De Klaagliederen van Jeremia 3:21-27

De Klaagliederen van Jeremia 3:21-27 STV

Zain. Dit zal ik mij ter harte nemen, daarom zal ik hopen; Cheth. Het zijn de goedertierenheden des HEEREN, dat wij niet vernield zijn, dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben; Cheth. Zij zijn allen morgen nieuw, Uw trouw is groot. Cheth. De HEERE is mijn Deel, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen. Teth. De HEERE is goed dengenen, die Hem verwachten, der ziele, die Hem zoekt. Teth. Het is goed, dat men hope, en stille zij op het heil des HEEREN. Teth. Het is goed voor een man, dat hij het juk in zijn jeugd draagt.