Psalmen 50:1-23

Psalmen 50:1-23 BB

Een lied van Asaf. De Allerhoogste God, de Heer, spreekt! Hij roept iedereen op aarde op, van waar de zon opgaat tot waar de zon ondergaat. Uit Jeruzalem, de volmaakt mooie stad, komt God, omringd door stralend licht. Onze God komt en zal niet zwijgen. Een alles-verbrandend vuur gaat voor Hem uit. Om Hem heen raast een hevige storm. Hij roept iedereen in de hemel daarboven en iedereen op de aarde beneden wanneer Hij gaat rechtspreken over zijn volk. "Breng mijn vrienden hier die met offers een verbond met Mij hebben gesloten." De hemel zegt: "God is rechtvaardig, Hij is de Rechter." God zegt:"Luister, mijn volk, naar wat Ik ga zeggen, volk van Israël! Ik zal jullie aanklagen, want Ik, God, ben jullie God. Ik zeg niet dat jullie Mij niet genoeg offers brengen. Want jullie offeren aldoor aan Mij. Maar Ik heb geen stieren van jullie nodig. Ik hoef geen geiten uit jullie stallen. Want alle wilde dieren in de bossen, alle dieren op duizenden bergen zijn van Mij. Ik ken elke vogel in de bergen. Alle wilde dieren zijn van Mij. Als Ik honger had, hoefde Ik dat jullie niet te zeggen. Want de wereld is van Mij. Alles op aarde is mijn eigendom. Maar Ik eet geen stierenvlees. Ik drink geen geitenbloed. Dit is het offer dat Ik van jullie vraag: Ik wil jullie dankbaarheid! Doe wat jullie Mij beloven, Mij, de Allerhoogste God. Roep Mij om hulp als jullie in moeilijkheden zijn. Dan zal Ik jullie redden en jullie zullen Mij danken." Maar tegen de mensen die zich niets van Hem aantrekken, zegt God: "Hoe durven jullie over mijn wetten te praten? Hoe durven jullie het te hebben over mijn verbond? Jullie trekken je niets aan van mijn waarschuwingen. Jullie doen niets met wat Ik zeg! Jullie werken samen met dieven. Jullie zijn bevriend met mensen die niet trouw zijn aan hun man of vrouw. Jullie liegen en bedriegen. Jullie vertellen de ene leugen na de andere. Over je eigen broers vertellen jullie lelijke dingen rond. Jullie beledigen de zonen van je eigen moeder! Dit hebben jullie allemaal gedaan, en Ik heb er niets van gezegd. Daardoor denken jullie dat Ik net zo oneerlijk ben als jullie. Maar nu zal Ik jullie ervoor straffen. Ik zal jullie laten zien hoe slecht jullie zijn. Jullie zijn Mij vergeten. Maar luister nu naar Mij. Anders zal Ik jullie verscheuren als een leeuw en niemand zal jullie kunnen redden. Alleen door Mij je dankbaarheid te tonen, eer je Mij. Alleen dan maak je de weg vrij zodat Ik je kan komen redden."