Hij maakte een zweep van touw en joeg hen allemaal de Tempel uit, ook de schapen, de ossen en de geldwisselaars, en hun wisselgeld strooide Hij uit en hun tafels keerde Hij om. Tegen hen die de duiven verkochten zei Hij: “Haal ze hier weg! Maak het Huis van Mijn Vader niet tot een markthal!”