Laat de jonge vrouw, tegen wie ik zeg: ‘Laat toch je kruik zakken, zodat ik kan drinken!’, en die daarop antwoordt: ‘Drink en ik zal ook je kamelen te drinken geven!’, degene zijn die U voor uw dienaar Izak bestemd hebt en laat mij zo door haar weten, dat U uw liefdevolle trouw aan mijn heer bewezen hebt.”