Job 37:10-24

Job 37:10-24 BB

Door de adem van God bevriest het water. Rivieren veranderen in ijs. Ook maakt Hij de wolken zwaar van water. Het zonlicht splijt de wolken weer uiteen. De zon schijnt over de hele aarde en doet wat Hij beveelt. Soms straft Hij de aarde ermee, soms is het een zegen. Maar altijd is het volgens Gods bedoeling. Luister hier alsjeblieft naar, Job. Let op Gods wonderen. Begrijp jij hoe God de bliksem stuurt? Begrijp jij hoe Hij zijn licht over de aarde laat schijnen? Begrijp jij hoe de wolken zijn opgehangen? Begrijp jij iets van de wonderlijke dingen die de volmaakt wijze God doet? Begrijp jij hoe je kleren en alles heet worden als de hele aarde stil wordt van de hete zuidenwind? Heb jij Hem geholpen om de hemel op te hangen, de hemel die zo vast lijkt als een koperen spiegel? Vertel jij ons maar wat we tegen Hem moeten zeggen. Want wij hebben zeker niet genoeg verstand, dat we niets weten te zeggen. Zou het Hem verteld worden als ik Hem iets wil zeggen? Als iemand tot Hem spreekt, is dat vragen om gedood te worden! Een mens kan niet naar de zon kijken als de hemel helder is en de wind de wolken heeft weggeblazen. In het noorden is dan een prachtige gouden glans te zien. Daar kunnen we nauwelijks naar kijken. Gods hemelse macht en majesteit zijn nog veel stralender! Wij kunnen de Almachtige God niet zien en niet begrijpen. Hij is machtig en rechtvaardig. Daarom hebben de mensen diep ontzag voor Hem. Maar mensen die trots en eigenwijs zijn, ziet Hij niet eens.