Genesis 10:1-7

Genesis 10:1-7 HSV

Dit zijn de afstammelingen van de zonen van Noach, Sem, Cham en Jafeth. Bij hen werden na de vloed zonen geboren. De zonen van Jafeth zijn: Gomer, Magog, Madai, Javan, Tubal, Mesech en Tiras. De zonen van Gomer zijn: Askenaz, Rifath en Togarma. De zonen van Javan zijn: Elisa en Tarsis, de Kittiërs en de Dodanieten. Van hen stammen de mensen af die zich over de kustlanden van de volken verspreid hebben, in hun landen, elk overeenkomstig zijn taal, overeenkomstig hun geslachten, onder hun volken. De zonen van Cham zijn: Cusj, Mizraïm, Put en Kanaän. De zonen van Cusj zijn: Seba, Havila, Sabta, Raëma en Sabtecha. De zonen van Raëma zijn: Sjeba en Dedan.