze: Blijf stil afwachten, mijn dochter, totdat gij verneemt, hoe de zaak uitvalt; want die man zal niet rusten, voordat hij vandaag deze zaak tot een einde heeft gebracht.
Ruth 3:12-18 Het Boek (HTB)
Er is echter één probleem. Het klopt dat ik een naaste bloedverwant van je ben, maar er is iemand anders die nog nauwer aan je verwant is dan ik. Blijf vannacht hier, dan ga ik morgenochtend met hem praten. Als híj met je wil trouwen, moet je dat doen. Wil hij dat niet, dan word je mijn vrouw. Dat zweer ik bij de naam van de HERE. Blijf hier maar liggen tot de ochtend.’ Zo bleef zij aan zijn voeteneinde liggen. Nog voor het licht werd stond ze op, zodat niemand haar kon herkennen, want hij had haar gezegd: ‘Niemand mag weten dat jij op de dorsvloer bent geweest.’ ‘Houd je omslagdoek eens op,’ zei hij. Toen zij dat deed, goot hij er zes maten gerst in die hij haar meegaf. Daarna ging hij naar de stad. ‘Hoe is het gegaan?’ vroeg Naomi toen zij thuis kwam. Ruth vertelde wat hij voor haar gedaan had en ze gaf Naomi de gerst die zij had meegekregen. Ze zei: ‘Boaz zei dat ik niet met lege handen thuis mocht komen.’ Toen zei Naomi tegen haar: ‘Wacht nu maar rustig af tot we horen wat er gebeurt, want Boaz zal niet rusten voordat dit is geregeld. Hij maakt het vandaag nog in orde.’
Ruth 3:12-18 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Het is waar dat ik familie van jullie ben en dat ik voor jullie moet zorgen nu jullie mannen niet meer leven. Maar er is iemand anders, die een nabijer familielid van je schoonvader is dan ik. Nog meer dan ik, is hij verplicht voor jullie te zorgen. Blijf vannacht hier. Morgenochtend zal ik hem vragen of hij met je wil trouwen omdat hij familie van jullie is. Als hij dat niet wil, zweer ik dat ik met je zal trouwen. Ga nu maar slapen." Zo bleef ze bij zijn voeten liggen slapen tot de volgende morgen. Ze stond op voordat het licht werd. Ze wilde niet herkend worden. Want hij zei: "Niemand mag weten dat hier een vrouw is geweest." Verder zei hij: "Doe je omslagdoek eens af en houd hem voor me op." Ze hield de doek op. Hij deed er zes maten graan voor haar in. Daarna vertrok hij naar de stad. Toen ze bij haar schoonmoeder terugkwam, vroeg Naomi: "En? Hoe is het gegaan?" Ze vertelde wat er was gebeurd. Ze zei: "Hij heeft me dit graan gegeven. Want hij zei: 'Je moet niet met lege handen bij je schoonmoeder terugkomen.' " Toen zei Naomi: "Wacht nu rustig af wat er gaat gebeuren. Ik weet zeker dat Boaz het vandaag nog gaat regelen."