De Psalmen 130:1-4

De Psalmen 130:1-4 STV

Een lied Hammaäloth. Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE! Heere! hoor naar mijn stem; laat Uw oren opmerkende zijn op de stem mijner smekingen. Zo Gij, HEERE! de ongerechtigheden gadeslaat; Heere! wie zal bestaan? Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt.