Lukas 24:33-49

Lukas 24:33-49 BB

Ze stonden op en gingen onmiddellijk terug naar Jeruzalem. Ze gingen naar de elf leerlingen en de mensen die bij hen waren.Die zeiden tegen de twee: "De Heer Jezus is echt opgestaan! Simon heeft Hem gezien!" Toen vertelden de twee mannen wat er onderweg was gebeurd, en dat ze Hem hadden herkend toen Hij het brood in stukken brak. Terwijl ze hierover zaten te praten, stond Jezus Zelf opeens bij hen. Hij zei: "Ik wens jullie vrede toe!" Ze schrokken vreselijk en dachten dat ze een geest zagen. Maar Hij zei: "Waarom schrikken jullie zo? Waarom denken jullie dat? Kijk naar mijn handen en voeten. Dan kunnen jullie zien dat IK het Zelf BEN . Voel maar. Een geest heeft geen vlees en botten, maar Ik wel." En Hij liet hun zijn handen en voeten zien. Ze waren zó verbaasd en blij, dat ze het haast niet konden geloven. Daarom zei Hij tegen hen: "Hebben jullie hier iets te eten?" Ze gaven Hem een stuk gebakken vis en wat honing. Hij pakte het aan en ze zagen hoe Hij het op at. Hij zei tegen hen: "Dit is wat Ik tegen jullie heb gezegd toen Ik nog bij jullie was. Alles wat er over Mij is opgeschreven in de Boeken van Mozes en van de profeten en in de Psalmen, moest gebeuren." Toen zorgde Hij ervoor dat ze eindelijk de Boeken begrepen. En Jezus zei tegen hen: "Het staat ook in de Boeken dat de Messias moest lijden. En dat Hij op de derde dag moest opstaan uit de dood. Er staat ook dat namens Hem aan alle volken verteld moet worden dat ze moeten gaan leven zoals God het wil. En dat de mensen vergeving kunnen krijgen voor hun ongehoorzaamheid aan God. Jullie moeten beginnen in Jeruzalem. Vertel alles wat jullie gezien en gehoord hebben. En Ik zal jullie geven wat de Vader heeft beloofd. Maar jullie moeten in de stad blijven, totdat jullie kracht uit de hemel hebben gekregen. "