Teth. Smaakt en ziet, dat de HEERE goed is; welgelukzalig is de man, die op Hem betrouwt. Jod. Vreest den HEERE, gij Zijn heiligen! want die Hem vrezen, hebben geen gebrek. Caph. De jonge leeuwen lijden armoede, en hongeren; maar die den HEERE zoeken, hebben geen gebrek aan enig goed. Lamed. Komt, gij, kinderen! hoort naar mij! ik zal u des HEEREN vreze leren. Mem. Wie is de man, die lust heeft ten leven, die dagen liefheeft, om het goede te zien? Nun. Bewaar uw tong van het kwaad, en uw lippen van bedrog te spreken. Samech. Wijk af van het kwaad, en doe het goede; zoek den vrede, en jaag dien na. Ain. De ogen des HEEREN zijn op de rechtvaardigen, en Zijn oren tot hun geroep. Pe. Het aangezicht des HEEREN is tegen degenen, die kwaad doen, om hun gedachtenis van de aarde uit te roeien. Tsade. Zij roepen, en de HEERE hoort, en Hij redt hen uit al hun benauwdheden. Koph. De HEERE is nabij de gebrokenen van harte, en Hij behoudt de verslagenen van geest.
Lees De Psalmen 34
Delen
Alle vertalingen vergelijken: De Psalmen 34:9-19
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's