Deuteronomium 31:9-13

Deuteronomium 31:9-13 STV

En Mozes schreef deze wet, en gaf ze aan de priesteren, de zonen van Levi, die de ark des verbonds des HEEREN droegen, en aan alle oudsten van Israël. En Mozes gebood hun, zeggende: Ten einde van zeven jaren, op den gezetten tijd van het jaar der vrijlating, op het feest der loofhutten. Als gans Israël zal komen, om te verschijnen voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, in de plaats, die Hij zal verkoren hebben, zult gij deze wet voor gans Israël uitroepen, voor hun oren; Vergadert het volk, de mannen, en de vrouwen, en de kinderen, en uw vreemdelingen, die in uw poorten zijn; opdat zij horen, en opdat zij leren, en vrezen den HEERE, uw God, en waarnemen te doen alle woorden dezer wet. En dat hun kinderen, die het niet geweten hebben, horen en leren, om te vrezen den HEERE, uw God, al de dagen, die gij leeft op het land, naar hetwelk gij over de Jordaan zijt heengaande, om dat te erven.