Titus 1:4-5
Titus 1:4-5 Herziene Statenvertaling (HSV)
genade, barmhartigheid en vrede zij u van God de Vader en van de Heere Jezus Christus, onze Zaligmaker. Om die reden heb ik u op Kreta achtergelaten, opdat u verder in orde zou brengen wat nog ontbrak, en van stad tot stad ouderlingen zou aanstellen, zoals ik u opgedragen heb.
Titus 1:4-5 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Ik bid dat God de Vader in alles goed voor je zal zijn. En dat je vol zal zijn van de vrede van God de Vader en van Jezus Christus, onze Redder. Ik heb je met een taak op Kreta achtergelaten. Ik wilde dat je daar een aantal dingen [ in de gemeenten daar ] nog in orde zou maken. Ook wilde ik dat je in alle steden mensen zou aanwijzen die de gemeenten kunnen leiden.
Titus 1:4-5 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Genade, barmhartigheid, vrede zij u van God den Vader, en den Heere Jezus Christus, onzen Zaligmaker. Om die oorzaak heb ik u te Kreta gelaten, opdat gij, hetgeen nog ontbrak, voorts zoudt te recht brengen, en dat gij van stad tot stad zoudt ouderlingen stellen, gelijk ik u bevolen heb
Titus 1:4-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
aan Titus, mijn waar kind krachtens (ons) gemeenschappelijk geloof: genade zij u en vrede van God, de Vader, en van Christus Jezus, onze Heiland. Ik heb u op Kreta achtergelaten met de bedoeling, dat gij in orde zoudt brengen hetgeen nog verbetering behoefde, en dat gij, zoals ik u opdroeg, in alle steden als oudsten zoudt aanstellen mannen