Matteüs 15:22-28

Matteüs 15:22-28 BB

Daar kwam een Kananese vrouw naar Hem toe. Ze riep: "Heer, Zoon van David, help mij alstublieft! Er zit een vreselijke duivelse geest in mijn dochter!" Maar Jezus zei geen woord tegen haar. Zijn leerlingen kwamen naar Hem toe en zeiden: "Heer, stuur haar weg, want ze loopt achter ons aan te zeuren." Toen zei Jezus [ tegen haar ]: "Ik ben alleen gestuurd naar de verdwaalde schapen van het volk Israël." Maar ze kwam dichterbij, liet zich voor Hem op haar knieën vallen en zei: "Heer, help mij!" Maar Hij antwoordde: "Het is niet goed om het brood dat voor de kinderen is, voor de hondjes te gooien." Toen zei ze: "Dat is waar, Heer, maar de hondjes eten toch de kruimels op die van de tafel van hun meesters vallen?" Toen antwoordde Jezus haar: "Vrouw, wat heb jij een groot geloof! Je zal krijgen wat je hebt gevraagd." Vanaf dat moment was haar dochter gezond.